Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], uit [woonplaats], eiseres,
de Staat der Nederlanden (minister van Justitie en Veiligheid) (de Staat).
Samenvatting
Procesverloop
Totstandkoming van het bestreden besluit
Standpunten van partijen
Beoordeling door de rechtbank
De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft een dossieronderzoek verricht. Ook heeft zij de dochter van eiseres gesproken op de hoorzitting, omdat het niet mogelijk was met eiseres zelf een gesprek te voeren. De bevindingen heeft zij neergelegd in het rapport van 31 januari 2023. Naar aanleiding van later ontvangen informatie van de huisarts heeft zij op 27 maart 2023 aanvullend gerapporteerd. In beroep is de verzekeringsarts bezwaar en beroep in haar rapport van 11 mei 2023 ingegaan op het beroepschrift en de onderliggende stukken. In haar rapport van 18 oktober 2023 is de verzekeringsarts bezwaar en beroep ingegaan op het rapport van Van der Eijk. De door eiseres naar voren gebrachte klachten en de medische informatie zijn op een deugdelijke en kenbare wijze betrokken bij de beoordeling. De omstandigheid dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep eiseres niet nogmaals lichamelijk heeft onderzocht, maakt op zichzelf niet dat het onderzoek onzorgvuldig is geweest. Niet is gebleken dat relevante aspecten van de gezondheidstoestand van eiseres zijn gemist. Uit wat eiseres heeft aangevoerd, volgt dus niet dat de wijze van onderzoek, in zijn geheel bezien, gebreken vertoont. De rapporten zijn daarom zorgvuldig tot stand gekomen.
In de aangevoerde beroepsgronden heeft de rechtbank geen aanknopingspunten gevonden om de geselecteerde functies in arbeidskundig opzicht ongeschikt te achten voor eiseres.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- veroordeelt de Staat tot betaling aan eiseres van een vergoeding van schade tot een bedrag van € 1.385,-;
- veroordeelt het UWV tot betaling aan eiseres van een vergoeding van schade tot een bedrag van € 115,-;
- veroordeelt de Staat tot vergoeding van de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 226,75;
- veroordeelt het UWV tot vergoeding van de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 226,75.