ECLI:NL:RBOVE:2025:3533
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet-ontvankelijkheid van een bezwaarschrift tegen de beëindiging van een Ziektewet-uitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel geoordeeld over de niet-ontvankelijkheid van een bezwaarschrift dat door eiseres was ingediend tegen de beëindiging van haar Ziektewet-uitkering. Eiseres had vanaf 22 juli 2022 recht op een uitkering op grond van de Ziektewet, maar haar uitkering werd per 21 mei 2024 beëindigd. Het UWV verklaarde het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend, namelijk op 10 oktober 2024, terwijl de bezwaartermijn op 5 juni 2024 was verstreken. Eiseres voerde aan dat haar persoonlijke omstandigheden, waaronder zwangerschapscomplicaties, haar verhinderden om tijdig bezwaar te maken. De rechtbank oordeelde echter dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, omdat eiseres bewust had gekozen om pas bezwaar te maken na haar bevalling. De rechtbank concludeerde dat het UWV terecht het bezwaar niet-ontvankelijk had verklaard en verklaarde het beroep ongegrond. Eiseres kreeg geen vergoeding van griffierecht of proceskosten.