ECLI:NL:RBOVE:2025:5141
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Executiegeschil in Haagse kinderontvoeringszaak met betrekking tot teruggeleiding van minderjarigen naar Dubai
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 29 juli 2025 uitspraak gedaan in een executiegeschil met betrekking tot de teruggeleiding van twee minderjarigen naar Dubai, Verenigde Arabische Emiraten. De vrouw, eiseres, heeft zich beroepen op nieuwe feiten en omstandigheden die volgens haar een noodtoestand voor haar en de kinderen zouden creëren, waardoor de tenuitvoerlegging van eerdere uitspraken van de rechtbank en het hof niet kan plaatsvinden. De man, gedaagde, heeft verweer gevoerd en stelt dat de vrouw haar verplichtingen niet is nagekomen en dat er geen nieuwe feiten zijn die de vorderingen van de vrouw rechtvaardigen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vrouw onvoldoende onderbouwd heeft dat de man zijn toezeggingen niet zal nakomen en dat er geen gegronde redenen zijn om de executie van de eerdere uitspraken te schorsen. De vorderingen van de vrouw zijn afgewezen en zij is veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van de terugkeer van de kinderen naar hun vader en de noodzaak voor beide ouders om samen te werken in het belang van de kinderen.