Op 8 april 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Overijssel een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee kinderen, [kind 1] en [kind 2], die momenteel tijdelijk in Roemenië verblijven. De kinderen zijn onder toezicht gesteld tot 16 april 2025, maar de gecertificeerde instelling (GI) heeft verzocht om verlenging van deze ondertoezichtstelling. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben, ondanks hun tijdelijke verblijf in Roemenië, en dat de Nederlandse rechter bevoegd is. De kinderrechter heeft de zorgen over de ontwikkeling van de kinderen en de thuissituatie in Nederland meegewogen in zijn beslissing. De moeder van de kinderen is belast met het ouderlijk gezag, maar er zijn zorgen over haar vermogen om de kinderen voldoende structuur en begeleiding te bieden. De kinderrechter heeft besloten om de ondertoezichtstelling van [kind 1] te verlengen tot aan haar meerderjarigheid en die van [kind 2] voor de duur van een jaar, met de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De kinderrechter heeft ook benadrukt dat de GI een belangrijke rol speelt in het terughalen van de kinderen naar Nederland en dat er samenwerking nodig is om de situatie te verbeteren.