ECLI:NL:RBOVE:2022:4039

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
6 december 2022
Publicatiedatum
7 april 2023
Zaaknummer
9611844 \ CV EXPL 21-3082
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontbinding huurovereenkomst en ontruiming woning wegens ernstige overlast voor buren

In deze zaak vordert Stichting Welbions, een woningstichting, de ontbinding van de huurovereenkomst met gedaagden [A] c.s. en de ontruiming van de door hen gehuurde woning. De vordering is gebaseerd op structurele ernstige overlast die [A] c.s. veroorzaken voor hun buren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs is van deze overlast, waaronder geluidsoverlast en intimidatie, en heeft de vordering tot ontbinding en ontruiming toegewezen, met een ontruimingstermijn tot 1 februari 2023 om [A] c.s. de gelegenheid te geven een andere woning te vinden. Daarnaast heeft de kantonrechter de vordering van [A] c.s. in reconventie, waarin zij een verklaring voor recht vorderen dat er sprake is van een burengeschil en dat Welbions tekortgeschoten is in haar verplichtingen, afgewezen. De kantonrechter oordeelt dat Welbions voldoende heeft gedaan om de overlast aan te pakken en dat er geen verplichting was om de gevraagde informatie te verstrekken. De proceskosten zijn toegewezen aan Welbions, die in deze procedure in het gelijk is gesteld.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: 9611844 \ CV EXPL 21-3082
Vonnis van 6 december 2022
in de zaak van
STICHTING WELBIONS,
te Hengelo,
eisende partij,
hierna te noemen: Welbions,
gemachtigde: mr. W.A. Kempe,
tegen

1.[A] ,

te [woonplaats] ,
2 .
[B],
te [woonplaats] ,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: [A] c.s.,
gemachtigde: mr. D.F. Briedé.

1.Samenvatting

1.1.
Welbions verhuurt een woning aan [A] c.s. Zij vordert (onmiddellijke) ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning, omdat [A] c.s. overlast veroorzaken voor hun naaste buren. Daarnaast vordert zij een vergoeding voor elke ingegane maand dat [A] c.s. na ontbinding nog in de woning verblijven. [A] c.s. voeren verweer en vorderen in reconventie een verklaring voor recht dat er sprake is van een burengeschil en een verklaring voor recht dat Welbions toerekenbaar is tekortgeschoten tegenover hen door de buren onvoldoende aan te spreken op de klachten van [A] c.s., door niet tijdig buurtbemiddeling in te zetten en bij de buren aan te dringen op deelname daaraan en door niet tijdig de verslagen van de klachten aan [A] c.s. te sturen en hun visie daarop te vragen. Daarnaast vorderen zij dat Welbions een gedragsaanwijzing opgelegd krijgt, inhoudende dat zij buurtbemiddeling of mediation op moet starten.
1.2.
Naar het oordeel van de kantonrechter is uit de stukken en tijdens de mondelinge behandeling komen vast te staan dat [A] c.s. structureel ernstige overlast voor omwonenden veroorzaken. De kantonrechter wijst de vordering tot ontbinding en ontruiming toe, echter per 1 februari 2023, om [A] c.s. iets meer tijd te geven om een andere woning te vinden. De gevorderde vergoeding voor elke ingegane maand dat [A] c.s. na ontbinding in de woning verblijven, wordt ook toegewezen. De in reconventie gevorderde verklaring voor recht dat er sprake is van een burengeschil en de gevorderde gedragsaanwijzing worden afgewezen, omdat [A] c.s. daar geen belang bij hebben. De gevorderde verklaring voor recht dat Welbions is tekortgeschoten tegenover [A] c.s. wordt ook afgewezen, omdat nergens uit is gebleken dat Welbions verplicht is de genoemde handelingen uit te voeren, dan wel dat zij dit niet gedaan heeft. Van enig tekortschieten door Welbions is dus geen sprake.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 22 maart 2022, waarin de kantonrechter in overweging heeft gegeven om mediation te proberen,
- het bericht van Bureau Mediation van de rechtbank van 8 juni 2022 dat partijen een mediationtraject hebben gevolgd, maar geen overeenstemming hebben bereikt,
- de conclusie van antwoord in reconventie tevens akte houdende aanvullende producties 18 tot en met 41 van 22 juni 2022,
- de aanvullende producties 42 tot en met 50 van Welbions ontvangen door de griffie op 26 oktober 2022,
- de aanvullende producties 9 tot en met 12 van [A] c.s. ontvangen door de griffie op 3 november 2022,
- de mondelinge behandeling van 7 november 2022, waarbij mevrouw [C] is verschenen namens Welbions, bijgestaan door mr. Kempe, en waarbij [A] c.s. zijn verschenen, bijgestaan door mr. Briedé.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
Welbions verhuurt sinds 20 september 2011 de woning aan [het adres] in [woonplaats] aan [A] c.s.
3.2.
Op de huurovereenkomst zijn algemene huurvoorwaarden van toepassing verklaard.
In artikel 6 . 4 van de algemene huurvoorwaarden staat:
“Huurder zal het gehuurde gebruiken en onderhouden zoals het een goed huurder betaamt.”
In artikel 6 .7 van de algemene huurvoorwaarden staat:
“Huurder dient ervoor zorg te dragen dat aan omwonenden geen overlast of hinder wordt veroorzaakt door huurder, huisgenoten, huisdieren of door derden die zich vanwege huurder in het gehuurde of in de gemeenschappelijke ruimten bevinden. (…)”
3.3.
Het gehuurde betreft een rijtjeswoning. Aan de ene kant van [A] c.s. woont [D] ( [het adres] ) en aan de andere kant de familie [E] ( [het adres] ). Ook zij huren van Welbions.
3.4.
In 2014 heeft de zoon van [D] een steen tegen het hoofd van de zoon van [A] c.s. gegooid.
3.5.
In 2019 en 2020 heeft Welbions klachten van [A] c.s. ontvangen over [E] en [D] . Zij hebben onder meer gemeld dat mevrouw [E] chloorwater in de tuin weggooit, waarna het in hun tuin stroomt, dat mevrouw [E] grove taal gebruikt en heeft gedreigd hun handen eraf te knippen als ze haar klimop snoeien, dat de bomen van [D] in hun tuin hangen, dat [D] afval weggooit in hun afvalbak, dat [D] pestmeldingen doet, hen begluurt en denigrerende en racistische opmerkingen maakt, dat de hond van [D] agressief is en vaak blaft en dat de zoon van [D] hard met de tuindeur gooit.
3.6.
In de periode van 2017 tot en met 2022 heeft Welbions vele overlastmeldingen van [D] en [E] ontvangen over [A] c.s. en hun kinderen. De meldingen gaan onder meer over geluidsoverlast, mede in de nachtelijke uren, door veel (echtelijke) ruzies, hard geschreeuw en gescheld, het hard gooien met deuren en/of voorwerpen, het luid afspelen van muziek en de tv en het luidruchtig de trap op- en afrennen. Daarnaast gaan de meldingen over grof taalgebruik en racistische opmerkingen, stankoverlast door het roken van wiet in de tuin, het gooien van afval, takken, urine en uitwerpselen in de tuin en/of tegen de ramen van omwonenden, agressief en intimiderend gedrag, bedreigingen, het dreigend met de scooter op [D] afrijden en het fysiek aanvallen van [D] door haar aan haar armen/winkeltassen mee te sleuren.
3.7.
Op 20 november 2017 en 5 september 2019 is Welbions bij [A] c.s. op huisbezoek geweest om de overlastmeldingen te bespreken. Omdat het gesprek van 5 september 2019 volgens Welbions niet goed verliep, heeft zij daarna ook nog telefonisch contact opgenomen met [A] c.s. Op 16 september 2019 heeft Welbions [A] c.s. aangeschreven en dringend verzocht de overlast te stoppen.
3.8.
Op 16 oktober 2019 heeft Welbions een bemiddelingsgesprek gevoerd met [A] c.s. en [D] , waarbij ook de wijkagent aanwezig was. Tijdens het gesprek zijn afspraken gemaakt, die bij brief van 29 oktober 2019 aan [A] c.s. zijn toegezonden. De afspraken houden onder meer in dat [A] c.s. de geluidsoverlast moeten stoppen, dat de heer [A] zijn wiet zal roken in de schuur, zodat [D] geen stankoverlast meer ervaart, en dat [D] de politie alleen zal bellen bij overlast of het gevoel van een onveilige situatie. Op 4 , 6 en 11 november 2019 heeft [D] bij Welbions gemeld dat [A] c.s. zich niet aan de gemaakte afspraken houden en dat zij op [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] en 9 november 2019 geluidsoverlast en/of stankoverlast heeft ervaren.
3.9.
Op 30 oktober 2019 heeft Welbions een melding over [A] c.s. gedaan bij Veilig Thuis Twente (het Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling), vanwege overlast en zorgen over het welzijn van de kinderen van [A] c.s.
3.10.
Op 9 maart 2020 heeft Welbions wederom een bemiddelingsgesprek gevoerd met [A] c.s. en [D] , waarbij ook de wijkagent weer aanwezig was. Op 3 juni 2020 heeft [A] een gesprek gehad met Welbions en de wijkagent.
3.11.
Op 25 juni 2020 heeft Welbions een melding ontvangen van een andere buurtbewoner, [F] , over hard geschreeuw van [A] en hard gehuil en geschreeuw van de dochter van [A] c.s. ’s avonds laat.
3.12.
Op 22 juli 2020 heeft Welbions [A] c.s. wederom per brief aangeschreven en gesommeerd de overlast te stoppen.
3.13.
Op 15 februari 2021 heeft de gezinshulpverlener van [A] c.s. aan Welbions meegedeeld dat er een advies is uitgebracht door de Raad voor de Kinderbescherming voor een ondertoezichtstelling. Er is uiteindelijk geen ondertoezichtstelling opgelegd.
3.14.
Op 23 maart 2021 heeft Welbions telefonisch contact met [A] c.s. gehad en op 8 juni 2021 is Welbions op huisbezoek geweest bij [A] c.s. om de overlastmeldingen te bespreken.
3.15.
Op 9 april 2021 is iemand van de buurtbemiddeling langs [D] geweest. Zij wilde echter niet opnieuw in gesprek met [A] c.s.

4.Het geschil

in conventie
4.1.
Welbions vordert primair – kort samengevat – dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. de huurovereenkomst tussen partijen ontbindt,
II. [A] c.s. veroordeelt om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis de woning te ontruimen en verlaten,
III. [A] c.s. veroordeelt om een bedrag van € 606,19 per maand aan Welbions te betalen voor elke ingegane maand dat [A] c.s. na ontbinding in de woning verblijven, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag dat het bedrag opeisbaar is geworden tot aan de dag van volledige betaling,
IV. [A] c.s. veroordeelt in de proceskosten en nakosten.
4.2.
Welbions stellen dat [A] c.s. onrechtmatige overlast veroorzaken tegenover omwonenden, dat zij daarmee ernstig tekortschieten in de nakoming van hun verplichtingen op grond van de wet (artikel 7:213 van het Burgerlijk Wetboek (BW)) en de algemene huurvoorwaarden, en dat Welbions daarom bevoegd is ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning te vorderen.
4.3.
[A] c.s. voeren verweer. Zij concluderen tot afwijzing van de vorderingen van Welbions, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Welbions in de kosten van deze procedure.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
4.5.
[A] c.s. vorderen dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
  • voor recht verklaart dat er sprake is van een burengeschil, waarbij de buren van de huisnummers [nummer] , [nummer] en [nummer] in onmin met elkaar leven;
  • voor recht verklaart dat Welbions tegenover [A] c.s. toerekenbaar tekort is geschoten door:
o de buren van huisnummers [nummer] en [nummer] niet, althans onvoldoende aan te spreken op de door [A] c.s. geuite klachten;
o het niet tijdig inzetten van buurtbemiddeling;
o na te laten bij de buren van huisnummers [nummer] en [nummer] aan te dringen op deelname aan buurtbemiddeling;
o te weigeren om [A] c.s. (desverzocht) in een vroeg stadium in het bezit te stellen van de in haar bezit zijnde verslagen van de klachten tussen de buren over en weer;
o [A] c.s. niet te vragen naar hun visie op deze verslagen en de daarin vervatte klachten te geven;
- Welbions een gedragsaanwijzing oplegt, inhoudende dat zij buurtbemiddeling althans mediation opstart waarbij onder leiding van een onafhankelijke partij, bijvoorbeeld een mediator een gesprek wordt gearrangeerd tussen [A] c.s. en de buren van huisnummers [nummer] en [nummer] , op straffe van een dwangsom van € 50,00 per dag(deel) met een maximum van € 1.000,00.
4.6.
[A] c.s. stellen dat Welbions, in de hoedanigheid van toegelaten instelling zoals bedoeld in artikel 19 van de Woningwet, de taak heeft om bij te dragen aan de leefbaarheid in de buurten en wijken waar zij wooneenheden heeft. Volgens [A] c.s. heeft Welbions te weinig gedaan om tot een oplossing te komen voor de onderhavige situatie waarin de buren in onmin met elkaar leven en is zij daarom toerekenbaar tekortgeschoten tegenover [A] c.s. Daarnaast stellen [A] c.s. dat Welbions hen in het ongewisse heeft gelaten door hen niet in een vroeg stadium in kennis te stellen van de inhoud van de verslagen met betrekking tot de meldingen van buren, terwijl zij daar uitdrukkelijk om vroegen, en dat Welbions hen ook niet heeft gevraagd om een weerwoord te geven om zo tot een weloverwogen oordeel te komen.
4.7.
Welbions voert verweer. Zij concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [A] c.s., dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [A] c.s., met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [A] c.s. in de proceskosten en nakosten.
4.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

in conventie
Tekortkoming
5.1.
Welbions vordert ontbinding van de huurovereenkomst tussen partijen en ontruiming van de woning. Om deze vordering te kunnen beoordelen, moet allereerst worden vastgesteld of [A] c.s. zijn tekortgeschoten in de nakoming van hun verplichtingen.
5.2.
Een huurder is verplicht om zich bij het gebruik van het gehuurde als een goed huurder te gedragen. Dit staat in artikel 7:213 BW. Een huurder gedraagt zich niet als een goed huurder indien diegene onrechtmatige overlast bezorgt voor omwonenden (ECLI:NL:HR:1992:ZC0719).
5.3.
Welbions heeft gedetailleerd beschreven op welke manier [A] c.s. overlast hebben veroorzaakt voor omwonenden. Zij heeft haar stellingen onderbouwd door het overleggen van de vele overlastmeldingen die [D] en [E] vanaf 2017 tot en met 2022 over [A] c.s. hebben ingediend, samen met een enkele melding van een andere buurtbewoner. [A] c.s. stellen dat het burenconflict is ontstaan vanuit pestgedrag van de buurt richting hun kinderen, dat het juist de buren zijn die overlast veroorzaken voor [A] c.s. en dat de buren hen proberen weg te pesten. Naar het oordeel van de kantonrechter hebben [A] c.s. de in de meldingen beschreven gebeurtenissen over hen echter niet of nauwelijks betwist en komt uit de beschreven gebeurtenissen een overtuigend beeld naar voren dat [A] c.s. structureel ernstige overlast voor omwonenden veroorzaken, waaronder geluidsoverlast in de nachtelijke uren. Naar het oordeel van de kantonrechter is met dat alles sprake van onrechtmatige overlast en zijn [A] c.s. hiermee tegenover Welbions tekortgeschoten in de nakoming van hun verplichtingen op grond van artikel 7:213 BW en de artikelen 6.4 en 6.7 van de algemene huurvoorwaarden.
Ontbinding en ontruiming
5.4.
Iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen geeft aan de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming deze ontbinding niet rechtvaardigt. Dit staat in artikel 6:265 BW.
5.5.
[A] c.s. zijn meerdere malen door Welbions op hun gedrag aangesproken, maar hebben hun gedrag niet aangepast. Ook hebben [A] c.s. afspraken gemaakt tijdens een bemiddelingsgesprek met [D] en Welbions, maar hebben zij zich al binnen enkele dagen niet aan de afspraken gehouden. De kantonrechter heeft de indruk dat [A] c.s. hun gedrag wel willen veranderen, maar dat het hen niet lukt. Sinds [A] c.s. hulpverlening krijgen is volgens Welbions de aard van de meldingen wel veranderd, maar het aantal meldingen niet. Nu [A] c.s. al vijf jaar lang structureel ernstige overlast veroorzaken voor hun naaste buren en zij hun gedrag niet hebben aangepast nadat zij daar meerdere malen op zijn aangesproken, is de kantonrechter van oordeel dat deze tekortkoming ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning rechtvaardigt. De gevorderde ontbinding en ontruiming zullen daarom worden toegewezen.
5.6.
De kantonrechter benoemt uitdrukkelijk dat zij van Welbions verwacht dat zij haar best zal doen om [A] c.s. te helpen bij het zoeken naar een passende vervangende woonruimte, zoals zij op de mondelinge behandeling heeft toegezegd. De kantonrechter acht het redelijk om de ontbinding en ontruiming per 1 februari 2023 toe te wijzen, zodat [A] c.s. iets meer tijd hebben om een andere woning te vinden. Welbions heeft daarmee ook iets meer tijd om een andere woning aan te bieden.
Vergoeding voor verblijf in de woning na ontbinding
5.7.
Welbions vordert een vergoeding voor elke ingegane maand dat [A] c.s. na ontbinding in de woning verblijven. Deze vordering is toewijsbaar op grond van artikel 7:225 BW. Hierin staat namelijk dat als de huurder na het einde van de huur het gehuurde onrechtmatig onder zich houdt, de verhuurder over de tijd dat hij het gehuurde mist, een vergoeding kan vorderen gelijk aan de huurprijs.
5.8.
Op grond van de huurovereenkomst zijn [A] c.s. een kale huurprijs van € 614,00 per maand verschuldigd. Het door Welbions gevorderde bedrag van € 606,19 per maand voor elke ingegane maand dat [A] c.s. na ontbinding in de woning verblijven is lager dan dat bedrag en zal daarom worden toegewezen.
5.9.
De gevorderde rente over deze vergoeding is op de wet gegrond (artikel 6:119 BW) en niet weersproken en zal dan ook worden toegewezen.
Uitvoerbaar bij voorraad verklaring
5.10.
Welbions vordert dat dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard. De kantonrechter acht dit passend gezien de aard, de ernst en de lange duur van de overlast die [A] c.s. veroorzaakt hebben voor omwonenden en zal het vonnis dan ook uitvoerbaar bij voorraad verklaren.
Subsidiaire en meer subsidiaire vorderingen
5.11.
Aangezien de primaire vorderingen (grotendeels) worden toegewezen, wordt niet toegekomen aan de subsidiaire en meer subsidiaire vorderingen.
Proceskosten in conventie
5.12.
[A] c.s. krijgen in deze procedure in conventie ongelijk en zullen daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Dit betekent dat zij hun eigen proceskosten moeten dragen en ook de proceskosten van Welbions moeten betalen. De proceskosten van Welbions worden tot aan dit vonnis vastgesteld op:
- kosten van de dagvaarding
123,57
- griffierecht
128,00
- salaris gemachtigde
561,00
(2,0 punten × € 187,00)
totaal
812,57
5.13.
De door Welbions gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar en zal worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
5.14.
De veroordeling wordt hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.
in reconventie
Verklaring voor recht dat er sprake is van een burengeschil
5.15.
De rechter kan op vordering van een bij een rechtsverhouding onmiddellijk betrokken persoon een verklaring van recht uitspreken over die rechtsverhouding. Dit staat in artikel 3:302 BW. Zonder voldoende belang komt echter niemand een rechtsvordering toe. Dit staat in artikel 3:303 BW.
5.16.
[A] c.s. vorderen een verklaring voor recht dat er sprake is van een burengeschil waarbij de buren van de huisnummers [nummer] , [nummer] en [nummer] met elkaar in onmin leven. Het begrip ‘burengeschil’ is echter niet in de wet of jurisprudentie gedefinieerd. Omdat [A] c.s. niet hebben uitgelegd wat onder het begrip moet worden verstaan en wat voor rechtsgevolgen een dergelijke kwalificatie heeft, hebben [A] c.s. geen belang bij deze vordering. De vordering zal daarom worden afgewezen.
Verklaring voor recht dat Welbions toerekenbaar tekort is geschoten
5.17.
[A] c.s. vorderen dat de kantonrechter voor recht verklaart dat Welbions toerekenbaar is tekortgeschoten tegenover hen door [D] en [E] niet of onvoldoende aan te spreken op de klachten van [A] c.s., door niet tijdig buurtbemiddeling in te zetten en bij [D] en [E] aan te dringen op deelname daaraan en door [A] c.s. niet in een vroeg stadium de verslagen van de klachten tussen de buren te geven en hun visie daarop te vragen. Nergens is echter uit gebleken dat Welbions hiertoe verplicht is, dan wel dat zij dit niet gedaan heeft. Zo is Welbions niet verplicht om de verslagen van klachten te overleggen, blijkt uit de door Welbions overgelegde stukken dat zij
[E] weldegelijk heeft aangesproken op de door [A] c.s. gemelde klacht over het weggooien van chloorwater in de tuin, heeft Welbions regelmatig contact gehad met [A] c.s., [D] en [E] uren over de klachten over en weer en heeft Welbions tweemaal een bemiddelingsgesprek georganiseerd met [D] en [A] c.s. Dat [D] er niet voor openstaat om deel te nemen aan een buurtbemiddelingsgesprek, is niet aan Welbions te wijten. Daarnaast hebben Welbions en de heer [A] beide op de mondelinge behandeling verklaard dat Welbions regelmatig met de heer [A] belde wanneer zij klachten binnenkreeg, zodat hij kon aangeven wat er wel en niet klopte van de klachten. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Welbions alles gedaan wat redelijkerwijs van haar verwacht mocht worden om te proberen al haar huurders ongestoord huurgenot te verschaffen.Welbions is dan ook niet tekortgeschoten tegenover [A] c.s. De gevorderde verklaring voor recht zal daarom worden afgewezen.
Gedragsaanwijzing
5.18.
[A] c.s. vorderen dat Welbions een gedragsaanwijzing opgelegd krijgt die inhoudt dat zij buurtbemiddeling of mediation op moet starten, waarbij een gesprek wordt georganiseerd tussen [A] c.s. en [D] en [E] . Welbions en [A] c.s. hebben echter al een mediationtraject gevoerd waarin geen overeenstemming is bereikt en Welbions kan [D] en [E] niet dwingen om in gesprek te gaan met [A] c.s. Bovendien hebben [A] c.s. geen belang bij buurtbemiddeling of mediation, aangezien de huurovereenkomst per 1 februari 2023 wordt ontbonden en zij de woning moeten verlaten. De gevorderde gedragsaanwijzing zal daarom worden afgewezen.
Proceskosten in reconventie
5.19.
[A] c.s. krijgen in deze procedure in reconventie ongelijk en zullen daarom in de proceskosten worden veroordeeld. De kantonrechter zal een half procespunt voor de mondelinge behandeling toekennen, aangezien de mondelinge behandeling in conventie en reconventie tegelijkertijd heeft plaatsgevonden en er sprake is van samenhang tussen de vorderingen in conventie en reconventie. De proceskosten van Welbions worden tot aan dit vonnis vastgesteld op:
- salaris gemachtigde
280,50
(1,5 punt × € 187,00)
totaal
280,50
5.20.
De door Welbions in reconventie gevorderde veroordeling in de nakosten zal worden afgewezen, omdat de veroordeling in de nakosten in conventie toereikend wordt geacht voor zowel de vordering in conventie als reconventie.
5.21.
De veroordeling wordt hoofdelijk uitgesproken.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
ontbindt de tussen partijen bestaande huurovereenkomst met betrekking tot de woning aan [het adres] in [woonplaats] per 1 februari 2023,
6.2.
veroordeelt [A] c.s. om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis de woning te ontruimen en verlaten, onder afgifte van de sleutels, met al hetgeen van [A] c.s. is en met al de personen die zijdens hen in de woning verblijven, en de woning ter vrije en algehele beschikking van Welbions te stellen,
6.3.
veroordeelt [A] c.s. om tegen behoorlijk bewijs van kwijting een bedrag van € 606,19 per maand aan Welbions te betalen voor elke ingegane maand dat zij na ontbinding van de huurovereenkomst in de woning verblijven, vermeerderd met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6 :119 BW vanaf de dag dat het bedrag opeisbaar is geworden tot aan de dag van volledige betaling,
6.4.
veroordeelt [A] c.s. hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van Welbions tot dit vonnis vastgesteld op € 812,57,
6.5.
veroordeelt [A] c.s. hoofdelijk in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 93,50 aan salaris gemachtigde,
6.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
6.7.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
6.8.
wijst de vorderingen van [A] c.s. af,
6.9.
veroordeelt [A] c.s. hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van Welbions tot dit vonnis vastgesteld op € 280,50,
6.10.
verklaart dit vonnis in reconventie voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.F. van Aalst en in het openbaar uitgesproken op 6 december 2022.