ECLI:NL:RBOVE:2025:3302

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
23 mei 2025
Publicatiedatum
22 mei 2025
Zaaknummer
ak_25_624 en 25_625
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening en terugvordering van bijstandsuitkering op basis van schending informatieverplichting door handel op Marktplaats

Deze uitspraak betreft de herziening van de bijstandsuitkering van eisers op grond van de Participatiewet (PW) en de terugvordering van een bedrag van € 7.784,31. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college van burgemeester en wethouders van Raalte terecht de bijstandsuitkering van eisers heeft herzien en teruggevorderd. Eisers hebben de informatieverplichting geschonden door niet te melden dat zij op Marktplaats handelden in het onkruidbestrijdingsmiddel Roundup en Chihuahua pups. De rechtbank heeft vastgesteld dat de inkomsten uit de verkoop van de pups niet schattenderwijs konden worden vastgesteld, omdat eisers geen administratie hebben bijgehouden en niet aannemelijk hebben gemaakt wat de werkelijke opbrengsten zijn geweest. De aanvraag voor een individuele inkomenstoeslag is afgewezen omdat het inkomen van eisers niet kon worden vastgesteld. De rechtbank heeft beide beroepen van eisers ongegrond verklaard, wat betekent dat zij geen gelijk krijgen. De griffierechten worden niet teruggegeven en de proceskosten worden niet vergoed.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Zittingsplaats Zwolle
Bestuursrecht
zaaknummer: ZWO 25/624 en 25/625

uitspraak van de enkelvoudige kamer van in de zaak tussen

[eiser 1] en [eiser 2], uit [woonplaats], eisers,

gemachtigde: mr. E. Schriemer,
en

het college van burgemeester en wethouders van Raalte (college)

gemachtigde: [gemachtigde].

Samenvatting

1. Deze uitspraak gaat over de herziening van de bijstandsuitkering van eisers op grond van de Participatiewet (PW) en terugvordering van in totaal € 7.784,31. Ook gaat deze uitspraak over de afwijzing van eisers aanvraag voor individuele inkomenstoeslag.
1.1.
De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat de beroepen van eiseres ongegrond zijn. Eisers krijgen dus geen gelijk. Hierna worden het procesverloop en de standpunten van beide partijen vermeld. Daarna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
1.2.
De wetgeving die bij deze beoordeling van belang is, staat in de bijlage.

Procesverloop

2. Met het besluit van 22 augustus 2024 heeft het college de bijstandsuitkering van eisers herzien en teruggevorderd met betrekking tot de maanden maart en oktober 2022 en februari tot en met april en december 2023. Het gaat om een totaalbedrag van € 12.056,43.
2.1.
Met het besluit van 20 januari 2025 (bestreden besluit 1) zijn de bezwaren van eisers gegrond verklaard, waardoor het terugvorderingsbedrag is verlaagd naar € 7.784,31.
2.2.
Eisers hebben beroep ingesteld tegen dat besluit. Dit beroep is geregistreerd met het kenmerk: 25/624.
2.3.
Eisers hebben op 13 augustus 2024 een aanvraag ingediend voor een individuele inkomenstoeslag. Het college heeft deze aanvraag met het besluit van 22 augustus 2024 afgewezen. Met het besluit van 20 januari 2025 (betreden besluit 2) op het bezwaar van eisers is het college bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
2.4.
Eisers hebben ook beroep ingesteld tegen dat besluit. Dit beroep is geregistreerd met het kenmerk: 25/625.
2.5.
De rechtbank heeft beide beroepen op 8 mei 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eisers, de gemachtigde van eisers en de gemachtigde van het college.

Totstandkoming van het besluit over de herziening en terugvordering

3. Eisers ontvangen sinds oktober 2016 een bijstandsuitkering naar de norm van gehuwden. Op 13 mei 2024 is een onderzoek gestart naar mogelijke handel via Marktplaats. Sociaal rechercheurs hebben informatie van Marktplaats verkregen en vervolgens op 4 juli 2024 twee gesprekken gehad met eisers. De onderzoeksbevindingen en gespreksverslagen zijn vermeld in het rapport van de 10 juli 2024.

Standpunt van het college

4. Volgens het college hebben eisers de informatieverplichting geschonden door niet te melden dat zij op Marktplaats handelden in het onkruidbestrijdingsmiddel Roundup en Chihuahua pups. Vanwege het aantal en de vraagprijzen zijn dit geen incidentele advertenties geweest van privégoederen. Bovendien waren eisers gewaarschuwd, omdat in 11 april 2022 hun bijstandsuitkering ook is herzien en teruggevorderd vanwege handel in Roundup.
4.1.
Het terugvorderingsbedrag is van € 12.056,43 naar € 7.784,31 verlaagd, omdat de inkomsten uit Roundup over de maanden februari en april 2023 alsnog schattenderwijs zijn vastgesteld. De reden hiervoor is dat dit bij de beslissing in 2022 ook zo is gedaan. Het schattenderwijs vaststellen van de inkomsten uit de verkoop van de pups is volgens het college niet mogelijk, omdat er geen informatie is om de schatting op te baseren. Het college heeft de uitkering over de maanden maart en oktober 2022 en maart en december 2023 herzien, omdat in die maanden advertenties van pups zijn geplaatst en zijn gekoppeld aan het IP-nummer van eiser(s) dat eindigt op 594.

Standpunt van eisers

5. Eisers stellen in de eerste plaats dat zij de informatieverplichting niet hebben geschonden, omdat zij maar één keer een nestje hebben gehad met twee pups. Eén daarvan is aan hun schoonmoeder gegeven en de ander is voor € 600,- verkocht. Hiervoor is alleen in december 2023 een advertentie op Marktplaats gezet. De andere advertenties zijn niet door hen geplaats. Het zijn herhalingsadvertenties die Marktplaats zelf opnieuw aanmaakt. Ook maken anderen gebruik van hun IP-nummer. Daarnaast zijn de IP-nummers op de verkregen informatie van Marktplaats niet allemaal van hen. Volgens eisers zijn die advertenties daarom niet van hen afkomstig en kunnen ze ook niet aan hen gekoppeld worden.
5.1.
Eisers stellen in de tweede plaats dat de vermeende verkoopopbrengsten van de Chihuahua’s net als bij Roundup ook schattenderwijs moeten worden vastgesteld. Daarnaast zijn er te veel uitkeringsmaanden herzien, omdat een teefje volgens regelgeving maar één keer per jaar zwanger mag zijn, minstens 9 weken zwanger is en daarna nog zo’n 9 weken moet herstellen. Met die perioden heeft het college geen rekening gehouden.

Beoordeling door de rechtbank

6. De rechtbank is van oordeel dat de beroepen ongegrond zijn en licht dit als volgt toe.
6.1.
Het besluit tot herziening en terugvordering van bijstand is voor de betrokkenen een belastend besluit. Daarom rust de bewijslast om aannemelijk te maken dat aan de voorwaarden voor intrekking en terugvordering is voldaan in beginsel op het college. Dit betekent dat het college de nodige kennis over de relevante feiten moet verzamelen.
6.2.
De rechtbank is van oordeel dat het college aan die bewijslast heeft voldaan. Uit de informatie van Marktplaats blijkt dat er meer dan incidenteel Roundup en Chihuahua pups zijn aangeboden. In de periode van februari tot en met april 2023 is Roundup aangeboden en in de maanden maart en oktober 2022 en maart en december 2023 zijn advertenties van Chihuahua pups geplaatst. Er zijn in totaal 10 advertenties (met verschillende titels) waarin een of meer pups worden aangeboden. Er is daarom geen sprake van incidentele verkoop van privégoederen. Het door eisers bij het eerste gesprek op 4 juli 2024 gegeven antwoord dat zij na maart 2022 niet meer actief zijn geweest op Marktplaats is onjuist, nu uit het overzicht van de advertenties het tegendeel blijkt.
6.3.
De beroepsgrond dat eisers slechts één pup hebben verkocht, slaagt niet, omdat dit enkel is gesteld en onvoldoende is onderbouwd. Uit de advertenties blijkt dat meermaals een of meerdere pups zijn aangeboden. Dat de advertenties niet aan hen te koppelen zijn, slaagt ook niet. Eiser heeft tijdens de hoorzitting geantwoord dat hij wel een advertentie voor een tatoeageapparaat heeft geplaatst. Die advertentie heeft hetzelfde IP-adres dat eindigt op 594. Via hetzelfde IP-adres zijn op meerdere momenten pups aangeboden. Het college is er terecht van uitgegaan dat ook de Chihuahua-advertenties met datzelfde IP-adres van eiser zijn geplaatst. Wat eisers hebben aangevoerd over de draag- en hersteltijd van 9 weken leidt niet tot een andere conclusie, gelet op de duidelijke advertenties en nu onbekend is of eisers zich aan de regels hebben gehouden, dan wel of er meerdere honden pups hebben geproduceerd. Door geen melding te maken van hun handel hebben eisers de informatieverplichting geschonden.
6.4.
Na een schending van de inlichtingenverplichting is het college verplicht om het recht op bijstand met de dan bekend zijnde en bekend geworden feiten en omstandigheden vast te stellen en op basis daarvan een besluit tot herziening of intrekking van bijstand te nemen. Het is aan de betrokkenen om te stellen en aannemelijk te maken dat, als zij de inlichtingenverplichting zouden zijn nagekomen, zij in de te beoordelen periode (aanvullend) recht op bijstand zouden hebben gehad. Het is ook vaste rechtspraak [1] dat, indien het college het recht op bijstand door een schending van de inlichtingenverplichting niet precies kan vaststellen, het college wel gehouden is om, indien mogelijk, op basis van vaststaande feiten schattenderwijs vast te stellen tot welk bedrag de betrokkenen in ieder geval wel recht op bijstand hebben.
6.5.
De rechtbank is van oordeel dat het college terecht heeft besloten dat de verkoopopbrengsten van de Chihuahua pups niet schattenderwijs zijn vast te stellen. Eisers hebben geen administratie bijgehouden van de verkopen en hebben niet met gegevens onderbouwd of op een andere manier aannemelijk gemaakt wat de hoogte van de werkelijke opbrengsten is geweest. Het enkele feit dat het college de verkoopopbrengsten van Roundup wel schattenderwijs heeft vastgesteld, betekent niet dat dit ook voor de pups zou moeten gelden. Een Chihuahua pup is iets heel anders dan Roundup en bij de pups gaat het ook om veel grotere bedragen. De vraagprijzen varieerden tussen de € 800,- en € 1.100,- per pup, terwijl het bij roundup ging om een gemiddelde vraagprijs van € 35,-.
De individuele inkomenstoeslag
6.6.
Het college kan een individuele inkomenstoeslag verlenen als de aanvrager een laag inkomen heeft. Dit volgt uit artikel 36 van de PW, de betreffende verordening en de Beleidsregels individuele inkomenstoeslag gemeente Raalte.
6.7.
Volgens eisers heeft het college de aanvraag voor individuele inkomenstoeslag ten onrechte gebaseerd op het standpunt dat vanwege de handel op Marktplaats niet is vast te stellen of hun inkomen de laatste 36 maanden niet hoger was dan 110% van het voor hen geldende bijstandsuitkeringsbedrag. Hiertoe hebben zij dezelfde beroepsgronden aangevoerd als in de andere zaak.
6.8.
De rechtbank is van oordeel dat het college de aanvraag terecht heeft afgewezen. De handelsactiviteiten van eisers hadden plaats in de laatste 36 maanden en uit de overwegingen 6.3. en 6.5. volgt dat het inkomen van eisers niet is vast te stellen. Daardoor kan niet beoordeeld worden of het inkomen van eisers niet hoger was dan 110%. De aanvraag is dan ook terecht afgewezen.

Conclusie en gevolgen

7. De beroepen zijn ongegrond. Dit betekent dat eisers geen gelijk krijgen. De griffierechten krijgen zijn niet terug en de proceskosten worden niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen tegen de beide bestreden besluiten van 20 januari 2025 ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.T. de Kwaasteniet, rechter, in aanwezigheid van
J.T. Boddeüs, griffier. Uitgesproken in het openbaar op
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Bijlage: wettelijk kader

Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Op grond van artikel 3:2 van de Awb moet het bestuursorgaan de nodige kennis vergaren over de relevante feiten en af te wegen belangen bij de voorbereiding van een besluit.
Op grond van artikel 3:4, tweede lid, van de Awb mogen de nadelige gevolgen van dat besluit voor een belanghebbende niet onevenredig zijn in verhouding tot de met dat besluit te dienen doelen.
De beslissing op bezwaar moet op grond van artikel 7:12, eerste lid, van de Awb goed gemotiveerd zijn.
Participatiewet (Pw)
Op grond van artikel 17, eerste lid, eerste volzin, van de Pw doet de belanghebbende aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op zijn arbeidsinschakeling of het recht op bijstand.
Op grond van artikel 54, derde lid, van de Pw, voor zover van belang, herziet het college een besluit tot toekenning van bijstand, dan wel trekt een besluit tot toekenning van bijstand in, indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 17, eerste lid, heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van bijstand.
Op grond van artikel 58, eerste lid, van de Pw is de bijstandverlenende instantie gehouden de kosten van bijstand terug te vorderen voor zover de bijstand ten onrechte of tot een te hoog bedrag is ontvangen als gevolg van het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Pw. Onverminderd het elders in die wet bepaalde terzake van herziening of intrekking van een besluit tot toekenning van bijstand kan het college een besluit tot toekenning van bijstand herzien of intrekken, indien anderszins de bijstand ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend.
In artikel 58, tweede lid, aanhef en onder a, van de Pw is bepaald dat de bijstandverlenende instantie de kosten van bijstand kan terugvorderen voor zover de bijstand, anders dan in het eerste lid, ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend.
Artikel 58, achtste lid, van de PW bepaalt dat het college kan besluiten geheel of gedeeltelijk van terugvordering af te zien, indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn.

Voetnoten

1.Zie bijvoorbeeld de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep van 29 juni 2021, ECLI:NL:CRVB:2021:1744 en van 14 juni 2022, ECLI:NL:CRVB:2022:1313.