ECLI:NL:RBOVE:2022:2345
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de aanvraag om een Verklaring Omtrent het Gedrag voor een functie in de zorg, met beoordeling van objectieve en subjectieve criteria
In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) voor de functie van ondersteunend ambulant medewerker volwassenen bij RIBW te Zwolle beoordeeld. Eiseres had eerder een aanvraag ingediend, maar deze werd afgewezen op basis van haar justitiële verleden, waaronder een veroordeling voor zedendelicten. De rechtbank behandelt de procedure die eiseres heeft doorlopen, inclusief haar beroep tegen het niet tijdig beslissen op haar bezwaarschrift en de afwijzing van haar VOG-aanvraag. De rechtbank concludeert dat de verweerder onvoldoende rekening heeft gehouden met de bijzondere omstandigheden van het zedendelict en de ontwikkelingen in het leven van eiseres na haar veroordeling. De rechtbank oordeelt dat de objectieve vaststelling van het risico voor de samenleving in het geval van eiseres had moeten leiden tot afgifte van de VOG op grond van het subjectieve criterium. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en herroept het primaire besluit, waarbij de rechtbank ook de proceskosten en het griffierecht aan eiseres toekent.