ECLI:NL:RBOVE:2021:4140

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
2 november 2021
Publicatiedatum
4 november 2021
Zaaknummer
9309814 \ CV EXPL 21-2632
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis in een verstekzaak over consumentenkrediet en informatieverplichtingen

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Overijssel, heeft T-Mobile Netherlands B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde die niet is verschenen. De vordering betreft een bedrag van € 311,61, dat bestaat uit onbetaalde abonnementskosten, onbetaalde kredietaflossingen en een schadevergoeding wegens ontbinding van de overeenkomst. T-Mobile stelt dat er een overeenkomst is gesloten voor het leveren van telecommunicatiediensten en dat de gedaagde een telefoon heeft ontvangen, waarvan de waarde diende te worden afbetaald. T-Mobile betoogt dat zij niet verplicht was om de kredietwaardigheid van de gedaagde voorafgaand aan de kredietovereenkomst te toetsen, gezien de hoogte van het krediet.

De kantonrechter heeft in deze tussenvonnis de verplichtingen van artikel 6:230l BW besproken, dat de handelaar verplicht om de consument voorafgaand aan de overeenkomst te informeren over de voornaamste kenmerken van de dienst, de identiteit van de handelaar, de totale prijs en eventuele bijkomende kosten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat T-Mobile niet heeft aangetoond dat zij aan deze informatieverplichtingen heeft voldaan. Bovendien is de kantonrechter van mening dat de kredietwaardigheid van de gedaagde altijd op basis van bewijsstukken moet worden getoetst, ongeacht de hoogte van het krediet.

De kantonrechter heeft T-Mobile in de gelegenheid gesteld om zich schriftelijk uit te laten over verschillende punten, waaronder de informatieverplichtingen en de kosten voor een papieren factuur. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling, waarbij T-Mobile de kans krijgt om haar standpunt te verduidelijken. De beslissing van de kantonrechter is openbaar uitgesproken op 2 november 2021.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer : 9309814 \ CV EXPL 21-2632
Vonnis van 2 november 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
T-MOBILE NETHERLANDS B.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
eisende partij, hierna te noemen T-Mobile,
gemachtigde: Van Es gerechtsdeurwaarders & incasseerders Rotterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde] ,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- het tegen [gedaagde] verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
T-Mobile vordert [gedaagde] , bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 311,61 (€ 267,45 aan hoofdsom, € 4,16 aan wettelijke rente en € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten) vermeerderd met de wettelijke rente over
€ 267,45 vanaf 5 juni 2021 tot de dag der algehele voldoening en met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
2.2.
Kort gezegd heeft zij hiertoe aangevoerd dat partijen in de winkel een overeenkomst hebben gesloten voor het leveren van telecommunicatiediensten. Daarnaast heeft [gedaagde] een telefoon ontvangen van T-Mobile, waarvan de waarde gedurende de contractperiode diende te worden afbetaald. Volgens T-Mobile is er sprake van consumentenkrediet. Gezien de hoogte van het krediet was T-Mobile niet gehouden om de kredietwaardigheid van [gedaagde] voorafgaand aan de totstandkoming van de kredietovereenkomst te toetsen op grond van bewijsstukken, aldus T-Mobile.
Op de overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van T-Mobile van toepassing. De vordering heeft betrekking op onbetaalde abonnementskosten, onbetaalde kredietaflossingen, het restant van het verleende krediet en een schadevergoeding wegens de ontbinding van de overeenkomst. T-Mobile heeft [gedaagde] hiervoor facturen gestuurd. [gedaagde] heeft deze facturen onbetaald gelaten.

3.De beoordeling

De verplichtingen van artikel 6:230l BW
3.1.
De vordering is gebaseerd op een overeenkomst, anders dan een overeenkomst op afstand of buiten de verkoopruimte gesloten. Aldus is er sprake van een situatie als bedoeld in artikel 6:230l van het Burgerlijk Wetboek (BW). Bij het sluiten van een dergelijke overeenkomst moet ter bescherming van de consument onder meer aan de wettelijke precontractuele informatieverplichtingen worden voldaan, zoals die in dat artikel zijn opgesomd. Het doel van deze bepaling is de consument de mogelijkheid te geven een weloverwogen besluit te nemen over de verplichting die wordt aangegaan. Een verwijzing achteraf naar waar de informatie als bedoeld in artikel 6:230l BW kan worden gevonden is, gelet op voornoemd doel, niet afdoende.
3.2.
De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat artikel 6:230l BW wordt nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd. Hoewel bij dit soort overeenkomsten tot op heden niet (uitdrukkelijk) ambtshalve is getoetst, zal de kantonrechter daartoe vanaf nu wel overgaan.
3.3.
Ingevolge artikel 6:230l BW dient de handelaar de consument op duidelijke en begrijpelijke wijze te informeren over – onder andere – de voornaamste kenmerken van de zaak of dienst, de identiteit van de handelaar, de totale prijs van de zaak of dienst of, indien door de aard van de zaak of de dienst de prijs niet vooraf kan worden berekend, de wijze waarop de prijs wordt berekend en of er bijkomende kosten verschuldigd zijn. Ook dient te worden gewezen op de wijze van betaling en, voor zover van toepassing, de duur van de overeenkomst of de wijze waarop de overeenkomst eindigt. Uitdrukkelijk zij er op gewezen dat dit slechts een samenvatting is van de kern van deze bepaling. De kantonrechter verwijst voor het overige naar hetgeen in die bepaling verder is vermeld en attendeert erop dat afhankelijk van de aard van de zaak meer of minder informatie wordt verlangd.
3.4.
In geval van een procedure dient T-Mobile te stellen dat aan deze verplichtingen is voldaan. T-Mobile moet inzichtelijk maken welke informatie aan de consument is verstrekt voordat de overeenkomst werd gesloten en dat daarmee aan de wettelijke verplichtingen is voldaan.
3.5.
T-Mobile heeft niet onderbouwd gesteld dat de in artikel 6:230l BW genoemde precontractuele informatie aan [gedaagde] is verstrekt voordat de overeenkomst tot stand is gekomen. Niet (onderbouwd) gesteld is hoe de contractsluiting is verlopen en welke informatie gedurende dit proces inzichtelijk is gemaakt. Hierover wenst de kantonrechter een nadere, onderbouwde, toelichting.
De kredietwaardigheidstoets
3.6.
T-Mobile heeft gesteld dat zij de kredietwaardigheid van [gedaagde] heeft getoetst, maar dat deze toets niet hoeft te zijn gebaseerd op stukken gezien de hoogte van het krediet.
3.7.
Indien T-Mobile gehouden is om de kredietwaardigheid te toetsen, moet deze toets altijd zijn gebaseerd op door de consument overgelegde bewijsstukken. De richtlijn 2008/48, de Europese grondslag voor deze toets, maakt ten aanzien van de kredietwaardigheidstoets geen onderscheid tussen kredieten waarbij de toets wel en niet op schriftelijke stukken zou moeten worden gebaseerd. Artikel 4:34 Wft doet dat evenmin. In alle gevallen dient de kredietgever dus over schriftelijke stukken te beschikken op grond waarvan zij de kredietwaardigheid van de consument kan toetsen.
3.8.
Mogelijk kan er sprake zijn van een zogenaamd “zacht krediet” (vgl. ECLI:NL:HR:2014:1385, HR 13 juni 2014), een krediet zonder kosten, maar dit heeft T-Mobile niet gesteld. Wel heeft zij gesteld in punt 18 van de dagvaarding dat ter zake van het consumentenkrediet geen overige kosten in rekening zijn gebracht. Het is de kantonrechter niet duidelijk wat wordt verstaan onder ‘overige kosten’ en of T-Mobile hiermee beoogt te stellen dat er geen kosten zijn verbonden aan het toestelkrediet. T-Mobile zal in de gelegenheid worden gesteld om zich hierover uit te laten.
Kosten papieren factuur
3.9.
Uit de overgelegde facturen blijkt dat T-Mobile kosten voor ‘papieren factuur’ in rekening heeft gebracht. Het is de kantonrechter onduidelijk of [gedaagde] voorafgaand aan de overeenkomst is geïnformeerd over deze kosten. Ook is het de kantonrechter niet duidelijk waarom deze kosten in rekening worden gebracht, nu partijen de overeenkomst als betalingswijze ‘automatische incasso, Factuur online’ zijn overeengekomen. Wanneer en op welke wijze is dit omgezet in ‘papieren factuur’?
Schadevergoeding
3.10.
T-Mobile heeft gesteld dat zij schadevergoeding wegens ontbinding van de overeenkomst heeft gevorderd. Op grond waarvan wordt deze schadevergoeding gevorderd?
3.11.
T-Mobile wordt in de gelegenheid gesteld zich over deze punten uit te laten.
3.12.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
verwijst de zaak naar de rolzitting van
dinsdag 16 november 2021, waarop
T-Mobile zich schriftelijk kan uitlaten over hetgeen is overwogen onder 3.5., 3.8., 3.9., 3.10.,
4.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J.S. Groeneveld-Koekkoek, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 2 november 2021.