Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
2.
[eiser 2],
1.De samenvatting
2.De procedure
- de dagvaarding;
- de akte overlegging producties van mr. S. Remers met producties 1 tot en met 21 ;
- de akte wijziging van eis, tevens akte overlegging producties van mr. R. Amelink en mr. V. Sol met producties 1 tot en met 11;
- de e-mail van 19 november 2023 van mr. V. Sol met productie 12;
- de e-mail van 20 november 2023 van mr. S. Remers met producties 22 tot en met 25.
3.3. De feiten
allerelevante facturen te verstrekken en dat [eisers] daarom dwangsommen heeft verbeurd.
Graag verneem ik van u”
Cliënte heeft onder meer geconstateerd dat er in de periode vanaf 2017 t/m 28 juni 2023 door uw cliënten méér facturen aan [bedrijf 1] zijn toegezonden dan de facturen die u reeds aan mij hebt toegezonden. (…) Cliënte zal in ieder geval vandaag de reeds verbeurde dwangsommen ad EUR 70.000 opeisen.”
Kunt u mij aangeven om welke facturen dit zou gaan (…)?
4.Het geschil
- de begrijpelijkheid van de werkwijze van [eisers] en het feit dat [eisers] daarbij te goeder trouw heeft gehandeld. [eisers] heeft om te voldoen aan de veroordeling aan de hand van zijn debiteurenlijst alle facturen met factuurdata tot en met 28 juni 2023 geselecteerd en die meteen aan [gedaagde] verzonden. Zij heeft daarbij niet onderzocht of facturen met een factuurdatum van ná 28 juni 2023 al vóór 28 juni 2023 waren verzonden; dit was het geval met de factuur van 4 juli 2023. Hierdoor is het fout gegaan. De factuur is niet doelbewust achtergehouden;
- het gegeven dat het gaat om slechts één, onbelangrijk verzuim, dat snel is hersteld.;
- het feit dat de betreffende factuur van [bedrijf 1] niet ziet op werkzaamheden voor [gedaagde];
- het feit dat [gedaagde] al eerder op de hoogte was van het bestaan van de tweede factuur van [bedrijf 1] (zij wist dat op 30 juni 2023 al);
- het bewust talmen van [gedaagde] om aan [eisers] te vertellen welke factuur volgens haar onbrak;
- het gegeven dat [eisers] nooit enig bezwaar heeft gehad tegen overlegging van de aan [bedrijf 1] toezonden facturen, zoals blijkt uit de kortgedingprocedure, waarin zij geen verweer heeft gevoerd tegen deze vordering.