In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 2 maart 2021 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een omgevingsvergunning voor het vestigen van een fietsenwinkel in Enschede. De vergunning was verleend aan Aprisco Retail Parks II B.V. voor het gebruik van het pand aan het Schuttersveld 5. Verzoekers, bestaande uit verschillende fietsenwinkels in Enschede, hebben bezwaar gemaakt tegen deze vergunning en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, omdat zij vreesden voor een onomkeerbare situatie door de opening van de nieuwe winkel.
De voorzieningenrechter heeft op 25 februari 2021 de zitting gehouden, waarbij de verzoekers zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigde, mr. I.C. Dunhof-Lampe, en de verweerder door P. Miller. De rechter oordeelde dat er geen sprake was van een spoedeisend belang, omdat de wijziging van het gebruik van het pand geen bouwkundige wijzigingen met zich meebracht en de verzoekers niet konden aantonen dat zij onmiddellijk failliet zouden gaan door de opening van de nieuwe fietsenwinkel. De voorzieningenrechter benadrukte dat de rechtmatigheid van de omgevingsvergunning kan worden betwist in de bezwaar- en beroepsprocedure.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang aanwezig was. De uitspraak werd gedaan door mr. R.J. van Lochem, in aanwezigheid van griffier Y. van Arnhem. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.