ECLI:NL:RBOVE:2023:1286

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
15 maart 2023
Publicatiedatum
11 april 2023
Zaaknummer
C/08/276799 / HA ZA 22-36
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek naar de doodsoorzaak van melkgeiten in een civiele procedure

In deze civiele procedure vorderen de eisende partijen, MAATSCHAP [A] c.s., schadevergoeding van de gedaagde partijen, [E] c.s., naar aanleiding van de dood van 53 melkgeiten die zij toeschrijven aan Listeria. De rechtbank heeft in een eerder tussenvonnis vastgesteld dat voorlichting van een onafhankelijke deskundige noodzakelijk is om het aantal melkgeiten dat aan Listeria is gestorven vast te stellen. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om hun wensen met betrekking tot het deskundigenonderzoek kenbaar te maken. In het huidige vonnis beveelt de rechtbank een deskundigenonderzoek aan, waarbij mevrouw L.M. Delhaes als deskundige wordt benoemd. De rechtbank heeft vragen geformuleerd die de deskundige moet beantwoorden, waaronder de waarschijnlijkheid dat de melkgeiten aan Listeria zijn gestorven in vergelijking met andere doodsoorzaken. Tevens wordt een voorschot op de kosten van het deskundigenonderzoek vastgesteld op € 798,60, dat door de eisende partij moet worden betaald. De rechtbank benadrukt dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek en dat verdere beslissingen worden aangehouden tot het deskundigenrapport is ontvangen.

Uitspraak

RECHTBANK Overijssel

Civiel recht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: C/08/276799 / HA ZA 22-36
Vonnis van 15 maart 2023
in de zaak van

1.MAATSCHAP [A] ,

te [woonplaats] ,
2.
[B],
te [woonplaats] ,
3.
[C],
te [woonplaats] ,
4.
[D],
te [woonplaats] ,
eisende partijen,
hierna samen te noemen: [A] c.s.,
advocaat: mr. M. van Nee te Zwolle,
tegen

1.[E] V.O.F.,

te [woonplaats] ,
2.
[F],
te [woonplaats] ,
3.
[G],
te [woonplaats] ,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: [E] c.s.,
advocaat: mr. E.H. Verweij te Apeldoorn.

1.Samenvatting

1.1.
[A] c.s. vorderen in deze procedure schadevergoeding van [E] c.s. Zij stellen dat 53 van hun melkgeiten zijn gestorven aan Listeria en dat de grasbalen die zij van [E] hebben gekocht de bron van de Listeriabesmetting zijn. De rechtbank heeft bij tussenvonnis overwogen dat zij voorlichting van een onafhankelijke deskundige over het aantal melkgeiten dat is gestorven aan Listeria noodzakelijk acht. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de wenselijkheid van een deskundigenbericht, het aantal, het specialisme en de persoon van de te benoemen deskundige(n) en de aan de deskundige(n) voor te leggen vragen. In dit vonnis beveelt de rechtbank een deskundigenonderzoek.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 14 december 2022,
- de akte na tussenvonnis van 11 januari 2023 van [A] c.s.,
- de akte uitlaten deskundigenbericht van 1 februari 2023 van [E] c.s.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De verdere beoordeling

Stelplicht/bewijslast
3.1.
[E] c.s. voeren in hun akte verschillende stellingen aan die zien op de stelplicht en de bewijslast van [A] c.s. met betrekking tot de stelling dat alle 53 melkgeiten aan Listeria zijn gestorven. De rechtbank heeft hier in het vorige tussenvonnis echter al een bindende eindbeslissing over gegeven, door te oordelen dat [E] c.s. gemotiveerd hebben betwist dat alle 53 melkgeiten aan Listeria zijn gestorven en dat de rechtbank nadere voorlichting van een deskundige noodzakelijk acht om vast te kunnen stellen hoeveel melkgeiten aan Listeria zijn gestorven. Hieruit volgt dat de rechtbank reeds heeft overwogen dat de stelplicht en bewijslast bij [A] c.s. liggen, dat zij hun stellingen voldoende hebben onderbouwd, maar dat die stellingen tegelijkertijd voldoende gemotiveerd zijn betwist door [E] c.s. Het staat de rechtbank tegen die achtergrond vervolgens vrij een deskundige te benoemen (artikel 194 Rv). [1]
3.2.
Voor zover [E] c.s. hebben willen stellen dat de vordering slechts voor twee geiten kan worden toegewezen en voor het overige alsnog moet worden afgewezen, overweegt de rechtbank als volgt.
3.3.
De leer van de bindende eindbeslissing houdt in dat de rechtbank in beginsel niet mag terugkomen op geschilpunten waarover zij in het tussenvonnis uitdrukkelijk en zonder voorbehoud heeft beslist. De rechtbank is alleen bevoegd tot heroverweging, indien is gebleken dat de beslissing in het tussenvonnis berust op een onjuiste juridische of feitelijke grondslag (en partijen in de gelegenheid zijn gesteld om zich daarover uit te laten). Aan een verzoek om terug te komen op een bindende eindbeslissing mag voorbij worden gegaan indien dat verzoek is gebaseerd op dezelfde feiten en stellingen die al eerder in de procedure ter kennis van de rechtbank en de wederpartij zijn gebracht of (gelet op het partijdebat) al eerder ter kennis hadden moeten zijn gebracht. [2]
3.4.
[E] c.s. baseren hun verweer op feiten en omstandigheden die al zijn betrokken bij de beoordeling in het tussenvonnis. In het door [E] c.s. aangevoerde ziet de rechtbank daarom geen aanleiding om terug te komen op haar eerdere eindbeslissing dat voldoende is onderbouwd maar tevens voldoende gemotiveerd is betwist dat er 53 geiten aan Listeria zijn gestorven. Tegen die achtergrond ziet de rechtbank dan ook geen aanleiding om (alsnog) af te zien van een deskundigenbenoeming.
De wenselijkheid van een deskundigenbericht
3.5.
[A] c.s. stemmen in met een deskundigenbericht. [E] c.s. maken echter bezwaar. Zij stellen dat een deskundige op grond van de beschikbare dossierstukken niet tot het oordeel kan komen dat alle 53 melkgeiten aan Listeria zijn gestorven. Een zelfstandig, onafhankelijk onderzoek naar de doodsoorzaak van de geiten is namelijk niet meer mogelijk.
3.6.
De rechtbank overweegt dat het aan de deskundige is om te oordelen of zij een oordeel kan geven over de aannemelijkheid dat alle 53 melkgeiten zijn gestorven aan Listeria. Voor zover dit niet kan, zal dit uit het deskundigenrapport blijken en zal de rechtbank alsdan bepalen welke gevolgen daaraan moeten worden verbonden. De rechtbank kan echter niet op de mogelijke uitkomst van het deskundigenbericht vooruitlopen, juist omdat zij niet over de noodzakelijke deskundigheid op dat terrein beschikt.
3.7.
Aangezien partijen geen andere bezwaren tegen een deskundigenbericht hebben aangevoerd, zal de rechtbank een deskundigenonderzoek bevelen.
Te benoemen deskundige(n)
3.8.
Partijen zijn het erover eens dat één deskundige volstaat en hebben overeenstemming bereikt over de persoon van de deskundige, namelijk mevrouw L.M. Delhaes (veterinair adviseur in de melkgeitenhouderij). De rechtbank zal deze deskundige daarom benoemen.
Voor te leggen vragen
3.9.
De rechtbank heeft bij tussenvonnis vragen aan de deskundige geformuleerd. [A] c.s. en [E] c.s. hebben in hun aktes aanvullende/aangepaste vragen voorgesteld, waarvan zij menen dat deze aan de deskundige gesteld moeten worden.
3.10.
De rechtbank ziet geen aanleiding om de vragen van [A] c.s. en [E] c.s. over te nemen. Het doel van het deskundigenonderzoek is om vast te stellen hoeveel melkgeiten aan Listeria zijn gestorven. De vragen van [A] c.s. en [E] c.s. zijn grotendeels al verdisconteerd in de vragen zoals die door de rechtbank zijn geformuleerd en zijn voor het overige niet relevant voor het vaststellen van het aantal melkgeiten dat aan Listeria is gestorven. Deze vragen hoeven daarom niet apart te worden gesteld. De rechtbank zal de door haar geformuleerde vragen wel aanscherpen in die zin dat zal worden gevraagd naar de kans dat de melkgeiten aan Listeria zijn gestorven, afgezet tegen de kans dat ze aan een andere doodsoorzaak zijn gestorven. De vragen die aan de deskundige zullen worden voorgelegd, zijn in de beslissing vermeld.
Voorschot op de kosten van de deskundige
3.11.
De deskundige heeft op 20 februari 2023 een e-mail met een kostenbegroting aan de rechtbank gezonden. De deskundige gaat daarbij uit van de volgende raming voor de kosten van het deskundigenonderzoek:
onderwerp
uren
tarief per uur (€)
totaal
Eigen maken problemtiek en leidraad deskundigen
2
€ 110,00
€ 220,00
Verzamelen bijpassende literatuur
2
€ 110,00
€ 220,00
Samenstellen van een duidelijk antwoord op de
gestelde vragen
2
€ 110,00
€ 220,00
totaal
€ 660,00
BTW
€ 138,60
totaal incl.BTW
€ 798,60
3.12.
De rechtbank is voornemens het voorschot te bepalen op het in deze begroting opgenomen bedrag van € 798,60 (inclusief btw). Omdat partijen nog niet in de gelegenheid zijn gesteld te reageren op de hoogte van dit voorschot, zal de rechtbank partijen de mogelijkheid bieden hiertegen gemotiveerd bezwaar te maken op de wijze zoals in de beslissing is vermeld.
3.13.
Zoals in de beslissing in het vorige tussenvonnis al is aangekondigd en toegelicht, zal het voorschot door [A] c.s. als eisende partij moeten worden betaald.
3.14.
De rechtbank zal de beslissing over het voorschot uitvoerbaar bij voorraad verklaren.
Overige bepalingen
3.15.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals hierna in de beslissing is vermeld. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaraan de gevolgen verbinden die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
3.16.
Als een partij op verzoek van de deskundige of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige toestuurt, moet zij daarvan direct een afschrift aan de wederpartij verstrekken.
3.17.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
beveelt een onderzoek door een deskundige voor de beantwoording van de volgende vragen:
Is het naar uw mening waarschijnlijker dat alle 53 melkgeiten van [A] c.s. zijn gestorven aan Listeria dan aan een andere doodsoorzaak? Zo ja, kunt u daarbij een waarschijnlijkheidspercentage benoemen?
Indien het niet waarschijnlijker is dat alle 53 melkgeiten zijn gestorven aan Listeria dan aan een andere doodsoorzaak, kunt u dan onderbouwen van hoeveel melkgeiten het volgens u waarschijnlijker is dat zij zijn gestorven aan Listeria dan aan een andere doodsoorzaak? Kunt u daarbij een waarschijnlijkheidspercentage benoemen?
Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis moet nemen bij de verdere beoordeling?
4.2.
benoemt tot deskundige:
mevrouw L.M. Delhaes,
bezoekadres: [adres] ,
telefoonnummer: [nummer] ,
e-mailadres: [.nl] ,
4.3.
bepaalt dat de griffier een kopie van dit vonnis aan de deskundige zal toezenden,
het voorschot
4.4.
stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige voorlopig vast op € 798,60 (inclusief btw),
4.5.
bepaalt dat partijen, desgewenst,
binnen twee wekenna de datum van dit vonnis schriftelijk bij de rechtbank bezwaar kunnen maken tegen de hoogte van dit voorschot,
4.6.
bepaalt dat indien niet of niet tijdig bezwaar wordt gemaakt tegen de hoogte van het voorschot, het voorschot definitief wordt vastgesteld op voormeld bedrag,
4.7.
bepaalt dat indien wel tijdig bezwaar wordt gemaakt, daarover zal worden geoordeeld bij afzonderlijke rechterlijke beslissing,
4.8.
bepaalt dat [A] c.s. het voorschot moeten overmaken
binnen twee wekenna de datum van de nog te ontvangen nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak, en bepaalt dat deze nota niet eerder wordt toegezonden dan nadat de termijn als bedoeld in 4.5 ongebruikt is verstreken, dan wel het voorschotbedrag bij afzonderlijke beslissing is vastgesteld zoals bedoeld in 4.7,
4.9.
draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot,
het onderzoek
4.10.
bepaalt dat [A] c.s., na de betaling van het voorschot, het procesdossier in afschrift aan de deskundige moeten toesturen,
4.11.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats,
4.12.
wijst de deskundige erop dat:
- de deskundige voor aanvang van het onderzoek kennis moet nemen van de Gedragscode voor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken én van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (beide te raadplegen op www.rechtspraak.nl of op verzoek te verkrijgen bij de griffie),
- de deskundige het onderzoek pas begint na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot,
- de deskundige het onderzoek onmiddellijk staakt en contact opneemt met de griffier, als tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
- de deskundige bij het onderzoek de partijen in de gelegenheid moet stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het schriftelijk bericht vermeldt of aan dit voorschrift is voldaan, onder vermelding van de eventueel gemaakte opmerkingen en/of gedane verzoeken,
4.13.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige moeten verstrekken als de deskundige daarom vraagt, de deskundige toegang moeten verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid moeten geven om het onderzoek te verrichten,
het schriftelijk rapport
4.14.
draagt de deskundige op om
uiterlijk drie maandenna het schriftelijk bericht van de griffier over de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend rapport in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, met een gespecificeerde declaratie,
4.15.
wijst de deskundige erop dat:
- uit het schriftelijk rapport moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
- de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, waarna partijen de gelegenheid krijgen om
binnen vier wekendaarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,
4.16.
bepaalt dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben om op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren,
overige bepalingen
4.17.
verklaart de beslissing over het voorschot uitvoerbaar bij voorraad,
4.18.
draagt de griffier op om de zaak op een rol te plaatsen:
- als door een partij bezwaar wordt gemaakt tegen de hoogte van het voorschot: voor akte uitlaten wederpartij op een termijn van twee weken, of
- als beide partijen bezwaar maken tegen de hoogte van het voorschot: voor vonnis (waarin over de hoogte van het voorschot zal worden beslist) op een termijn van vier weken, of
- als het voorschot niet binnen de daarvoor bepaalde (eventueel verlengde) termijn is ontvangen: voor akte uitlating voortprocederen van beide partijen op een termijn van twee weken, of
- na ontvangst ter griffie van het rapport: voor conclusie na deskundigenbericht van [A] c.s. op een termijn van vier weken,
4.19.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.J. Thurlings-Rassa en in het openbaar uitgesproken op 15 maart 2023.

Voetnoten

1.Vgl. Conclusie van de Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad 24 maart 2017, ECLI:NL:PHR:2017:228, overweging 3.31.
2.HR 25 april 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2800, r.o. 3.3.3 en Hof ArnhemLeeuwarden 6 december 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:9776, r.o. 2.2 en 2.3.