Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
Stichting [naam Stichting] te [vestigingsplaats] , eiseres,
[naam 1](hierna werkneemster).
Procesverloop
15 maart 2021 een reactie ingezonden. Op 20 april 2021 heeft eiseres gereageerd. Omdat niet is verzocht om een nadere behandeling ter zitting heeft de rechtbank het onderzoek gesloten.
Overwegingen
29 oktober 2018. Onder verwijzing naar het rapport van de verzekeringsarts van 4 juli 2018 heeft de arbeidsdeskundige vermeld dat de re-integratie in het eigen werk nooit van de grond is gekomen. De belastbaarheid die de bedrijfsarts had aangenomen klopte in grote lijnen, maar zijn standpunt dat werkneemster geen leiding meer kon geven was volgens de verzekeringsarts niet medisch onderbouwd. Uit de stukken komt naar voren dat na een gesprek in februari 2017 tussen werkneemster en het bestuur vooral sprake was van een arbeidsconflict. De bedrijfsarts adviseerde meerdere malen om de werkzaamheden in de eigen functie deels te hervatten, maar dat is niet gebeurd. Vanaf augustus 2017 is het tweede spoor ingezet, dat niet succesvol is geëindigd. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft zich in de bezwaarprocedure bij het oordeel van de arbeidsdeskundige aangesloten.
13 februari 2018. Deze conclusie luidt:
De door de werkgever uitgevoerde re-integratie-inspanningen zijn niet te beoordelen omdat er geen sprake is van ziekte of gebrek waardoor de werknemer niet volledig zijn eigen werk kan uitvoeren. De werknemer is immers volledig geschikt voor eigen werk maar niet bij de eigen werkgever in dezelfde situatie als voorheen’. Eiseres heeft daaruit afgeleid dat