Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker 2] en [verzoeker 3], [verzoeker 4], [verzoeker 5] en [verzoeker 6]uit [plaats], verzoekers,
Rechtbank Overijssel
Op 26 juni 2025 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot de realisatie van een opvanglocatie voor asielzoekers aan de Engellandweg te Dalfsen door het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA). Het college van burgemeester en wethouders van Dalfsen had het verzoek van de verzoekers om handhavend op te treden afgewezen, omdat er concreet zicht op legalisatie van de overtreding zou zijn, aangezien er een omgevingsvergunning was aangevraagd die binnen afzienbare tijd kon worden verleend. De verzoekers, waaronder [verzoeker 1] B.V. en andere omwonenden, maakten bezwaar tegen deze afwijzing en stelden dat er geen concreet zicht op legalisatie was, omdat het college geen rechtmatige omgevingsvergunning kon verlenen en hun belangen niet waren meegewogen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat het bezwaar van de verzoekers naar voorlopig oordeel geen kans van slagen had. De voorzieningenrechter oordeelde dat er sprake was van concreet zicht op legalisatie en dat het college van handhavend optreden mocht afzien. De voorzieningenrechter benadrukte dat de belangen van de opvanglocatie zwaarder wogen dan de handhaving van de relevante wet- en regelgeving, mede gezien de urgentie van de opvang voor asielzoekers. De uitspraak werd gedaan door mr. V.P.K. van Rosmalen, in aanwezigheid van griffier mr. A. Landstra.