Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties,
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vordert GDO Advocaten betaling van een factuur van € 6.685,25 van gedaagde, die erkent een overeenkomst te hebben gesloten voor juridische werkzaamheden. Gedaagde stelt echter dat zijn betalingsverplichting is komen te vervallen door een creditfactuur die GDO Advocaten aan zijn GmbH heeft gestuurd. De kantonrechter oordeelt dat GDO Advocaten onvoldoende heeft onderbouwd dat er nog een vordering op gedaagde bestaat, ondanks de creditfactuur. De kantonrechter wijst de vorderingen van GDO Advocaten af, omdat niet is komen vast te staan dat gedaagde nog iets verschuldigd is. GDO Advocaten wordt bovendien veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die op € 50,00 worden begroot. Het vonnis is uitgesproken op 13 mei 2025.