Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] te [woonplaats] , eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
”
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 12 februari 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiseres, een alleenstaande moeder met een verstandelijke beperking, en de raad van bestuur van de stichting Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Eiseres had een aanvraag ingediend voor een zorgprofiel op basis van de Wet langdurige zorg (Wlz), maar deze aanvraag was door verweerder afgewezen. Verweerder stelde dat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden voor een Wlz-indicatie, omdat er geen grondslag voor een verstandelijke handicap was vastgesteld. Eiseres, bijgestaan door haar gemachtigde, heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft de feiten en het procesverloop in detail onderzocht. Eiseres heeft een IQ van 53 en heeft in het verleden te maken gehad met verschillende problemen, waaronder een belast verleden en psychosociale problematiek. De rechtbank heeft vastgesteld dat er aanwijzingen zijn voor beperkingen in het adaptieve functioneren van eiseres, maar dat er onvoldoende objectieve gegevens uit haar jeugd beschikbaar zijn om de grondslag verstandelijke handicap te onderbouwen. De rechtbank concludeert dat, hoewel er aanwijzingen zijn voor een verstandelijke handicap, niet kan worden vastgesteld dat eiseres blijvend aangewezen is op 24 uur per dag zorg in de nabijheid. De rechtbank oordeelt dat de benodigde zorg planbaar is en dat de Jeugdwet hiervoor bedoeld is.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, maar constateert dat het bestreden besluit niet juist gemotiveerd is. Desondanks is eiseres door dit motiveringsgebrek niet benadeeld, en de rechtbank ziet aanleiding om verweerder te veroordelen in de proceskosten van eiseres. De rechtbank draagt verweerder op het griffierecht aan eiseres te vergoeden en stelt de proceskosten vast op € 1.068,--.