De vordering
[eiser] vordert, samengevat, dat de kantonrechter voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht verklaart dat [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van de arbeidsovereenkomst;
II. voor recht verklaart dat dat [gedaagde] onrechtmatig jegens [eiser] alsmede in strijd met het beginsel van goed werkgeverschap heeft gehandeld;
III. [gedaagde] veroordeelt tot betaling aan [eiser] het volledige bedrag over de periode 2007 tot en met heden als loonbetaling ad € 491.547,-, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, alsmede € 3.645,78, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, zijnde het loon dat te weinig is betaald gedurende de periode van de laatste arbeidsongeschiktheid, te vermeerderen met de wettelijke verhoging, zijnde een bedrag van
€ 247.596,39, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der onrechtmatige daad, dan wel de dag dat [gedaagde] in gebreke is, dan wel de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
IV. [gedaagde] veroordeelt tot betaling van de netto vergoeding ad € 114.598,03, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der onrechtmatige daad, dan wel de dag dat [gedaagde] in gebreke is, dan wel de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
V. [gedaagde] veroordeelt om vanaf heden stipt en onverwijld periodiek het juiste salaris, inclusief overige emolumenten, te voldoen en dit ook te blijven voldoen;
VI. [gedaagde] veroordeelt tot betaling van compensatie voor de fiscaal nadelige eenmalige betaling, betreffende de betaling van het aan [eiser] na veroordeling toekomende bedrag, berekend overeenkomstig het verschil van de netto-bedragen die [eiser] had gekregen bij correcte en volledige loonbetaling sedert 2007 en het (netto)bedrag dat hij nu na veroordeling eenmalig ontvangt, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der onrechtmatige daad, dan wel de dag dat [gedaagde] in gebreke is, dan wel de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
VII. [gedaagde] veroordeelt in de volledige proceskosten van deze procedure, althans een bedrag berekend op basis van het liquidatietarief, althans een bedrag dat de kantonrechter in goede justitie redelijk acht, alsmede in de buitengerechtelijke kosten te begroten volgens de staffel BIK en te vermeerderen met de nakosten, een en ander te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis, bij gebreke waarvan voornoemde kosten met de wettelijke rente dienen te worden verhoogd.