Uitspraak
wonende in [woonplaats] ,
[bedrijf],
gevestigd en kantoorhoudende in [vestigingsplaats] ,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 135,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 14 mei 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [verzoeker], en zijn werkgever, aangeduid als [verweerder]. De werknemer had op 31 januari 2025 ontslag op staande voet genomen, omdat zijn salaris over meerdere periodes niet was uitbetaald. De werkgever voerde aan dat de arbeidsovereenkomst al was beëindigd doordat de werknemer niet meer op het werk was verschenen. De kantonrechter verwierp dit verweer en oordeelde dat de arbeidsovereenkomst niet was beëindigd en dat de werknemer terecht ontslag op staande voet had genomen. De kantonrechter oordeelde dat het niet tijdig betalen van het salaris een dringende reden vormt voor ontslag op staande voet. De werknemer had recht op een gefixeerde schadevergoeding, een transitievergoeding, achterstallig salaris en wettelijke verhogingen. De kantonrechter heeft de werkgever veroordeeld tot betaling van deze bedragen, inclusief wettelijke rente, en heeft de proceskosten aan de zijde van de werknemer toegewezen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.