In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 11 oktober 2022, staat de vraag centraal of gedaagde nog een bedrag moet betalen aan eiseres, Qwinpro Dak & Wandpanelen B.V., voor werkzaamheden aan het dak en de voorgevel van haar woning. Gedaagde betwist de hoogte van de aanneemprijs en stelt dat er onterecht meerwerk in rekening is gebracht. De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagde grotendeels in het gelijk is gesteld. De overeengekomen aanneemprijs is vastgesteld op € 39.325, terwijl Qwinpro een bedrag van € 40.656 in rekening wilde brengen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een rekenfout in de offerte zat en dat gedaagde redelijkerwijs mocht verwachten dat de aanneemprijs € 39.325 zou zijn.
Daarnaast heeft de kantonrechter geoordeeld dat gedaagde € 3.630,40 moet betalen voor het meerwerk dat betrekking heeft op de gordingen, maar dat gedaagde niet hoeft te betalen voor het meerwerk met betrekking tot houtrot en dekzeilen, omdat dit niet voldoende was onderbouwd of niet was overeengekomen. Verder is vastgesteld dat gedaagde recht heeft op verrekening van de schade aan haar terrein, die niet door de verzekeraar is vergoed, met de vordering van Qwinpro. De kantonrechter heeft Qwinpro veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan gedaagde, omdat Qwinpro grotendeels in het ongelijk is gesteld.
De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken en communicatie tussen partijen in contractuele relaties, vooral bij aannemingsovereenkomsten. De kantonrechter heeft de wettelijke rente toegewezen vanaf 9 maart 2022 tot de dag van volledige betaling.