Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te [woonplaats 1] ,
wonende te [woonplaats 2] ,
1.De procedure
2.De zaak en het oordeel van de kantonrechter in het kort
3.De feiten
[factuur omschrijving]’ van € 1.808,95, heeft [partij A] onbetaald gelaten. [partij A] heeft bij e-mail van 12 september 2022 het werk stilgelegd, [partij B] gewezen op de door hem geconstateerde tekortkomingen en aangegeven dat hij de openstaande facturen zou verrekenen met de geleden schade en, indien de schade de nog openstaande facturen zou overtreffen, de aanvullende schade op [partij B] zou verhalen.
‘maandag’reageert op de sommatie van [partij A] . Op dinsdag 24 januari 2023 heeft (de advocaat van) [partij B] [partij A] een e-mail gestuurd met daarbij een reactie van [partij B] (van 23 januari 2023), waarin deze per bevinding aangeeft of hij bereid is tot herstel en tot welke werkzaamheden hij bereid is. Daarop heeft [partij A] bij e-mail van 3 februari 2023 onder andere laten weten: