In deze beschikking van de Rechtbank Overijssel, uitgesproken op 14 juni 2024, is het klaagschrift van klager behandeld, dat strekt tot teruggave van een in beslag genomen Nissan-personenauto, een geldbedrag van € 21.000,--, een bankpas en een creditcard. De rechtbank verklaart het klaagschrift niet-ontvankelijk voor zover het betreft de bankpas en de creditcard, omdat de officier van justitie heeft aangegeven dat de bankpas niet in beslag is genomen en er al een last tot teruggave van de creditcard is gegeven. Voor de Nissan-personenauto en het geldbedrag oordeelt de rechtbank dat het klaagschrift ongegrond is, omdat er sprake is van een verdenking van een misdrijf van de vijfde geldboetecategorie en het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de zittingsrechter later tot een geldboete of ontnemingsvordering zal komen. De rechtbank heeft kennisgenomen van de standpunten van de klager en de officier van justitie, en heeft vastgesteld dat het klaagschrift tijdig is ingediend. De beslissing is genomen na behandeling op een openbare zitting, waarbij de klager, zijn raadsman en de officier van justitie aanwezig waren. De rechtbank concludeert dat het klaagschrift voor de Nissan en het geldbedrag ongegrond is en verklaart de klager in zoverre niet-ontvankelijk.