ECLI:NL:RBOVE:2023:886

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
10 maart 2023
Publicatiedatum
13 maart 2023
Zaaknummer
C/08/291630 / KG ZA 23-21
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis inzake kennelijke schrijffout in kort geding vonnis

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 10 maart 2023 een herstelvonnis uitgesproken naar aanleiding van een kennelijke schrijffout in een eerder vonnis van 7 maart 2023. In het oorspronkelijke vonnis was abusievelijk de datum van uitspraak vermeld als 8 maart 2023, terwijl het vonnis daadwerkelijk op 7 maart 2023 was uitgesproken en aan de partijen was verzonden. De voorzieningenrechter heeft ambtshalve vastgesteld dat deze fout gecorrigeerd moest worden en heeft partijen de gelegenheid gegeven om zich hierover uit te laten. Aangezien er geen bezwaren zijn ingediend door de partijen, heeft de voorzieningenrechter besloten om de uitspraakdatum in het vonnis te corrigeren naar 7 maart 2023.

De voorzieningenrechter heeft in zijn beslissing verwezen naar artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat de rechter toestaat om kennelijke fouten in zijn vonnis te verbeteren. De rechter heeft vastgesteld dat de fout eenvoudig te herstellen was en dat er geen bezwaar was van de partijen. In het herstelvonnis is bepaald dat de datum in het vonnis van 7 maart 2023 waar deze fout was gemaakt, zal worden aangepast naar de juiste datum. Tevens is gelast dat partijen hun ontvangen afschriften van het oorspronkelijke vonnis aan de griffier dienen te retourneren, voor zover zij dat nog niet hadden gedaan.

Dit herstelvonnis is openbaar uitgesproken op 10 maart 2023 door mr. T.J. Thurlings-Rassa, de voorzieningenrechter.

Uitspraak

RECHTBANK Overijssel

Civiel recht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: C/08/291630 / KG ZA 23-21
Herstelvonnis van 10 maart 2023
in de zaak van
CENTRAAL BUREAU RIJVAARDIGHEIDSBEWIJZEN,
te Rijswijk,
eisende partij,
hierna te noemen: het CBR,
advocaat: mr. J.S. Bierens te 's-Gravenhage,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

te [woonplaats] ,
2.
[gedaagde 2] B.V.,
te [woonplaats] ,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: [gedaagden] en
afzonderlijk te noemen: [gedaagde 1] respectievelijk [gedaagde 2] .

1.De procedure

1.1.
Op 8 maart 2023 heeft de voorzieningenrechter ambtshalve vastgesteld dat in het vonnis van 7 maart 2023 sprake is van een kennelijke verschrijving, in die zin dat zowel in de aanhef als onderaan het vonnis is vermeld dat het vonnis is uitgesproken op 8 maart 2023, terwijl het vonnis op 7 maart 2023 is uitgesproken en aan partijen is verstuurd en daar dus had moeten zijn vermeld dat het vonnis is uitgesproken op 7 maart 2023.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft partijen via de griffier bij e-mailbericht van 8 maart 2023 op de hoogte gesteld van deze ambtshalve constatering, met de mededeling dat hij voornemens is een herstelvonnis te wijzen om deze schrijffout te verbeteren. Partijen zijn daarbij in de gelegenheid gesteld om uiterlijk vrijdag 10 maart 2023, om 12:00, zich hierover uit te laten. Partijen hebben geen bezwaar gemaakt tegen deze voorgenomen wijziging.

2.De beoordeling

2.1.
Ingevolge het bepaalde in artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering verbetert de rechter te allen tijde op verzoek van een partij of ambtshalve in zijn vonnis een kennelijke rekenfout, schrijffout of andere kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent.
2.2.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat in het vonnis in kort geding van 7 maart 2023 sprake is van een kennelijke fout, die zich voor eenvoudig herstel leent en waartegen partijen geen bezwaar hebben gemaakt. Abusievelijk is als uitspraakdatum 8 maart 2023 in het vonnis opgenomen, terwijl het vonnis al op 7 maart 2023 is uitgesproken en aan partijen is verstuurd. De voorzieningenrechter zal het vonnis dan ook ambtshalve wijzigen als volgt.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
bepaalt dat daar waar in het vonnis in kort geding van 7 maart 2023 staat:
“8 maart 2023”
telkens wordt gewijzigd in:
“7 maart 2023”
3.2.
bepaalt dat deze verbetering onder de vermelding van de datum 10 maart 2023 wordt vermeld op de minuut van het vonnis van 7 maart 2023,
3.3.
gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse, dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 7 maart 2023 na ontvangst van dit herstelvonnis aan de griffier te retourneren.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.J. Thurlings-Rassa, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken op 10 maart 2023.