Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.[eiser 1],
2.
[eiser 2],
1.[gedaagde 1],
2.
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord van 14 augustus 2024 met producties
- de e-mail van 15 augustus 2024 waarin een mondelinge behandeling is bepaald
2.De zaak en de beslissing samengevat
[gedaagden] kregen de financiering niet rond en zij hebben niet tijdig een beroep op het financieringsvoorbehoud gedaan. De koopovereenkomst is vervolgens door
[eisers] ontbonden en zij vorderen de contractuele boete van 10% van de koopsom.
[gedaagden] vinden dat zij de contractuele boete niet verschuldigd zijn. Mochten zij de boete wel verschuldigd zijn, dan doen zij een beroep op matiging. De rechtbank is van oordeel dat [gedaagden] de contractuele boete verschuldigd zijn, maar dat hen gelet op de omstandigheden van het geval een beroep op matiging toekomt. [gedaagden] moeten een bedrag van € 10.000,00 betalen. De buitengerechtelijke incassokosten worden afgewezen. Omdat [gedaagden] in het ongelijk zijn gesteld, moeten zij ook de proceskosten betalen. Dit oordeel wordt in dit vonnis verder uitgelegd.
3.De feiten
‘(…)
artikel 4 Eigendomsoverdracht4.1.De akte van levering zal gepasseerd worden op1 mei 2024of zoveel eerder of later als partijen tezamen nader overeenkomen(…).
geen bindend aanbod tot een hypothecaire geldlening van een erkende geldverstrekkende bankinstelling heeft verkregen.(…)’.
‘(…)
Door een onverwachte situatie uit 2017, is er een negatieve registratie bij het BKR ontstaan. Ik heb dit opgelost toen ik hierachter kwam, echter de bank weigert de registratie te verwijderen ondanks geleverd bewijs dat ik niet op dit continent was toen de schuld ontstond en dat er een belang is bij het verwijderen. Wij hebben een jurist ingeschakeld die ons helpt bij het verwijderen van de registratie via KIFIT, echter dat kost tijd en betekent dat we dus niet tijdig de financiering in orde kunnen krijgen. Voor de zekerheid heb ik in de bijlage twee afwijzingen op basis van de BKR registratie(…).
Wij zouden toch graag de woning willen hebben en bewonen en zien hier mogelijkheden voor(…)
Ik hoor graag of uw client hiervoor open staat, een tegen voorstel heeft en/of een afspraak wilt maken zodat we de situatie in meer detail uit kunnen leggen en aantonen waarom wij er van overtuigd zijn dat KIFIT de BKR registratie verwijderd kan krijgen.(…)’.
[gedaagden] laten weten, voor zover van belang:
‘(…)
verzocht om de koopakte te ontbinden op grond van artikel 11.1 van de koopakte.
8 mei 2024 is de woning verkocht aan een derde.
€ 42.250,00, te betalen. [gedaagden] hebben bij e-mail van 22 mei 2024 laten weten dat zij geen spaartegoeden of bezittingen van waarde hebben en dat zij geen mogelijkheden hebben de boete te voldoen.
4.Het geschil
5.De standpunten van partijen en de beoordeling daarvan
[gedaagden] de financiering niet rond konden krijgen. Tussen partijen is ook niet in geschil dat [gedaagden] het financieringsvoorbehoud in de koopovereenkomst te laat hebben ingeroepen en dat zij tekort zijn geschoten in de nakoming van de koopovereenkomst. Vast staat ook dat als gevolg daarvan de koopovereenkomst door [eisers] is ontbonden. Dat betekent dat de contractuele boete verschuldigd is, tenzij de tekortkoming [gedaagden] niet kan worden toegerekend (artikel 11.2 van de koopovereenkomst). Hiervan is echter geen sprake, aangezien het niet tijdig inroepen van het financieringsvoorbehoud voor rekening en risico van [gedaagden] komen.
[gedaagden] vinden dat hen een beroep op matiging toekomt. De rechtbank oordeelt als volgt.
[gedaagden] de contractuele boete verschuldigd zijn, omdat zij tekort zijn geschoten in de nakoming van de koopovereenkomst. De rechtbank zal hierna ingaan op de vraag of de contractuele boete gematigd moet worden.
Aangezien het om de verkoop van een particuliere woning gaat, waarbij verkopers maximale zekerheid willen hebben dat de verkoop doorgaat, is de aard van de overeenkomst geen reden tot matiging. Ook de inhoud en strekking van het boetebeding zijn geen aanleiding tot matiging aangezien dit beding juist een prikkel tot nakoming van de overeenkomst is.
[gedaagden] ongewild de woning niet van [eisers] konden afnemen. Deze omstandigheid in samenhang bezien, levert ook een reden tot matiging van de boete op.
[gedaagden] mee in het kader van matiging van de boete. Hoewel [gedaagden] de financiële situatie niet met onderliggende stukken hebben onderbouwd, acht de rechtbank het op basis van hetgeen ter zitting is besproken en niet is betwist, wel aannemelijk dat zij het financieel niet breed hebben, gelet op de door hen geschetste omstandigheden (geen spaargeld, arbeidscontract van [gedaagde 1] niet verlengd, vijf kinderen waarvan vier thuiswonend, schoolkosten, et cetera). Toewijzen van de volledige boete zou betekenen dat [gedaagden] geld moeten lenen om de boete te kunnen voldoen.
[gedaagden] betwisten dit bedrag verschuldigd te zijn, omdat de kosten in de dagvaarding niet worden toegelicht en omdat er slechts één sommatiebrief is gestuurd, ter instructie van de zaak. De rechtbank oordeelt als volgt.
- nakosten
163,00