Uitspraak
1.De procedure
- de akte van [eiseres] ;
- de antwoordakte van [gedaagde] .
Rechtbank Overijssel
In deze vrijwaringszaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 25 oktober 2022 uitspraak gedaan. Eiseres in vrijwaring, die eerder in de hoofdzaak was veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 4.102,05 aan de heer en mevrouw [X] wegens Whatsappfraude, heeft [gedaagde] in vrijwaring aangesproken. Eiseres stelde dat [gedaagde] haar had aangespoord om een bankrekening te openen en dat hij het geld dat door [X] was overgemaakt, zich had toegeëigend. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat eiseres onvoldoende bewijs heeft geleverd om haar stellingen te onderbouwen. Eiseres heeft verklaard dat zij [gedaagde] via iemand anders kende en dat hij haar via Snapchat had benaderd, maar de kantonrechter vond dat de door eiseres overgelegde stukken, waaronder een proces-verbaal van politie, niet voldoende waren om haar claims te staven. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat er geen ondersteunend bewijs was voor de relatie tussen eiseres en [gedaagde] en dat de tegenstrijdige verklaringen van eiseres haar zaak niet versterkten. Daarom heeft de kantonrechter de vorderingen van eiseres afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde]. De proceskosten zijn begroot op € 622,50, met een toevoeging van wettelijke rente en nakosten.