Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsmotivering
of omstreeks28 december 2021 te Enschede openlijk, te weten op/aan de Parallelweg,
in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats,in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer 1] , welk geweld bestond uit het
meermalen, althans eenmaal, (met kracht) slaan in/op/tegen het gezicht/hoofd van voornoemde [slachtoffer 1] en/ofmeermalen,
althans eenmaal,(met kracht) schoppen en/of trappen in/op/tegen de knie en/of de hand
, althans het lichaamvan voornoemde [slachtoffer 1] ;
of omstreeks8 januari 2022 te Enschede ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 2] (verdachtes vader) opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen met een door hem, verdachte, bestuurde personenauto
met snel verhogende snelheid, althansmet enige snelheid, is toe
- en/of ingereden
opnaar voornoemde [slachtoffer 2] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
op één of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 8 januari 2022 tot en met 9 januari 2022 te Enschede
en/of Borne, in elk geval in het arrondissement Oost-Nederland (telkens)[slachtoffer 2] (verdachtes vader) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 2]
(middels app
en/of indirect)dreigend de woorden toe te voegen "Ik ga je dood maken, geloof me"
en/of "als ik hier uit ben dan maak ik za allebei dood, dan is het klaar", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
of omstreeks16 maart 2022 te Enschede [slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling, door opzettelijk dreigend
mes/machete,
althans een scherp en/of puntig voorwerp,(duidelijk) zichtbaar aanwezig te hebben voor die [slachtoffer 3]
en/of (daarbij) met dat/die mes/machete, althans scherpe en/of puntige voorwerp, in de richting van die [slachtoffer 3] te steken/slaan/zwaaienen
/of
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
of omstreeks16 maart 2022 te Enschede een wapen van categorie IV, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten een machete
/meszijnde een voorwerp waarvan, gelet op zijn aard en/of de omstandigheden waaronder het werd aangetroffen, redelijkerwijs kon worden aangenomen dat het bestemd was om letsel aan personen toe te brengen en/of te dreigen heeft gedragen.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Bij de vraag of dit feit bewezenverklaard kan worden heeft de rechtbank al de feiten en omstandigheden vastgesteld. In aanvulling daarop overweegt de rechtbank nog dat op het moment dat verdachte de machete pakt, hij aan de linkerzijde van de straat loopt en aangever midden op de straat. Er is slechts sprake van verbale onenigheid tussen beiden tot het moment dat verdachte ervoor kiest om de machete tevoorschijn te halen. Er is geen sprake van gedragingen van aangever die kunnen worden aangemerkt als een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding van verdachte.
Reeds hierom wordt het verweer verworpen.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelde
9.De vordering tenuitvoerlegging
10.De toegepaste wettelijke voorschriften
11.De beslissing
misdrijventot een
gevangenisstrafvoor de duur van
14 (veertien) maanden;
6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte:
bijzondere voorwaardendat verdachte:
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
overtredinggeen straf of maatregel wordt opgelegd;
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 880,97, (zegge: achthonderd en tachtig euro en zevenennegentig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 december 2021 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van zeventiendagen kan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
verlengtde proeftijd van de bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 10 maart 2021 voorwaardelijk opgelegde
gevangenisstraf van twaalf maanden,met een jaar.