ECLI:NL:RBOVE:2022:989
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van subsidie voor beschermd wonen en de gevolgen van niet tijdige indiening van een vaststellingsaanvraag
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 12 april 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen [naam vennootschap] B.V. en het college van burgemeester en wethouders van Enschede over de vaststelling van een subsidie voor beschermd wonen. Eiseres, een B.V. die zorg verleent, had een subsidieaanvraag ingediend voor het jaar 2017, maar heeft niet tijdig een aanvraag tot subsidievaststelling ingediend. Verweerder had de subsidie aanvankelijk vastgesteld op € 97.102,98, maar na bezwaar werd dit bedrag verhoogd naar € 116.523,64. Eiseres stelde dat de subsidie niet als zodanig kon worden aangemerkt, maar als betaling voor geleverde diensten, en dat de verlaging van de subsidie willekeurig was.
De rechtbank oordeelde dat de subsidie wel degelijk als zodanig moest worden aangemerkt en dat de voorwaarden voor subsidieverlening duidelijk waren. Eiseres had niet aannemelijk gemaakt dat de verstrekking in het kader van een commerciële transactie had plaatsgevonden. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet tijdig aan de verplichtingen had voldaan, maar dat dit niet uit onwil was, maar uit onwetendheid. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit omdat de belangen van eiseres onvoldoende waren gewogen en verweerder niet had aangetoond dat de verlaging van de subsidie gerechtvaardigd was. De rechtbank droeg verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de belangen van eiseres beter in acht moeten worden genomen.