In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Overijssel het beroep van eiseres tegen het besluit van het dagelijks bestuur van het waterschap Vechtstromen, dat op 30 augustus 2022 het projectplan voor de stuwverplaatsing in de Kramerswatergang heeft vastgesteld. Eiseres, die landbouwpercelen exploiteert nabij de Kramerswatergang, stelt dat de nieuwe stuw niet in het landschap past en dat de stuwverplaatsing negatieve gevolgen zal hebben voor haar percelen. De rechtbank heeft het beroep op 7 december 2022 behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van eiseres als de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. De rechtbank concludeert dat het beroep ontvankelijk is, omdat eiseres belanghebbende is bij het projectplan. Vervolgens oordeelt de rechtbank dat verweerder in redelijkheid heeft kunnen besluiten tot de vaststelling van het projectplan. De rechtbank stelt vast dat verweerder alle relevante belangen zorgvuldig heeft afgewogen en dat de gemaakte keuzes voldoende zijn onderbouwd. De rechtbank wijst erop dat de esthetische bezwaren van eiseres in de procedure voor de omgevingsvergunning aan de orde kunnen komen. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, waardoor het bestreden besluit in stand blijft. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ontvangt geen vergoeding van haar proceskosten.