Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
ANKUM HOLDING B.V.,
gevestigd te Dalfsen,
1.de besloten vennootschap LADYBOSS HOLDING B.V.,gevestigd te Dalfsen,
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats] ,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 23 april 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Ankum Holding B.V. en Ladyboss Holding B.V. Ankum Holding vorderde inzage in bepaalde bescheiden die door Ladyboss Holding zouden zijn aangemerkt als 'lijken in de kast'. De vordering was gebaseerd op artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), dat partijen het recht geeft om inzage te vragen in bescheiden waarover zij niet beschikken, maar een ander wel.
De rechtbank oordeelde dat Ankum Holding niet voldoende aannemelijk had gemaakt dat de gevraagde bescheiden daadwerkelijk bestonden. Ladyboss Holding had betwist dat er dossiers klaarliggen die als 'lijken in de kast' zijn aangemerkt. De voorzieningenrechter concludeerde dat de vordering te breed was geformuleerd en dat Ankum Holding niet had aangetoond dat er concrete bescheiden waren waar zij recht op had.
De rechtbank wees de vorderingen van Ankum Holding af en veroordeelde haar in de proceskosten van Ladyboss Holding, die in totaal op € 1.683,00 werden begroot. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en de kostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad.