In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Overijssel op 7 juli 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling (OTS) voor twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De Stichting Jeugdbescherming Overijssel, de gecertificeerde instelling, had verzocht om verlenging van de OTS voor een jaar. De kinderen, die bij hun vader wonen, hebben echter hardnekkig geweigerd om contact met hun moeder te hebben, zonder dat daar een begrijpelijke reden voor is gegeven. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er weliswaar zorgen zijn over de ontwikkeling van de kinderen, maar dat er geen baten meer te verwachten zijn van een verlenging van de OTS. De ouders hebben in het verleden al meerdere keren geprobeerd om het contact met de moeder te herstellen, maar dit heeft niet geleid tot de gewenste resultaten. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de situatie vastloopt en dat het niet zinvol is om de OTS te verlengen. De beslissing is genomen in het belang van de kinderen, waarbij de kinderrechter hoopt dat de beëindiging van de maatregel alsnog positieve ontwikkelingen zal brengen. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.