Uitspraak
1.[gedaagde 1] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheidSTRIKT UITZENDBUREAU B.V.,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord tevens houdende (voorwaardelijke) eis in reconventie
- de wijziging van eis van Interwel , met producties 40 tot en met 57
- de nagezonden producties 58 tot en met 79 van Interwel
- de mondelinge behandeling van 17 april 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
- de pleitnota van Interwel
- de pleitnota van [gedaagde 1] en Strikt .
2.De feiten
met name deze klantenlijsten / prijslijsten / kostprijzen / leveranciersgegevens /
Uit dienst per 1-2-2023 hierbij bevestigd en akkoord.
2.15. Bij e-mail van 2 januari 2023 om 16:15 uur heeft mr. Atar een concept beëindigingsovereenkomst met een relatielijst van Interwel als bijlage 1 aan mr. Wezelman gestuurd.
7.Postcontractuele verplichtingen
11.Finale kwijting
2.26. Bij e-mail van 9 februari 2023 aan mr. Wezelman heeft mr. Atar meegedeeld dat zij wederom heeft geconstateerd dat [gedaagde 1] en Strikt zich niet houden aan het relatiebeding uit de beëindigingsovereenkomst c.q. de door Strikt gedane toezegging. Volgens haar is geconstateerd dat [gedaagde 1] en Strikt voor zeven relaties, die zijn opgenomen in de relatielijst behorende bij de beëindigingsovereenkomst, dezelfde functies zoekt als Interwel en dat Interwel daarom aanspraak maakt op betaling van boetes. Mr. Atar heeft [gedaagde 1] en Strikt gesommeerd de overtredingen te staken.
3.Het geschil
[gedaagde 1]:
(I) [gedaagde 1] te verplichten om vanaf de dag dat in onderhavige zaak vonnis is gewezen te
stoppen met de overtredingen zoals die door Interwel zijn omschreven in de brief
van 31 januari 2023, e-mail van 9 februari 2023, brief van 3 maart 2023 en de
dagvaarding, althans zoals die overtredingen zijn gebleken c.q. omschreven in
onderhavige zaak wat betreft de volgende klanten c.q. relaties:
- [bedrijf 2] (voorheen [bedrijf 2] ) in [plaats 1] , [plaats 2] en [plaats 3] ;
- [bedrijf 11] in [plaats 4] ;
- Husol in Genemuiden;
- Condor Group in Genemuiden en Hasselt;
- Hanze Luchttechniek in Zwolle;
- [bedrijf 6] (voorheen [bedrijf 6] ) in [plaats 5] ;
- [bedrijf 7] in [plaats 6] ;
- [bedrijf 8] in [plaats 7] ;
- [bedrijf 9] in [plaats 8] ;
- Eurorail in Hasselt;
over het relatiebeding zoals vastgelegd in de vaststellingsovereenkomst die op
3 januari 2023 door Interwel en [gedaagde 1] is ondertekend, na te komen;
dwangsom van € 5.000,- per dag of dagdeel dat er niet wordt voldaan aan de
veroordelingen, met een maximum van € 500.000,-;
Strikt(IV) Strikt te verplichten om vanaf de dag dat in onderhavige zaak vonnis is gewezen te
stoppen met de overtredingen zoals die door Interwel zijn genoemd in de brief van
31 januari 2023, e-mail van 9 februari 2023, brief van 3 maart 2023 en de
dagvaarding, althans zoals die overtredingen zijn gebleken c.q. omschreven in
onderhavige zaak wat betreft de volgende klanten c.q. relaties:
- [bedrijf 2] (voorheen [bedrijf 2] ) in [plaats 1] , [plaats 2] en [plaats 3] ;
- [bedrijf 11] in [plaats 4] ;
- Husol in Genemuiden;
- Condor Group in Genemuiden en Hasselt;
- Hanze Luchttechniek in Zwolle;
- [bedrijf 6] (voorheen [bedrijf 6] ) in [plaats 5] ;
- [bedrijf 7] in [plaats 6] ;
- [bedrijf 8] in [plaats 7] ;
- [bedrijf 9] in [plaats 8] ;
- Eurorail in Hasselt;
over het relatiebeding zoals vastgelegd in artikel 7 van de vaststellingsovereenkomst
die op 3 januari 2023 door Interwel en [gedaagde 1] is ondertekend, na te komen conform de
toezegging van Strikt van 2 maart 2023;
dwangsom van € 5.000,- per dag of dagdeel dat er niet wordt voldaan aan de
veroordelingen, met een maximum van € 500.000,-;
[gedaagde 1] en Strikt(VII) [gedaagde 1] en Strikt hoofdelijk te veroordelen in de proces- en nakosten.
I) het relatiebeding, zoals opgenomen in artikel 7 van de vaststellingsovereenkomst van 3 januari 2023 en in artikel 14 van de arbeidsovereenkomst te schorsen, primair volledig en subsidiair gedeeltelijk, in die zin dat de schorsing alleen geldt voor de in randnummer 48 van de conclusie van antwoord opgenomen relaties van Strikt , tot in een bodemprocedure over de rechtsgeldigheid en vernietiging van deze bedingen onherroepelijk is beslist;