4.4.3Ten aanzien van het onder 1 en 2 ten laste gelegde:het vuurwerk in de Peugeot Partnerenhet vuurwerk in de bunker
De rechtbank komt op grond van de volgende redengevende feiten en omstandigheden, die in de bewijsmiddelenzijn vervat en waarop de bewezenverklaring steunt, tot een (partiële) bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde.
De feiten en omstandigheden
De gedane observatie en de geregistreerde bakengegevens
Bij een observatie op maandag 25 september 2017 is door verbalisanten het volgende waargenomen. De Peugeot Partner (met het Nederlandse kenteken [kenteken 1] ) reed omstreeks 17:53 uur het [park] in Kevelaer op. Deze Peugeot reed aldaar achterwaarts de bunker [nummer] in. Omstreeks 18:34 uur arriveerde op het Traberpark ook een Iveco-bestelbus (met het Duitse kenteken [kenteken 2] ). [medeverdachte] en verdachte zijn door de verbalisanten herkend als de inzittenden van de genoemde Peugeot. De bestuurder van de Iveco (NN1) sprak buiten de bunker met [medeverdachte] en verdachte. De deur van de bunker werd omstreeks 18:36 uur dichtgedaan. Deze deur ging omstreeks 18:56 weer open. De genoemde Iveco reed met NN1 als bestuurder naar buiten en verliet het Traberpark. Een minuut later reed ook de genoemde Peugeot Partner uit de bunker. Verdachte sloot de bunker af en nam daarna plaats in de Peugeot. [medeverdachte] was de bestuurder van de Peugeot. Verdachte was de bijrijder. De Peugeot verliet vervolgens het Traberpark.
Uit bakengegevens is gebleken dat de Peugeot zich vervolgens gedurende de avond van 21:30 uur tot 23:00 uur heeft opgehouden rondom vliegveld Weeze en bij de bunker op het Traberpark.
De aanhouding van verdachte
Duitse politieambtenaren hebben waargenomen dat verdachte omstreeks 23:54 uur in een Nissan Qashqai (met het Nederlandse kenteken [kenteken 3] ), samen met [naam 1] , het terrein van de loods (Hallencomplex) in Kleve (Duitsland) kwam oprijden. De Duitse autoriteiten hebben verdachte aldaar als verdachte aangehouden. Verdachte is ook gefouilleerd. Hierbij is in zijn rechterbroekzak een contant geldbedrag van € 3.993,77 aangetroffen. In de binnenzak van zijn jeansjack is een contant geldbedrag van € 8.800,-- aangetroffen. Over de herkomst van deze geldbedragen heeft verdachte geen verklaring afgelegd.
De aanhouding van [medeverdachte]
Op dinsdag 26 september 2017 omstreeks 03:40 uur werd de Peugeot Partner (met het kenteken [kenteken 1] ) op de Groenloseweg in Eibergen (Nederland) staande gehouden. Deze auto werd door [medeverdachte] bestuurd. In de laadruimte van de Peugeot werd een grote hoeveelheid vuurwerk aangetroffen. [medeverdachte] is vervolgens als verdachte aangehouden.
Het (aantal stuks) professioneel knalvuurwerk in de Peugeot Partner en de bunker
De Nederlandse politie heeft het bij de aanhouding van [medeverdachte] in de laadruimte van de Peugeot Partner aangetroffen vuurwerk in beslag genomen.Het ging om in totaal ongeveer 509 kilogram (zwaar) knalvuurwerk, welk vuurwerk kan worden aangemerkt als professioneel vuurwerk in de zin van het Vuurwerkbesluit.Het betrof de volgende merken/typen vuurwerk:
- 6 stuks knalvuurwerk (knalstreng Chinese Rol T809, 2016);
- 2000 stuks knalvuurwerk (Apple Traat, Flash Banger Nitraat);
- 3000 stuks knalvuurwerk (Privatex Pyro SRO, Tiger Boom, 2015 50/4/5 PP038 T/B/ Nitraat Flash Banger);
- 300 bangers/vlinders (artikel nr. Vlinder Knalvuurwerk, genaamd Giant Spanish Cracker Special);
- 9 shells/mortierbommen (genaamd Triplex);
- 48 shells/mortierbommen (artikel nr. Shell Mortierbom DS05);
- 36 shells/mortierbommen (artikel nr. Shell Mortierbom FR4116 2011, genaamd Colored Peony 36/1);
- 36 shells/mortierbommen (artikel nr. 4041 Color Peony, genaamd Triples 3 Shell);
- 3 batterij enkelschotsbuizen/flowerbeds (artikel nr. GDMC2-288F4021, genaamd Assorted Cake);
- 1 batterij enkelschotsbuis/flowerbed (genaamd 25/1 Machine Gun Salute Cake 435 schots);
- 2 batterij enkelschotsbuizen/flowerbeds (artikel nr. FC50-15-1, genaamd 15/1 Machine Gun Salute Cake 225 schots);
- 1 batterij enkelschotsbuis/flowerbed (artikel nr. SFC150-H09).
Daarnaast hebben Duitse politieambtenaren op 26 september 2017 omstreeks 08:00 uur de bunker [nummer] op het [park] in Kevelaer doorzocht. De Duitse politieambtenaren hebben aldaar waargenomen dat de bunker met een massieve stalen schuifpoort, met daaraan twee hangsloten, was afgesloten. In deze bunker werden aan de achterwand en aan de rechterwand pallets aangetroffen die beladen waren met dozen met vuurwerk. Dit vuurwerk is in beslag genomen.Uit onderzoek van Nederlandse politieambtenaren is vervolgens gebleken dat het onder meer ging om (zwaar) knalvuurwerk, welk vuurwerk kan worden aangemerkt als professioneel vuurwerk in de zin van het Vuurwerkbesluit.Het betrof de volgende merken/typen vuurwerk:
- 7 shells/mortierbommen (genaamd o.a. SB);
- 3 shells/mortierbommen (genaamd S8 mix);
- 1 shell/mortierbom (genaamd 5K);
- 1 shell/mortierbom (genaamd 2*16);
- 4 shells/mortierbommen (artikel nr. 100A, 100B, 100C en 100D, genaamd (o.a.) Funkenduo en Funkenflash);
- 8 shells/mortierbommen (artikel nr. FM6011);
- 18 shells/mortierbommen (artikel nr. FM6009 (2011 en 2013));
- 66 batterij enkelschotsbuizen/flowerbeds (artikel nr. 1395-F4-0343/2013 (SFC100H09, -H18, -H20 en -H21);
- 1 batterij enkelschotsbuis/flowerbed (artikel nr. XB4014/U31416, genaamd 150 shots mix);
- 3 batterij enkelschotsbuizen/flowerbeds (artikel nr. SFC227, genaamd 227 shots assorted cake);
- 1 batterij enkelschotsbuis/flowerbed (artikel nr. TXB870, genaamd Bat. 600s 1");
- 2 batterij enkelschotsbuizen/flowerbeds (artikel nr. 0163-F4-1649, genaamd R12100);
- 30 batterij enkelschotsbuizen/flowerbeds (artikel nr. GDMC2-288F4021);
- 1 batterij enkelschotsbuis/flowerbed (artikel nr. TXB689, genaamd Happy Salute);
- 6 batterij of mines/flowerbeds (artikel nr. 1395-F4-0451/2016, genaamd Machinegun cake FC-50-15-1);
- 1 batterij enkelschotsbuis/flowerbed (artikel nr. TXB921, genaamd 2" 100S 3 minute);
- 3 batterij of mines/flowerbeds (artikel nr. 1395-F4-0451/2016, genaamd Machine gun Cake 435 shots FC50-25-1);
- 38 batterij enkelschotsbuizen/flowerbeds (artikel nr. 1008-F4-69253882/ CIS088-P01, CIS088-P02, CIS088-P03, CIS088-P04, genaamd Mercury, Venus, Earth en Mars);
- 1 batterij enkelschotsbuis/flowerbed (artikel nr. US2014 258 schots, genaamd US2014 BIG CAKES MIX);
- 1 batterij enkelschotsbuis/flowerbed (artikel nr. C13: FC-425-1 (2012));
- 1 batterij enkelschotsbuis/flowerbed (artikel nr. 1170-F4-02523, genaamd KFC4082 TXB 878);
- 1 batterij enkelschotsbuis/flowerbed (artikel nr. 1008-F4-69253955, genaamd TXB693);
- 1 batterij enkelschotsbuis/flowerbed (artikel nr. 1395-F4-0343/2013, genaamd SFC150-H07);
- 2 batterij enkelschotsbuizen/flowerbeds (artikel nr. 0163-F4-1649/ TXB577017121),
een en ander volgt uit de bevindingen van het nader onderzoek naar de mortierbommen en de flowerbeds en de NFI-deskundigenverklaringen over dit vuurwerk.
[medeverdachte] en verdachte waren niet gecertificeerd om met zulk vuurwerk te werken.
De verklaringen van [medeverdachte] en verdachte
De rechtbank heeft, met inachtneming van de jurisprudentie van de Hoge Raad,acht geslagen op de verklaring die [medeverdachte] op 13 juli 2022 ter terechtzitting heeft afgelegd. [medeverdachte] heeft verklaard dat hij op 25 september 2017 samen met verdachte in de Peugeot Partner (met het kenteken [kenteken 1] ) naar de genoemde bunker is gegaan. Hij zou verdachte helpen. In de bunker heeft [medeverdachte] om die reden voor € 50,-- ‘als knechtje’ de dozen met vuurwerk in de Peugeot Partner geladen. Dit vuurwerk was van verdachte. Het betrof ‘een restantje’. Het inladen heeft [medeverdachte] samen met de eerdergenoemde NN1 gedaan. Dit betrof de Duitser [naam 2] . [medeverdachte] is de persoon geweest die de Peugeot heeft bestuurd.
Verdachte heeft ter terechtzitting van 10 september 2020 verklaard dat een deel van het vuurwerk in de bunker [nummer] op het [park] in Kevelaer van hem was. Hij was een van de personen die een sleutel had van de bunker en daarmee toegang had tot de bunker.Op 13 juli 2022 heeft verdachte ter terechtzitting verklaard dat het in de Peugeot Partner aangetroffen vuurwerk van hem was en ‘een restpartijtje’ betrof. Ook heeft hij verklaard dat de eerdergenoemde [naam 2] in de avond van 25 september 2017 vuurwerk van hem heeft afgenomen.
De getuigenverklaringen over het vuurwerk en de Peugeot Partner
Uit de getuigenverklaringen van [getuige 1] en [getuige 2] volgt dat verdachte in de avond van 25 september 2017 vuurwerk heeft verkocht en dat hij dit ook al vaker had gedaan. [getuige 1] heeft verklaard dat hij op de genoemde datum voor ongeveer € 700,-- aan vuurwerk van verdachte heeft gekocht.Daarnaast heeft [getuige 2] verklaard dat hij meerdere keren vuurwerk van verdachte heeft gekocht. Over de Peugeot Partner (met het kenteken [kenteken 1] ) heeft [getuige 2] verklaard dat hij deze auto op verzoek van verdachte op naam van zijn vrouw [naam 3] heeft laten zetten en dat verdachte deze Peugeot voor 99,9 procent van de tijd heeft gebruikt. Verdachte is volgens [getuige 2] de feitelijke eigenaar van de Peugeot, want verdachte betaalde de aanschafkosten, de belasting, de verzekering en de benzine en gebruikte de auto.De verklaring van [getuige 2] vindt steun in de gegevens van het RDW, waaruit volgt dat de Peugeot Partner op naam stond van de genoemde [naam 3] . Bovendien heeft [naam 3] verklaard dat [getuige 2] de auto op haar naam heeft laten zetten, maar dat de Peugeot feitelijk niet van haar was.Verdachte heeft op de terechtzitting van 13 juli 2022 bevestigd dat hij in ieder geval in de ten laste gelegde periode gebruik heeft gemaakt van de voornoemde Peugeot.
De betrokkenheid van verdachte
De rechtbank stelt op basis van de bewijsmiddelen vast dat verdachte ten minste de volgende betrokkenheid heeft gehad. Verdachte kon in de periode van 25 september 2017 tot en met 26 september 2017 over het professioneel vuurwerk in de Peugeot Partner (met het kenteken met het kenteken [kenteken 1] ) en de bunker [nummer] op het [park] in Kevelaer (Duitsland) beschikken. Verdachte had met een sleutel toegang tot de genoemde bunker en kon aldaar onmiddellijk over al het daar aanwezige vuurwerk beschikken. Of al het in de bunker aanwezige vuurwerk eigendom van verdachte was en/of verdachte al dan niet de (enige) huurder van de bunker was, is niet van belang. Overigens is het door verdachte geschetste alternatieve scenario dat een persoon met de bijnaam ‘ [naam 4] ’ de huurder van de bunker was ook niet aannemelijk geworden. Het vuurwerk in de Peugeot was van verdachte en ook de Peugeot waarin het vuurwerk is geladen was feitelijk van hem. Bovendien heeft verdachte als bijzitter in de Peugeot plaatsgenomen, waarna [medeverdachte] de met vuurwerk geladen Peugeot in Duitsland heeft rondgereden. Verdachte kon aldus in de ten laste gelegde periode feitelijk beslissen over wat hij met het vuurwerk ging doen en heeft dat ook gedaan. Verdachte was zich bovendien bewust van de aanwezigheid van het vuurwerk in de bunker en in de Peugeot. Immers, hij heeft zijn ‘restpartijtje’, een deel van het in de bunker aanwezige vuurwerk, in de Peugeot laten inladen. Op grond van het voorgaande acht de rechtbank van het onder 1 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van 25 september 2017 tot en met 26 september 2017 in Duitsland in de Peugeot Partner (met het kenteken [kenteken 1] ) een grote hoeveelheid (van ongeveer 509 kilogram) vuurwerk voorhanden heeft gehad. Ook acht de rechtbank op grond van het voorgaande van het onder 2 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de genoemde periode in de bunker in Kevelaer een grote hoeveelheid vuurwerk (42 mortierbommen (shells) en 159 flowerbeds) voorhanden heeft gehad.
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het onder 1 primair ten laste gelegde ‘binnen het grondgebied van Nederland brengen’ van vuurwerk, omdat op grond van het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting geen wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om vast te kunnen stellen dat verdachte zich hieraan schuldig heeft gemaakt. Ook zal de rechtbank verdachte van het onder 2 primair ten laste gelegde ‘opslaan’ van vuurwerk vrijspreken, nu niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat voor de bunker [nummer] geen vergunning is verleend om als opslagplaats voor vuurwerk te fungeren.
De rechtbank is voor wat betreft het onder 1 primair ten laste gelegde ‘voorhanden hebben’ van professioneel vuurwerk in Duitsland van oordeel dat op grond van de bewijsmiddelen het medeplegen wettig en overtuigend is bewezen. [medeverdachte] heeft (mede) geholpen om het vuurwerk in de Peugeot te laden. Daarnaast heeft [medeverdachte] als bestuurder in de Peugeot plaatsgenomen, waarna hij de met vuurwerk geladen Peugeot in Duitsland heeft rondgereden. Bovendien bevond verdachte zich in de ten laste gelegde periode niet slechts samen met [medeverdachte] in de Peugeot, want [medeverdachte] heeft in Duitsland ook enkele uren alleen in deze auto gezeten. Op basis hiervan, in samenhang bezien met hetgeen de rechtbank reeds eerder heeft vastgesteld over de betrokkenheid die verdachte ten minste heeft gehad, komt de rechtbank tot de slotsom dat verdachte en [medeverdachte] op een nauwe en bewuste wijze hebben samengewerkt, waarbij ook verdachte een materiële bijdrage heeft geleverd die van voldoende gewicht is om hem als medepleger aan te merken.
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het onder 2 primair ten laste gelegde medeplegen, omdat op grond van het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting geen wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om vast te kunnen stellen dat er ten aanzien van dit feit tussen verdachte en een ander een voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking – gericht op de verboden gedraging – heeft bestaan. De omstandigheid dat [medeverdachte] in de bunker in enige mate over het vuurwerk heeft kunnen beschikken, brengt niet zonder meer met zich dat [medeverdachte] het vuurwerk in de bunker ‘voorhanden heeft gehad’. [medeverdachte] heeft in dat kader verklaard dat hij enkel op verzoek van verdachte heeft geholpen met het overladen van het vuurwerk van de bunker naar een voertuig. Voor een bewezenverklaring van dit bestanddeel is een zekere relatie tussen het vuurwerk en verdachte vereist. Het is de rechtbank niet gebleken dat daar in het geval van [medeverdachte] sprake van is geweest. De rechtbank kan dan ook niet vaststellen dat naast verdachte ook een ander de beschikkingsmacht heeft gehad over het professioneel vuurwerk (42 mortierbommen (shells) en 159 flowerbeds) dat in de genoemde bunker in Kevelaer is aangetroffen. De rechtbank zal verdachte ten aanzien van dit feit aldus als pleger aanmerken.
De rechtbank moet – gelet op artikel 2 van de Wet op de economische delicten en de tenlastelegging – beoordelen of de gedragingen al dan niet opzettelijk door verdachte zijn verricht. Volgens vaste jurisprudentie volstaat zogenoemd ‘kleurloos opzet’: het opzet moet gericht zijn op de feitelijk omschreven gedraging. Het opzet hoeft niet mede op het overtreden van het verbod te zijn gericht.
De rechtbank stelt op basis van de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen vast dat verdachte welbewust geld heeft willen verdienen met de handel in illegaal vuurwerk. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten steeds
opzettelijkdoor verdachte zijn begaan.