ECLI:NL:RBOVE:2021:3409
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om intrekking omgevingsvergunning voor de bouw van een zorghotel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 1 september 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Borne. Eiser had verzocht om intrekking van de omgevingsvergunning voor de bouw van een zorghotel op een perceel in Zenderen. Het college heeft dit verzoek afgewezen, wat heeft geleid tot een beroep van eiser. De rechtbank heeft het beroep op 12 augustus 2021 behandeld. Eiser werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, ing. M.H. Middelkamp, terwijl het college werd vertegenwoordigd door mr. I.T.T. Taken.
De rechtbank overwoog dat de intrekking van een omgevingsvergunning geen verplichting is, maar een bevoegdheid van het college. Eiser stelde dat de vergunning ten onrechte was verleend zonder de benodigde natuurtoestemming op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb). De rechtbank oordeelde dat er geen wettelijke grondslag was voor intrekking van de vergunning op basis van het ontbreken van deze toestemming, aangezien deze niet was aangehaakt in de vergunning. Bovendien was de vergunning onherroepelijk geworden na een eerdere uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
De rechtbank concludeerde dat het college in redelijkheid had kunnen besluiten om de omgevingsvergunning niet in te trekken, ondanks de stillegging van de bouwwerkzaamheden. De belangen van de vergunninghouder waren zwaarder gewogen dan die van eiser. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.