Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
;
Ik zag mijzelf meer als een doorlener. lk ben zelf niet bevoegd om zorg te verlenen. Dat onder de activiteiten staat opgenomen dat [bedrijf 1] werkzaamheden uitvoert ten behoeve van het persoonsgebonden budget kan in elk geval niet op mij slaan, omdat ik zelf niet bevoegd ben om zorg te leveren. Met een persoonsgebonden budget heb ik niets van doen; de zorgcliënten zijn niet van [bedrijf 1].”
- het gaat om een handelen of nalaten van iemand die hetzij uit hoofde van een dienstbetrekking hetzij uit anderen hoofde werkzaam is ten behoeve van de rechtspersoon;
- de gedraging past in de normale bedrijfsvoering van de rechtspersoon;
- de gedraging is de rechtspersoon dienstig geweest in het uitgeoefende bedrijf;
- de rechtspersoon vermocht erover te beschikking of de gedraging al dan niet zou plaatsvinden en zodanig of vergelijkbaar gedrag werd blijkens de feitelijke gang van zaken door de rechtspersoon aanvaard of placht te worden aanvaard. Onder bedoeld aanvaarden is mede begrepen het niet betrachten van de zorg die in redelijkheid van de rechtspersoon kon worden gevergd met het oog op de voorkoming van de gedraging.
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist of
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
7.De toegepaste wettelijke voorschriften
8.De beslissing
opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist of
gevangenisstrafvoor de duur van
10 (tien) maanden;
5 (vijf) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van twee (twee) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.