Uitspraak
1.[eiser 1] ,
DE GEZAMENLIJKE ERVEN VAN [eiser 2],
[eiser 3] ,
[eiser 4]
[eiser 5]
[eiser 6]
[eiser 7]
[eiser 8]
[eiser 9]
[eiser 10]
1.[gedaagde 1] B.V.,
2.
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaardingen van 6 september 2024 en 7 november 2024,
- het verwijzingsvonnis van 30 oktober 2024,
- het verzoek tot uitstel van 19 november 2024,
- het verzoek tot uitstel van 17 december 2024,
- conclusie van antwoord van 21 januari 2025,
- akte overlegging producties van 21 maart 2025 van [eisers] ,
- de mondelinge behandeling van 2 april 2025. Tijdens de mondelinge behandeling zijn de gemachtigden van [eisers] en van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] verschenen. Partijen zelf zijn niet verschenen op de mondelinge behandeling,
- de pleitaantekeningen van [eisers]
2.De zaak in het kort
3.De feiten
“bedrijfsruimte met woonruimte en kantoor.”De huurovereenkomst heeft een duur van twee jaar, en zou dus eindigen op 28 februari 2022. De huurprijs voor het pand bedraagt € 3.800,00 per maand. Partijen zijn geen verrekening van BTW overeengekomen.
4.Het geschil
5.De beoordeling
Kosten containers, bouwmateriaal, aannemer, vuilstort en brandstof’ toewijzen zoals vermeld in de beslissing.
6.De beslissing
6 mei 2025.