Uitspraak
1.[gedaagde 1] B.V.,
2.
[gedaagde 2],
1.De procedure
2.Waar gaat deze zaak over?
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
De voorbereidingsfase
Het besluit tot afgelasting
De afwikkelingsfase
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft [eiser] B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagden], die als (indirect) bestuurders van de ontbonden vennootschap Eventvisie worden beschouwd. De vordering betreft een schadevergoeding van € 1.251,36, die voortvloeit uit de afgelasting van het evenement 'Apeldoorn in Concert', waarvoor [eiser] negentien kaarten had gekocht. Na de afgelasting heeft Eventvisie, in plaats van faillissement aan te vragen, gekozen voor turboliquidatie. [eiser] stelt dat [gedaagden] persoonlijk aansprakelijk zijn voor de schade, omdat hen een ernstig persoonlijk verwijt kan worden gemaakt op basis van artikel 6:162 BW. De kantonrechter heeft de vordering van [eiser] afgewezen, omdat niet is gebleken dat [gedaagden] zich schuldig hebben gemaakt aan onbehoorlijk bestuur. De rechter oordeelt dat de bestuurders niet persoonlijk aansprakelijk kunnen worden gehouden, omdat er geen ernstige verwijtbaarheid kan worden vastgesteld. De kantonrechter concludeert dat de vordering onvoldoende onderbouwd is en dat [eiser] in de kosten van de procedure wordt veroordeeld.