3.4De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
zij, al dan niet handelend onder de naam [bedrijf 1] , in de periode van 01 mei 2020 tot en met 31 juli 2020, in Nederland,
telkens opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een digitale aangifte voor de omzetbelasting ten name van [verdachte] , al dan niet handelend onder de naam [bedrijf 1] , over:
- het eerste en het tweede kwartaal van 2020,
telkens niet heeft gedaan, terwijl dat feit telkens
ertoe strekte dat te weinig belasting wordt geheven;
2.
zij op 3 januari 2021 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander,
telkens opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een digitale aangifte voor de
inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen:
- ten name van [verdachte] , gezamenlijk met [medeverdachte 1] over 2018, en
- ten name van [medeverdachte 1] , gezamenlijk met [verdachte] , over 2018 en
- ten name van [medeverdachte 1] , over 2019,
telkens onjuist en/of onvolledig heeft gedaan,
door telkens op/in de ingeleverde/ingediende aangifte een onjuist bedrag aan belastbaar inkomen op te geven, terwijl dat feit telkens ertoe strekte dat te weinig belasting wordt geheven;
3.
zij, al dan niet handelend onder de naam [bedrijf 1] , in de periode van 31 juli 2018 tot en met 19 augustus 2022, in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en),
telkens opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een digitale aangifte voor de omzetbelasting:
- ten name van [medeverdachte 1] handelend onder de na(a)am(en) [bedrijf 2]
en/of [bedrijf 2] en/of [bedrijf 3] , over:
- het derde kwartaal van 2018, en
- het tweede kwartaal van 2019,
en
- ten name van [bedrijf 6] B.V., over:
- het eerste en het tweede en het derde en het vierde kwartaal van 2020, en
- het eerste en het tweede en het derde en het vierde kwartaal van 2021, en
- het eerste en het tweede kwartaal van 2022, en
- ten name van [bedrijf 7] B.V., over:
- het vierde kwartaal van 2020, en
- het eerste kwartaal van 2021, en
- het vierde kwartaal van 2021, en
- het eerste en het tweede kwartaal van 2022, en
- ten name van [bedrijf 8] B.V., over:
- het vierde kwartaal van 2020, en
- het eerste en het tweede en vierde kwartaal van 2021, en
- het eerste en het tweede kwartaal van 2022,
telkens onjuist en/of onvolledig heeft gedaan,
door telkens op/in de ingeleverde/ingediende aangifte een onjuist bedrag aan verschuldigde omzetbelasting op te geven, terwijl dat feit telkens ertoe strekte dat te weinig belasting wordt geheven;
5.
zij, al dan niet handelend onder de naam [bedrijf 1] , in de periode van 1 januari 2018 tot en met heden in Nederland en/of Bulgarije en/of Marokko, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen,
sub a)
telkens van een voorwerp, te weten van:
-euro 67.500,-- , via [bedrijf 6] B.V., en
- euro 42.000,-- , via [bedrijf 7] B.V., en
-euro 73.536,-- , via [bedrijf 8] B.V., en
-euro 142.000,-- en euro 30.230,-- en euro 55.470,-- en euro 23.500 via [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] ,
en
- euro 74.750,--, contant opgenomen, en
- ( luxe) artikelen van (het merk) Gucci, met een waarde van in totaal euro 2.940,--,
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de
verplaatsing, heeft verborgen en/of verhuld en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende(n) op bovenomschreven voorwerp(en) is/was en/of wie bovenomschreven voorwerp(en) voorhanden had
sub b)
telkens een voorwerp, te weten:
- euro 67.500,-- , via [bedrijf 6] B.V., en
- euro 42.000,-- , via [bedrijf 7] B.V., en
- euro 73.536,-- , via [bedrijf 8] B.V., en
- euro 142.000,-- en euro 30.230,-- en euro 55.470,-- en euro 23.500,--,
- euro 74.750,--, contant opgenomen, en
- ( luxe) artikelen van (het merk) Gucci, met een waarde van in totaal euro 2.940,--,
heeft verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of van
bovenomschreven voorwerp(en) gebruik heeft gemaakt,
terwijl zij wist, dat de bovenomschreven
voorwerp(en) – onmiddellijk of middellijk – deels afkomstig waren uit enig
gepleegd misdrijf,
terwijl zij
- van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt en
- zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen in de uitoefening van
haarberoep en/of bedrijf;
6.
zij in de periode van 1 januari 2018 tot en met heden, in Nederland,
en/of Bulgarije en/of Marokko, tezamen en in vereniging met anderen heeft deelgenomen aan een organisatie, die gevormd werd door:
- [verdachte] , en
- [medeverdachte 1] , en
- [medeverdachte 5] , en
- [bedrijf 6] B.V., en
- [bedrijf 7] B.V., en
- [bedrijf 8] B.V.,
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten
- het plegen van belastingfraude en
- het plegen van witwassen,
van welke organisatie verdachte (feitelijk) mede- bestuurder was.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij haar daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.