ECLI:NL:RBOVE:2021:4087

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
21 september 2021
Publicatiedatum
1 november 2021
Zaaknummer
8952587 \ CV EXPL 21-6
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van kredietovereenkomst en beoordeling van precontractuele informatieverplichtingen in online koopovereenkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Enschede, op 21 september 2021 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen ARVATO FINANCE B.V., H.O.D.N. AFTERPAY als eiseres en een gedaagde die niet is verschenen. De procedure betreft een verstekvonnis waarbij de kantonrechter ambtshalve de koopovereenkomst heeft getoetst aan de precontractuele en contractuele informatieverplichtingen zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. De eiseres heeft gesteld dat de koopovereenkomst is gesloten in een webwinkel en dat voldaan is aan de informatieverplichtingen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de essentiële informatie op duidelijke wijze is verstrekt, met uitzondering van de informatie over het herroepingsrecht, wat niet in de factuur was opgenomen. Hierdoor is de kredietovereenkomst vernietigd op basis van artikel 3:53 jo 6:203 BW. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 42,77 aan eiseres en in de proceskosten, die zijn begroot op € 249,85. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer : 8952587 \ CV EXPL 21-6
Vonnis van 21 september 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap
ARVATO FINANCE B.V., H.O.D.N. AFTERPAY,
gevestigd en kantoorhoudende te Heerenveen,
eisende partij,
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 25 mei 2021;
- de akte van 20 juli 2021.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Hetgeen is overwogen bij het voormelde tussenvonnis dient hier als ingelast te worden beschouwd.
2.2.
Eiseres heeft bij akte haar stellingen nader toegelicht en daarbij stukken overgelegd. Hierna zal – voor zover van belang – worden ingegaan op de nadere toelichting en stukken van eiseres.
online koopovereenkomst
2.3.
De vordering is gebaseerd op een koopovereenkomst op afstand met betrekking tot een zaak tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet ter bescherming van de consument onder meer aan de wettelijke (pre)contractuele informatieverplichtingen van de artikelen 6:230m en 6:230v Burgerlijk Wetboek (BW) worden voldaan. Artikel 6:230m BW bepaalt welke informatie moet worden verstrekt, artikel 6:230v BW bepaalt de wijze waarop die informatie moet worden gegeven. Dat verschilt naar gelang de aard en de inhoud van de overeenkomst. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd.
2.4.
Volgens genoemde bepalingen dient de handelaar de consument op duidelijke en begrijpelijke wijze te informeren over onder meer de voornaamste kenmerken van de zaak of dienst, de identiteit van de handelaar, waar en hoe de handelaar kan worden bereikt, de totale prijs en eventuele verdere kosten, de mogelijkheid van herroeping en de kosten van retournering. Uitdrukkelijk merkt de kantonrechter op dat dit slechts een samenvatting is van de kern van deze bepalingen. De kantonrechter verwijst naar hetgeen in die bepalingen verder is vermeld en attendeert erop dat afhankelijk van de aard van de zaak meer of minder informatie wordt verlangd.
handelaar moet informeren
2.5.
Wat de wijze van verstrekking van de informatie betreft kan de handelaar naar het oordeel van de kantonrechter niet volstaan met het opnemen daarvan in algemene voorwaarden. Tijdens het verkoopproces dient de consument stap voor stap langs deze informatie te worden geleid, zodat er geen enkel misverstand kan ontstaan over de vraag of de gemiddelde consument deze informatie bewust onder ogen heeft gekregen. Het gebruik van ‘kleine lettertjes’, zo blijkt uit de Kamerstukken, is in dat verband niet aanvaardbaar.
De handelaar moet de genoemde informatie op een duurzame gegevensdrager aan de consument verstrekken. Dit moet gebeuren bij het sluiten van de overeenkomst, of in ieder geval binnen een redelijke termijn daarna, uiterlijk bij de levering van de zaken. Zo’n duurzame gegevensdrager kan een brief zijn, een e-mailbericht, een pdf-bestand of zelfs een factuur, op voorwaarde dat daarin alle informatie is opgenomen.
eiseres moet voldoende stellen en onderbouwen
2.6.
In geval van een procedure dient eiseres te stellen dat aan al deze verplichtingen is voldaan, daargelaten of eiseres zelf de verkopende partij is of via een cessie of anderszins in de rechten van de verkopende partij is getreden. Deze stellingen moeten ook worden onderbouwd met bewijsstukken, zoals algemene voorwaarden, de duurzame gegevensdrager en een al dan niet in printscreens vastgelegd verslag van het bestelproces dat de consument doorloopt, waaruit blijkt hoe en waar de betreffende informatie is verstrekt. Kort gezegd, eiseres dient inzichtelijk te maken wat de klant te zien heeft gekregen en dat daarmee aan de wettelijke verplichtingen is voldaan.
wat betekent dat voor deze zaak
2.7.
In deze zaak heeft eiseres gesteld dat de koopovereenkomst is gesloten in een webwinkel. Er is gesteld dat is voldaan aan de precontractuele en contractuele informatieverplichtingen doordat de in artikel 6:230m BW genoemde informatie is getoond tijdens het bestelproces op de website en in de bevestiging van de bestelling. Tevens heeft eiseres printscreens van het bestelproces en de bevestiging overgelegd.
2.8.
De kantonrechter is van oordeel dat er is voldaan aan de wettelijke precontractuele informatieverplichtingen doordat tijdens het bestelproces de essentiële informatie is verstrekt aan de gedaagde op duidelijke en begrijpelijke wijze.
2.9.
Wat betreft de wettelijke contractuele informatieverplichtingen overweegt de kantonrechter als volgt. Eiseres heeft voldaan aan deze informatieverplichtingen, met uitzondering van de informatieverplichting ten aanzien van het herroepingsrecht. In de factuur van 27 januari 2018, die kan worden gezien als een duurzame gegevensdrager, is niet opgenomen of de gedaagde al dan niet een herroepingsrecht toekomt. Daarom moet het ervoor worden gehouden dat de contractuele informatieverplichtingen op dit onderdeel niet zijn nageleefd.
2.10.
De kantonrechter zal in afwachting van de beantwoording van prejudiciële vragen van de rechtbanken Noord-Nederland (29 september 2020, ECLI:NL:RBNNE:2020:3353) en Amsterdam (21 december 2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:6481) aan de Hoge Raad vooralsnog niet overgaan tot het verbinden van gevolgen aan het niet (in alle opzichten) voldaan hebben aan de hierboven besproken (pre)contractuele informatieverplichtingen, afgezien van toepassen van de specifieke sancties die de wet op enkele van de informatieverplichtingen stelt. Daarbij is van belang dat de gedaagde de gekochte zaken kennelijk zonder commentaar heeft behouden.
kredietovereenkomst
2.11.
Eiseres stelt voorts bij akte – samengevat en voor zover van belang – het volgende over het krediet. Gedaagde kiest bij het aangaan zelf voor de mogelijkheid achteraf te betalen. De webshop biedt deze service gratis aan. De overeenkomst is zo opgesteld dat deze onder de uitzondering van artikel 7:58 lid 2 onder e BW valt. Er is dan ook geen krediettoets afgenomen. Alle voorwaarden worden vooraf kenbaar gemaakt, waarbij ook duidelijk is gemaakt dat er geen kosten in rekening worden gebracht voor de kredietverstrekking, alleen bij te late betaling worden administratiekosten (incassokosten) in rekening gebracht. De administratiekosten zijn in dit geval de incassokosten, zoals opgenomen in artikel 6.2 en 6.3 van de betaalvoorwaarden. Deze vergoeding ziet alleen op de incassokosten die op grond van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) worden berekend. De kosten zijn dus wel aan een maximum gebonden. Er worden geen andere kosten in rekening gebracht voor de kredietverstrekking.
2.12.
De kantonrechter overweegt als volgt. De stelling van eiseres dat op grond van de algemene voorwaarden bij te late betaling alleen wettelijke incassokosten in rekening worden gebracht, blijkt niet uit de door eiseres bedongen voorwaarden. De in artikel 6.3 van die voorwaarden bedongen kosten, waar zij in haar akte naar verwijst, betreffen de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten met een minimum van € 40,00. Zoals reeds bij tussenvonnis is overwogen heeft eiseres echter in artikel 6.2 van haar algemene voorwaarden ook administratiekosten bedongen bij te late betaling. Deze kosten zijn niet gespecificeerd en er is ook geen maximumbedrag bedongen.
2.13.
Op grond van de hierboven genoemde voorwaarden kan eiseres bij verzuim een door haar zelf te bepalen bedrag aan administratiekosten, alsmede de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten conform het Besluit bij de consument in rekening brengen.
2.14.
Voorts heeft eiseres op grond van haar algemene voorwaarden (artikel 2.4 van de bij dagvaarding geciteerde voorwaarden, artikel 2.2 van de bij akte overgelegde algemene voorwaarden) bedongen eventuele kosten van betaling of andere kosten in geval van retournering van de door de consument gedane bestelling niet te restitueren. Eiseres heeft deze kosten niet toegelicht.
2.15.
Gelet op het voorgaande is er geen aanleiding om terug te komen op hetgeen bij tussenvonnis is overwogen over de kredietovereenkomst. De kredietovereenkomst wordt vernietigd.
2.16.
Zoals bij tussenvonnis is overwogen, moet ingevolge artikel 3:53 j° 6:203 BW gedaagde bij vernietiging van de overeenkomst in beginsel het geleende geld aan eiseres terugbetalen (zonder rente en kosten) en moet eiseres de reeds betaalde krediet- en vertragingsvergoeding (rente) terugbetalen aan gedaagde. Gedaagde heeft € 42,77 (€ 50,75 - € 0,47 en € 0,48 (aan Afterpay) - € 7,03 (betalingen)) van eiseres geleend. Gedaagde heeft tweemaal een betaling gedaan, zodat dit bedrag dan ook wordt toegewezen.
proceskosten
2.17.
Gedaagde zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten voor de genomen akte blijven echter voor rekening van eiseres, aangezien het aan haarzelf is te wijten dat het nodig was deze extra akte op te stellen. Op basis van het toe te wijzen bedrag worden de kosten aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op:
- explootkosten € 86,85
- griffierecht € 126,00
- salaris gemachtigde
€ 37,00(1 punt x het geldende liquidatietarief)
totaal € 249,85.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt gedaagde aan eiseres een bedrag te betalen van € 42,77;
3.2.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van eiseres begroot op € 249,85;
3.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J.S. Groeneveld-Koekkoek, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 21 september 2021
.(HRP)