In deze zaak vorderde [A] Beheer B.V. (hierna: [A]) betaling van een bedrag van € 5.997,73 van haar dochter [B] wegens onbetaalde facturen en schadeclaims. [A] exploiteerde voorheen een camping en had een factuur gestuurd aan [B] voor (gestelde) door [B] ontvangen en niet afgedragen stagelden, aan [B] overgedragen voorraden en ontstane schade. [B] voerde verweer en stelde dat de vordering moest worden afgewezen. De kantonrechter wees de vordering gedeeltelijk toe, waarbij [B] werd veroordeeld tot betaling van € 3.159,99, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding. De kantonrechter wees de vordering in reconventie van [B] af, waarin zij stelde dat zij ten onrechte stageld had betaald. De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van een standplaatsovereenkomst en dat het door [B] betaalde stageld niet onverschuldigd was betaald. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten droeg.