Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[eiser] B.V.,
gevestigd in [vestigingsplaats],
wonende in [woonplaats],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord;
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 102,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vordert de eiser, een besloten vennootschap, betaling van een huurachterstand van € 2.520,80 van de gedaagde, die een woning heeft gehuurd van 1 mei 2023 tot 1 juni 2024. De huurovereenkomst omvat een huurprijs van € 890,00, bestaande uit een kale huurprijs van € 795,00 en een voorschot servicekosten van € 95,00. De gedaagde heeft een waarborgsom van € 1.780,00 betaald. Tijdens de procedure heeft de gedaagde een voorstel tot huurprijsverlaging gedaan vanwege gebreken aan de woning, maar de kantonrechter oordeelt dat de gedaagde onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn claims over servicekosten en huurprijsverlaging. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurachterstand, na correcties, € 1.776,58 bedraagt, en heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met wettelijke rente. De gedaagde is ook in de proceskosten veroordeeld, die zijn begroot op € 1.171,35. Het vonnis is uitgesproken op 24 juni 2025.