Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- het tussenvonnis van 23 september 2020
- het deskundigenbericht van 30 maart 2021
- de conclusie na deskundigenbericht van Rabobank
- de antwoordconclusie na deskundigenbericht van [gedaagde]
- de akte uitlating producties zijdens Rabobank.
2.De verdere beoordeling
Wat vooraf ging
- verwijderen kit zaagsneden ad € 600,-
- demontage/herplaatsen bruggen in verband met diepe zaagsneden ad € 3.500,-
- dieper inzagen zaagsneden ad € 500,-
- diamantschuren van de vloeren inclusief verwijderen van losse delen ad € 875,-
- injecteren scheuren en gaten repareren ad € 800,-
- kitvoegen leveren en aanbrengen ad € 600,-
- gietvloer, epoxy D80, inclusief eventuele coating/topcoating/antislip ad € 9.590,-
“Indien niet wordt voldaan aan de eis, dient de gehele vloer vervangen te worden v.r.v. de aannemer”.De schade van [gedaagde] is dan ook gelegen in de kosten die gemoeid gaan met het tot stand brengen van de vloer die [gedaagde] met Saterslo was overeengekomen. [gedaagde] verzoekt de rechtbank dan ook om de deskundige opdracht te geven het deskundigenbericht op dit onderdeel aan te vullen. [gedaagde] legt verder productie A over, waaruit volgens hem volgt dat met de herstelwerkzaamheden – exclusief installatiewerk – een bedrag van € 82.532,- exclusief btw is gemoeid. Als alleen de werkplaats en wasplaats hoeven te worden hersteld, gaat [gedaagde] op basis van diezelfde productie uit van een bedrag van € 37.268,-, exclusief btw. Daarnaast schat [gedaagde] de kosten voor het installatiewerk op € 15.000,-, exclusief btw.
wettelijke rentebetreft, die van toepassing is op handelsovereenkomsten.
Wettelijke handelsrenteis geen begrip dat uit de wet voortvloeit. Aldus is de rechtbank van oordeel dat indien door een partij de wettelijke rente over een geldsom wordt gevorderd en op basis van de feiten kan worden vastgesteld dat de betreffende geldsom uit een handelsovereenkomst voortvloeit, de rechtbank ambtshalve gehouden is de wettelijke rente ex artikel 6:119a BW toe te wijzen.