Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het verloop van de procedure
2.De standpunten van verzoeker, de raadsvrouw en de officier van justitie
door de vervolging. Dit is een ruimer criterium dan enkel het tijdsverzuim door inverzekeringstelling of een terechtzitting. De schade is geleden door de vervolging. Ik ben van oordeel dat de tijd die verzoeker heeft moeten besteden aan het lezen van het dossier, ter voorbereiding van besprekingen met mij, voor vergoeding in aanmerking komt.
3.De ontvankelijkheid
4.De beoordeling
“Ik stel mij op het standpunt dat de informatie van instanties als de Raad voor de Kinderbescherming en Veilig Thuis als juist moet worden beschouwd. Drie instanties zijn op basis van hun bevindingen (onafhankelijk van elkaar) tot dezelfde conclusie(s) gekomen. Er wordt aangegeven dat onjuistheden in de bescheiden staan, maar u gaat niet in op welke dit dan concreet zijn. Het Openbaar Ministerie kan de bevindingen van deze instanties niet toetsen en gaat ervan uit dat de stukken naar waarheid zijn opgemaakt.”
5.De beslissing
- kent op grond van artikel 530 Sv aan verzoekster ten laste van de Staat een vergoeding toe van € 7.596,36 voor de kosten van rechtsbijstand, een vergoeding van € 2750,-- voor het tijdsverzuim, deze bedragen te vermeerderen met een bedrag van € 680,-- voor de kosten voor het opmaken en indienen van het verzoekschrift en het bijwonen van de behandeling ter zitting van het verzoekschrift;
- beveelt dat na het onherroepelijk worden van deze beschikking,
- wijst af het meer of anders verzochte.