Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
102,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, op 28 mei 2024 een eindvonnis gewezen in een geschil tussen 4KIDS B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De procedure volgde op een tussenvonnis van 6 februari 2024, waarin de kantonrechter 4KIDS de gelegenheid gaf om zich uit te laten over de wijze waarop de overeenkomst tot stand was gekomen. 4KIDS stelde dat de overeenkomst op afstand was gesloten, maar niet via een georganiseerd systeem, wat relevant is voor de toepassing van de consumentenbescherming onder artikel 6:230m BW. De kantonrechter oordeelde dat de overeenkomst niet op afstand was gesloten, maar dat 4KIDS wel voldeed aan de precontractuele informatieplichten.
De zaak draaide verder om de geldigheid van een eenzijdig wijzigingsbeding in de algemene voorwaarden van 4KIDS. De kantonrechter had in het tussenvonnis al aangegeven dat de bedingen niet voldeden aan de eisen die het Hof van Justitie aan dergelijke bedingen stelt. Ondanks dat 4KIDS stelde dat er een opzegmogelijkheid voor de consument was, oordeelde de kantonrechter dat de bedingen niet voldoende transparant waren en daarom vernietigd moesten worden. Dit leidde ertoe dat de oorspronkelijke prijs van de kinderopvang bleef gelden.
De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 2.317,64, vermeerderd met wettelijke rente, en tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 801,48. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. R.F. van Aalst, kantonrechter.