ECLI:NL:RBOVE:2024:1444
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet betalen griffierecht in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, op 19 maart 2024 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiseres, die geen zorgverzekering had afgesloten, ontving van het CAK een aanmaning en later twee boetes van elk € 472,25. Na het ongegrond verklaren van haar bezwaar door het CAK, heeft eiseres beroep ingesteld. De rechtbank heeft het beroep behandeld op 7 maart 2024, waarbij eiseres aanwezig was, maar het CAK niet. De rechtbank oordeelde dat eiseres griffierecht verschuldigd was, zoals voorgeschreven in artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiseres had niet tijdig het griffierecht van € 50,- betaald, ondanks herhaalde verzoeken van de rechtbank. Eiseres stelde dat het heffen van griffierecht in strijd was met haar rechten, maar de rechtbank kon haar hierin niet volgen. De rechtbank concludeerde dat het griffierecht niet in strijd was met het Wetboek van Strafrecht, het Burgerlijk Wetboek of het EVRM. Aangezien eiseres niet aan haar betalingsverplichting had voldaan, verklaarde de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dit betekende dat de rechtbank niet toekwam aan de inhoudelijke beoordeling van de boete die het CAK had opgelegd.