Uitspraak
1.[eiser 1],
2.
[eiser 2],
3.
[eiser 3],
4.
[eiser 4],
5.
[eiser 5],
6.
[eiser 6],
7.
[eiser 7],
Rechtbank Overijssel
In deze zaak hebben eisers, huurders van standplaatsen op een camping, een rechtszaak aangespannen tegen de gedaagde, een besloten vennootschap die de camping beheert. De eisers vorderen een verklaring voor recht dat de gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld door hen niet tijdig te informeren over haar toekomstplannen voor de camping en de gevolgen daarvan. Tevens vorderen zij schadevergoeding en een verklaring dat de opzegging van hun standplaatsovereenkomsten in strijd met de redelijkheid en billijkheid is. De gedaagde heeft in september 2021 alle standplaatsovereenkomsten opgezegd, wat leidde tot de rechtszaak.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de opzegging van de standplaatsovereenkomsten rechtsgeldig was en dat de gedaagde niet onrechtmatig heeft gehandeld. De rechter heeft echter wel geoordeeld dat de gedaagde een redelijke vergoeding van € 1.500,00 aan eiser 1 had moeten aanbieden, omdat deze pas kort voor de opzegging een standplaatsovereenkomst had gesloten. De rechter heeft de vorderingen van de eisers voor het overige afgewezen, omdat de gedaagde voldoende onderbouwd heeft dat de opzegging noodzakelijk was in verband met een grootschalige renovatie van de camping.
De procedure omvatte een tussenvonnis en een mondelinge behandeling, waarbij de kantonrechter de argumenten van beide partijen heeft gehoord. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huur van de standplaatsen als een duurovereenkomst voor onbepaalde tijd moet worden aangemerkt en dat de gedaagde aan de contractuele opzegtermijn heeft voldaan. De rechter heeft ook overwogen dat de gedaagde niet onrechtmatig heeft gehandeld door de huurders niet tijdig te informeren over de toekomstplannen, aangezien de gedaagde hen meerdere keren had geïnformeerd over de onzekerheid van de plannen.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de gedaagde veroordeeld tot betaling van de redelijke vergoeding aan eiser 1, maar de overige vorderingen van de eisers zijn afgewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.