Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een voertuig (bedrijfsauto, merk
Iveco, met aanhangwagen, merk Ifor Williams Trailers),
komende uit de richting van Hattem, gaande in de richting van Kampen, daarmede
heeft gereden over de N50,
zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeft
gereden, hierin bestaande dat verdachte,
tijdens het besturen van dit voertuig een mobiel elektronisch apparaat (een
telefoon) heeft gebruikt en/of bediend en/of
terwijl hij ter plaatse bekend was en/of
terwijl die weg (de N50) een recht verloop heeft en/of het (voorwaartse) zicht van
verdachte ter plaatse niet werd belemmerd, beperkt of gehinderd en/of
terwijl (hij wist dat) ter plaatse sprake was van druk verkeer, althans meerdere
verkeersdeelnemers aanwezig waren en/of
terwijl voor hem, verdachte, een of meerdere langzaam rijdende voertuigen reden
en/of stilstonden en/of deze voertuigen goed zichtbaar waren,
niet of in onvoldoende mate heeft gelet en/of is blijven letten op het/de direct voor
hem, verdachte, gelegen weggedeelte(n) van die weg (N50) en/of het zich daarop
bevindende verkeer en/of
in strijd met het gestelde in artikel 19 van het Reglement verkeersregels en
verkeerstekens 1990 de snelheid van het door hem bestuurde voertuig niet zodanig
heeft geregeld dat hij in staat was dat voertuig tot stilstand te brengen binnen de
afstand waarover hij die weg kon overzien en waarover deze vrij was en/of
met een (indicatieve) snelheid van (ongeveer) 83 kilometer per uur, althans
(nagenoeg) onverminderde snelheid, in elk geval aanzienlijke snelheid, is gebotst
tegen, althans in aanrijding is gekomen met, een voor hem, verdachte, langzaam
rijdend, voertuig (personenauto, merk Toyota),
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten
verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander ([slachtoffer]) zwaar
lichamelijk letsel of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit
tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een voertuig (bedrijfsauto, merk
Iveco, met aanhangwagen, merk Ifor Williams Trailers),
komende uit de richting van Hattem, gaande in de richting van Kampen, daarmede
heeft gereden over de N50,
tijdens het besturen van dit voertuig een mobiel elektronisch apparaat (een
telefoon) heeft gebruikt en/of bediend en/of
terwijl hij ter plaatse bekend was en/of
terwijl die weg (de N50) een recht verloop heeft en/of het (voorwaartse) zicht van
verdachte ter plaatse niet werd belemmerd, beperkt of gehinderd en/of
terwijl (hij wist dat) ter plaatse sprake was van druk verkeer, althans meerdere
verkeersdeelnemers aanwezig waren en/of
terwijl voor hem, verdachte, een of meerdere langzaam rijdende voertuigen reden
en/of stilstonden en/of deze voertuigen goed zichtbaar waren,
niet of in onvoldoende mate heeft gelet en/of is blijven letten op het/de direct voor
hem, verdachte, gelegen weggedeelte(n) van die weg (N50) en/of het zich daarop
bevindende verkeer en/of
in strijd met het gestelde in artikel 19 van het Reglement verkeersregels en
verkeerstekens 1990 de snelheid van het door hem bestuurde voertuig niet zodanig
heeft geregeld dat hij in staat was dat voertuig tot stilstand te brengen binnen de
afstand waarover hij die weg kon overzien en waarover deze vrij was en/of
met een (indicatieve) snelheid van (ongeveer) 83 kilometer per uur, althans
(nagenoeg) onverminderde snelheid, in elk geval aanzienlijke snelheid, is gebotst
tegen, althans in aanrijding is gekomen met, een voor hem, verdachte, langzaam
rijdend, voertuig (personenauto, merk Toyota),
en door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt,
althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd,
althans kon worden gehinderd;
een voertuig (bedrijfsauto, merk Iveco, met aanhangwagen, merk Ifor Williams
Trailers) rijdende op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de N50, zijn
snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was om zijn voertuig tot
stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en
waarover deze vrij was, immers is hij gebotst tegen, althans in aanrijding gekomen
met, een voor hem, verdachte, langzaam rijdend, voertuig (personenauto, merk Toyota).
3.De bewijsmotivering
gereden, hierin bestaande dat verdachte,
tijdens het besturen van dit voertuig een mobiel elektronisch apparaat (een telefoon) heeft gebruikt en bediend en
terwijl hij ter plaatse bekend was en
terwijl die weg (de N50) een recht verloop heeft en het (voorwaartse) zicht van
verdachte ter plaatse niet werd belemmerd, beperkt of gehinderd en
terwijl (hij wist dat) ter plaatse sprake was van druk verkeer, althans meerdere
verkeersdeelnemers aanwezig waren en
terwijl voor hem, verdachte, een of meerdere langzaam rijdende voertuigen reden
en/of stilstonden en deze voertuigen goed zichtbaar waren,
niet of in onvoldoende mate heeft gelet en/of is blijven letten op het direct voor
hem, verdachte, gelegen weggedeelte van die weg (N50) en het zich daarop
bevindende verkeer en
in strijd met het gestelde in artikel 19 van het Reglement verkeersregels en
verkeerstekens 1990 de snelheid van het door hem bestuurde voertuig niet zodanig
heeft geregeld dat hij in staat was dat voertuig tot stilstand te brengen binnen de
afstand waarover hij die weg kon overzien en waarover deze vrij was en
met een (indicatieve) snelheid van (ongeveer) 83 kilometer per uur, althans
(nagenoeg) onverminderde snelheid, in elk geval aanzienlijke snelheid, is gebotst
tegen een voor hem, verdachte, langzaam rijdend, voertuig (personenauto, merk Toyota),
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander ([slachtoffer]) zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan.
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
7.De toegepaste wettelijke voorschriften
8.De beslissing
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
straf
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
120 (honderdtwintig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
60 (zestig) dagen;
ontzegtverdachte de
bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigenvoor de duur van
6 (zes) maanden;
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte zich voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarenschuldig maakt aan een strafbaar feit.