4.1Het aangevraagde project betreft middelzware horeca (café inclusief niet-reguliere zaalverhuur ten behoeve van besloten feesten en partijen van persoonlijke aard, maximaal 20 keer per jaar). Het project is getoetst aan de richtlijnen die in de Handreiking zijn opgenomen voor het omgevingstype ‘rustige woonwijk/rustig buitengebied’. Daarbij is het stappenplan gevolgd dat is opgenomen in bijlage B5.3 van de Handreiking.
Aan stap 1 uit het stappenplan - de richtafstand voor het aspect geluid - wordt voldaan. Volgens de Handreiking geldt voor cafés/bars in het omgevingstype ‘rustige woonwijk/rustig buitengebied’ namelijk een richtafstand van 10 meter tot geluidsgevoelige objecten, terwijl de afstand van het bouwvlak van het sportcafé tot de perceelgrens van het dichtstbij gelegen geluidsgevoelige object, de woning van eiser, 33,8 meter bedraagt. Omdat wordt voldaan aan stap 1 uit het stappenplan, is onaanvaardbare milieuhinder redelijkerwijs uitgesloten en kan verdere toetsing voor wat betreft het aspect geluid in beginsel achterwege blijven.
In de uitspraak van 16 augustus 2019 oordeelde de rechtbank echter dat uit de omstandigheid dat aan de richtafstand van 10 meter wordt voldaan, niet noodzakelijkerwijs volgt dat sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Daarom is het stappenplan uit bijlage B5.3 van de Handreiking verder gevolgd.
In dit geval wordt niet voldaan aan stap 2 uit het stappenplan, omdat uit het akoestisch onderzoek blijkt dat het aangevraagde project niet voldoet aan de volgens de Handreiking geldende richtwaarden voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (45 dB(A) voor de dagperiode, 40 dB(A) voor de avondperiode en 35 dB(A) voor de nachtperiode).
Als niet wordt voldaan aan stap 2 uit het stappenplan, kunnen op grond van stap 3 grenswaarden voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau op de gevels van gevoelige gebouwen (woningen) worden toegestaan van 50 dB(A) voor de dagperiode, 45 dB(A) voor de avondperiode en 40 dB(A) voor de nachtperiode. Dat zijn de geluidgrenswaarden uit het Activiteitenbesluit milieubeheer (het Activiteitenbesluit). Die normen zijn in dit geval acceptabel, omdat het voorgaande bestemmingsplan ‘ [straatnaam] en omgeving’ in de kantine ook horeca toestond. In het bestemmingsplan ‘ [plaats] ’ is de mogelijkheid om de kantine mede als café te gebruiken echter bij vergissing niet opnieuw bestemd. Daarnaast wordt het kantinegedeelte van de sporthal al sinds jaar en dag aan commerciële horeca-exploitanten verhuurd en hebben de exploitanten door de jaren heen diverse geluid-reducerende maatregelen uitgevoerd.
Als nog één aanvullende maatregel wordt uitgevoerd, blijkt uit het akoestisch onderzoek dat het aangevraagde project kan voldoen aan de op basis van stap 3 uit het stappenplan te hanteren grenswaarden. Deze aanvullende maatregel betreft het reduceren van de geluidemissie van de keukenafzuiging met 5 dB door het plaatsen van een extra geluiddemper tussen de ventilator en de uitblaas-opening naar buiten.
Verder is in het akoestisch onderzoek ook de indirecte geluidhinder onderzocht. Daarbij is de geluidemissie van het stemgeluid van aankomende en vertrekkende bezoekers en het aan- en afrijden van bezoekersverkeer berekend. De berekende geluidniveaus van deze indirecte geluidhinder voldoen ruimschoots aan de grenswaarde van 50 dB(A) uit de circulaire Beoordeling geluidhinder wegverkeer in verband met vergunningverlening Wm (de Schrikkelcirculaire).
Maximale geluidniveaus zullen ter plaatse van de woning van eiser het hoogst zijn als gevolg van verkeer/bezoekers op het kleine parkeerterrein. Dit wordt beschouwd als indirecte hinder en in het kader van indirecte hinder worden maximale geluidniveaus niet beoordeeld.
Het standpunt van verweerder
5. Verweerder is van mening dat uit de rapporten van Rho volgt dat het aangevraagde project in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening en niet tot een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat voor de omgeving leidt. Daarbij heeft verweerder in het bestreden besluit gesteld dat het dichtstbij gelegen parkeervak op circa 25 meter van eisers woning ligt en dat het van belang blijft om deze parkeerplaats mee te nemen in de geluidsbeoordeling. Mocht het sportcafé door de sportverenigingen worden geëxploiteerd, dan is dat tot één uur na de laatste training of wedstrijd geopend. Door die openstelling zal in de avondperiode het geluidsniveau van dichtslaande autodeuren en dergelijke in het dichtstbijzijnde parkeervak bij het sportcafé (de kleine parkeerplaats) beperkt zijn. Mocht het sportcafé weer worden uitgebaat door een exploitant, dan zijn ruimere openingstijden mogelijk en zijn aanvullende maatregelen nodig voor het gebruik van de kleine parkeerplaats. Die aanvullende maatregelen houden in dat de kleine parkeerplaats beperkt toegankelijk wordt gemaakt, in die zin dat alleen het gebruik van drie parkeerplekken wordt opengesteld voor minder validen. Op de overige parkeerplekken worden dan grote bakken met bloemen en planten geplaatst, zodat die niet meer voor het parkeren van auto’s kunnen worden gebruikt, aldus verweerder in het bestreden besluit.
Het standpunt van eiser
6. Eiser is van mening dat de verleende omgevingsvergunning zijn woon- en leefklimaat onaanvaardbaar aantast en dat het vergunde project in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Daarbij gaat het hem vooral om de overlast die hij verwacht van het gebruik van de kantine als café na 23:00 uur en van de zaalverhuur voor feesten partijen. Volgens eiser heeft verweerder zich er onvoldoende van vergewist dat de door Rho uitgevoerde onderzoeken op zorgvuldige wijze hebben plaatsgevonden en zijn de gebreken in de ruimtelijke onderbouwing die de rechtbank in de uitspraak van 16 augustus 2019 heeft genoemd nog steeds aanwezig. Ook berust het akoestisch onderzoek niet op juiste uitgangspunten of is onvoldoende duidelijk dat de uitgangspunten van dat onderzoek juist zijn. In dit verband heeft eiser de volgende punten genoemd:
- onvoldoende duidelijk is waarop de aanname is gebaseerd dat 100 bezoekers in de
avondperiode aankomen en in de nachtperiode vertrekken en dat die bezoekers
gemiddeld twee minuten pratend op het buitenterrein voor het sportcafé aanwezig zijn;
- niet is gewaarborgd dat de bronsterkte die in het akoestisch rapport is gebruikt voor
het berekenen van de geluidemissie van stemgeluid van bezoekers op de [straat] juist is;
- niet is gewaarborgd dat maximaal 12 personen tegelijkertijd van het terras gebruik
maken en dat maximaal 6 personen tegelijkertijd op het terras met stemverheffing spreken;
- nog steeds is onvoldoende inzichtelijk gemaakt wat de vergunde bedrijfssituatie
precies is, en dan met name wat de omvang van de reguliere café-activiteiten is en wat
de gevolgen daarvan zijn voor de omgeving;
- miskend is dat, als de kleine parkeerplaats gedeeltelijk wordt afgesloten, nog meer
mensen langs de weg voor en tegenover zijn huis zullen parkeren.
Verder is eiser van mening dat in het bestreden besluit geen volledige en voldoende gemotiveerde belangenafweging is gemaakt en dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom voor de geluidsnormen kan worden aangesloten bij de grenswaarden uit het Activiteitenbesluit in plaats van bij de richtwaarden uit de Handreiking.
Ter onderbouwing van zijn standpunt dat de rapporten van Rho niet aan het bestreden besluit ten grondslag kunnen worden gelegd, heeft eiser twee notities overgelegd van Vliex Akoestiek en Lawaaibeheersing (Vliex), met dagtekeningen 29 november 2021 en 26 januari 2022.
Beoordeling van het beroep