Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te [woonplaats] ,
1.De procedure
2.Het geschil
3.De beoordeling
4.De beslissing
dinsdag 16 november 2021, waarop
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Overijssel, heeft T-Mobile Netherlands B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde die niet is verschenen. De vordering betreft een bedrag van € 311,61, dat bestaat uit onbetaalde abonnementskosten, onbetaalde kredietaflossingen en een schadevergoeding wegens ontbinding van de overeenkomst. T-Mobile stelt dat er een overeenkomst is gesloten voor het leveren van telecommunicatiediensten en dat de gedaagde een telefoon heeft ontvangen, waarvan de waarde diende te worden afbetaald. T-Mobile betoogt dat zij niet verplicht was om de kredietwaardigheid van de gedaagde voorafgaand aan de kredietovereenkomst te toetsen, gezien de hoogte van het krediet.
De kantonrechter heeft in deze tussenvonnis de verplichtingen van artikel 6:230l BW besproken, dat de handelaar verplicht om de consument voorafgaand aan de overeenkomst te informeren over de voornaamste kenmerken van de dienst, de identiteit van de handelaar, de totale prijs en eventuele bijkomende kosten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat T-Mobile niet heeft aangetoond dat zij aan deze informatieverplichtingen heeft voldaan. Bovendien is de kantonrechter van mening dat de kredietwaardigheid van de gedaagde altijd op basis van bewijsstukken moet worden getoetst, ongeacht de hoogte van het krediet.
De kantonrechter heeft T-Mobile in de gelegenheid gesteld om zich schriftelijk uit te laten over verschillende punten, waaronder de informatieverplichtingen en de kosten voor een papieren factuur. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling, waarbij T-Mobile de kans krijgt om haar standpunt te verduidelijken. De beslissing van de kantonrechter is openbaar uitgesproken op 2 november 2021.