Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
mr. L.J. Bronkhorst en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. M.R. Paardekooper, advocaat te Amsterdam, naar voren is gebracht.
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
€ 40.000,00 van de bankrekening van aangever overgemaakt naar de bankrekening het bedrijf [bedrijf 1] B.V. (hierna: [bedrijf 1] ). Uit onderzoek is gebleken dat verdachte enig aandeelhouder/bestuurder is van dit bedrijf.
3 augustus 2020 € 10.000,00 is teruggeboekt vanaf de bankrekening van [bedrijf 1] naar de bankrekening van aangever. Het door de politie berekende totaalbedrag is als volgt opgebouwd:
10.000,00-/-
€ 14.591,08 valt toe te schrijven aan verdachte. Hiervoor heeft verdachte ook de toegangscode en bankpas van aangever gebruikt. Aan het verweer van verdachte dat dit bedrag mogelijk lager zou zijn, gaat de rechtbank voorbij, omdat verdachte daar geen onderbouwing voor heeft gegeven, terwijl dat gelet op de aard van de bestedingen wel op zijn weg ligt. Daar waar het gaat om de bij Coolblue bestelde urineflessen en bloeddrukmeters, heeft verdachte bij de politie verklaard dat hij deze spullen zonder toestemming van aangever heeft besteld en dat deze spullen bij verdachte thuis liggen. De rechtbank ziet daarin dan ook geen aanleiding om van een lager bedrag uit te gaan.
of omstreeksde periode van 1 augustus 2019 tot en met 3 augustus 2020,
in elk gevalin Nederland, een geldbedrag van (in totaal) 56591,08 euro,
in elk geval een geldbedrag, dat geheel
of ten dele aaneen ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer] ,
in elk geval aan een ander dan verdachte, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte
zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/ofdat weg te nemen geld
/goed(telkens) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel,
/of
/ofde bankrekeningnummer(s) van [slachtoffer] , van het online bankieren-programma van [slachtoffer] en
/ofvia dat programma telkens (zonder toestemming) geldbedragen over heeft geboekt naar (een) bankrekening(en) die aan verdachte, in ieder geval een ander dan [slachtoffer] , toebehoorden.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, meermalen gepleegd
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
'Vanwege de ASS is de wereld onoverzichtelijk voor hem; zijn bedrading zit anders in elkaar. Het is toch leven met een handicap, voor hemzelf maar zeker ook voor zijn omgeving.' Het risico op recidive wordt ingeschat op laag. Volgens de reclassering is verdachte bereid volledige verantwoordelijkheid te nemen en de geleden schade van het slachtoffer te vergoeden. Dat strookt met het beeld dat de rechtbank op zitting van verdachte heeft gekregen. De verdachte heeft ter zitting ook verklaard zich misselijk te voelen als hij terug denkt aan wat hij heeft gedaan en wil dit, in zoverre dat mogelijk is, goed maken. Met betrekking tot de aard van zijn problematiek heeft verdachte ter zitting verklaard dat het zou gaan om een beperking, geen stoornis. De reclassering adviseert tot slot bij een veroordeling een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen.
8.De schade van benadeelden
3 augustus 2020. De gevorderde immateriële schade zal de rechtbank afwijzen. Dit omdat bij een vermogensdelict als dit van de in artikel 6:106, aanhef en onder b van het Burgerlijk Wetboek bedoelde aantasting in zijn persoon ‘op andere wijze’ geen sprake is. [2] Een grondslag voor toewijzing van deze vordering ontbreekt.
10.De toegepaste wettelijke voorschriften
11.De beslissing
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, meermalen gepleegd;
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden;
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat verdachte:
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
240 (tweehonderdenveertig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
120 dagen;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 56.591,08,te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 3 augustus 2020, ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 306 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
Een proces-verbaal van aangifte van aangever van 5 augustus 2020, pagina’s 15 en 16, inclusief bijlage, pagina’s 18 t/m 30, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte van 9 november 2020, pagina’s 117 tot en met 120, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte van 10 november 2020, pagina’s 125 tot en met 135, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Een proces-verbaal van bevindingen van 9 oktober 2020, pagina 193 tot en met 195, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Een proces-verbaal van bevindingen van 2 oktober 2020, pagina 380 en 381, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: