Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.de vennootschap onder firma [eiser 1],
2. [eiser 2],
3. [eiser 3],
1.De procedure
- de akte overlegging producties (1 t/m 20) van [gedaagde],
- de mondelinge behandeling van 22 augustus 2023, waarbij ook het geschil tussen partijen met zaaknummer C/08/300878 / KG ZA 23-170 is behandeld en waarvan ter gelegenheid waarvan partijen pleitnota’s hebben overgelegd en door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2. Tijdens de zitting is overleg gevoerd over een minnelijke regeling. Vervolgens hebben partijen verzocht om de zaak tot 25 augustus 2023 aan te houden voor nader overleg. Op 25 augustus 2023 hebben partijen laten weten dat de onderhandelingen niet tot een schikking hebben geleid en hebben zij de voorzieningenrechter verzocht om vonnis te wijzen. Vervolgens is vonnis bepaald op vandaag.
2.Samenvatting
3.De feiten
voor zich of nader te noemen meester”) heeft verkocht tegen een koopprijs van € 6.750.000,00. Daarbij is de juridische levering bepaald op 1 november 2022.
AANGEZEGD:dat op grond van voormelde titel de maximale dwangsommen zijn verbeurd omdat niet is voldaan aan de dwangsomveroordeling zoals beschreven onder 3.6 van voormelde titel en er niet leeg en ontruimd is opgeleverd, zoals ook geconstateerd door deurwaarder K.W. Wegdam op 31 juli 2023;
betekening € 114,01
executiekosten € 2.001,57
dwangsommen vanaf 22 juni 2023 € 100.000,00
rente
€ 85,03te voldoen € 103.329,35
3.15. [eisers] heeft niet voldaan aan voornoemd bevel. Vervolgens heeft [gedaagde] op 15 augustus 2023 executoriaal derdenbeslag laten leggen op de bankrekeningen van [eisers] bij de ING Bank en Rabobank.
4.Het geschil
I. de tenuitvoerlegging van het verstekvonnis zal schorsen totdat op het geschil in de
verzetprocedure zal zijn beslist;
II. de ten laste van [eisers] in opdracht van [gedaagde] op 14 augustus 2023
(bedoeld zal zijn 15 augustus 2023, toevoeging de voorzieningenrechter) gelegde |
executoriale derdenbeslagen onder de naamloze vennootschap ING Bank N.V. en de
coöperatie Coöperatieve Rabobank U.A. op te heffen;
III. de dwangsommen zoals opgelegd in het verstekvonnis op te heffen, dan wel te
verminderen;
IV. zal veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de nakosten en de
wettelijke rente.
5.De beoordeling
€ 1.079,00