ECLI:NL:RBOVE:2021:148
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Oordeel over boete wegens overtreding van de Meststoffenwet met verlaging door overschrijding van de redelijke termijn
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 15 januari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen [bedrijf] BV, eiseres, en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder. De zaak betreft een boete die aan eiseres is opgelegd wegens overtredingen van de Meststoffenwet. Eiseres, een erkend intermediair en transportbedrijf dat dierlijke meststoffen exporteert, ontving op 17 juni 2016 een boete van € 200,- voor het niet correct melden van transportdata van meststoffen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze boete, maar dit werd ongegrond verklaard door verweerder op 9 augustus 2019. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij aanvoerde dat de redelijke termijn voor de behandeling van haar bezwaar en beroep was overschreden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de redelijke termijn inderdaad was overschreden met meer dan 2,5 jaar. Hierdoor heeft de rechtbank de boete verlaagd naar € 200,- en verweerder veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 1.602,-. Tevens moet verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 345,- vergoeden. De rechtbank heeft de uitspraak gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. P.J.H. Bijleveld, en heeft aangegeven dat tegen deze uitspraak binnen zes weken hoger beroep kan worden ingesteld.