ECLI:NL:RBOVE:2025:5192

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
12 augustus 2025
Publicatiedatum
12 augustus 2025
Zaaknummer
C/08/335128 / KG ZA 25-155
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over toegankelijkheid fietsdraaibrug nabij Waterresort Bodelaeke in Giethoorn

In deze zaak vordert de Gemeente Steenwijkerland in kort geding nakoming van een samenwerkingsovereenkomst met Bodelaeke B.V. betreffende de toegankelijkheid van een fietsdraaibrug nabij Waterresort Bodelaeke in Giethoorn. De brug staat momenteel open door een storing, waardoor deze niet toegankelijk is voor fietsers en voetgangers. De Gemeente stelt dat Bodelaeke op grond van de samenwerkingsovereenkomst verplicht is de brug 24/7 toegankelijk te houden. De voorzieningenrechter oordeelt dat de vorderingen van de Gemeente in een bodemprocedure een aanzienlijke kans van slagen hebben, en dat het geven van een voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. De vordering van de Gemeente wordt toegewezen, waarbij Bodelaeke een termijn van één week krijgt om de brug toegankelijk te maken. Tevens wordt een dwangsom opgelegd voor het geval Bodelaeke hier niet aan voldoet. De proceskosten worden aan Bodelaeke opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK Overijssel

Civiel recht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: C/08/335128 / KG ZA 25-155
Vonnis in kort geding van 12 augustus 2025
in de zaak van
GEMEENTE STEENWIJKERLAND,
te Steenwijk,
eisende partij,
hierna te noemen: de Gemeente,
advocaat: mr. L.E. de Leeuw,
tegen
BODELAEKE B.V.,
te Giethoorn,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Bodelaeke,
advocaat: mr. R. Jansen.

1.De zaak in het kort

1.1.
Deze zaak gaat over een fietsdraaibrug nabij Waterresort Bodelaeke in Giethoorn. De fietsdraaibrug heeft op dit moment een storing en staat open. Daardoor is de brug niet toegankelijk voor fietsers en voetgangers. Tussen partijen is in geschil of Bodelaeke op grond van een in 2006 gesloten samenwerkingsovereenkomst gehouden is om de brug 24 uur per dag, 7 dagen per week toegankelijk te houden voor fietsers.
1.2.
De Gemeente vordert in dit kort geding nakoming van de samenwerkingsovereenkomst, op straffe van een dwangsom. Zij wil dat Bodelaeke fietsdraaibrug (tijdelijk) dichtzet, zodat fietsers hier gebruik van kunnen maken. Bodelaeke voert verweer.
1.3.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de vorderingen in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop het geven van een voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Voldoende aannemelijk is naar het oordeel van de voorzieningenrechter dat Bodelaeke gehouden is tot nakoming van artikel 8.2 van de samenwerkingsovereenkomst. Daarmee is de vordering van de Gemeente in beginsel toewijsbaar.
1.4.
Na een belangenafweging wordt de vordering van de Gemeente toegewezen. De gevorderde dwangsom wordt toegewezen in gematigde en gemaximeerde vorm. Gezien de omstandigheden van het geval wordt Bodelaeke een termijn van één week gegund om de brug toegankelijk te maken voor fietsers. Bodelaeke wordt veroordeeld in de proceskosten.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 20 van de Gemeente,
- de producties 1 tot en met 11 van Bodelaeke,
- de mondelinge behandeling van 29 juli 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de pleitnota van Bodelaeke.

3.De feiten

3.1.
Op 24 oktober 2006 is tussen de Gemeente, de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland (hierna: Natuurmonumenten) en de vennootschap onder firma Bouwcombinatie Van Dijk Bouw – OCB VOF (hierna: de Bouwcombinatie) een Samenwerkingsovereenkomst Beulakerpolder/Giethoorn+ (hierna: de SOK) gesloten. De SOK is gesloten in verband met de wens van Natuurmonumenten en de Bouwcombinatie om in Giethoorn een aantal hectare natuur en aangrenzend daaraan woningen en een camping te ontwikkelen en de bereidheid van de Gemeente om aan de ontwikkeling van dat plan medewerking te verlenen .
3.2.
Bodelaeke heeft de rechten en plichten uit de SOK van de Bouwcombinatie overgenomen. Op de locatie van het plangebied heeft Bodelaeke het vakantiepark “Waterresort Bodelaeke” gerealiseerd. Dit park bestaat uit 191 recreatiewoningen, 15 boothuizen, een restaurant met jachthaven, 36 woningen voor permanente bewoning en een camperresort.
3.3.
In de SOK is onder meer bepaald:
Artikel 8 Bouw- en woonrijp maken, aanleg openbaar gebied en realisatie veerpont
(…)
8.2
De door de Bouwcombinatie voor haar rekening en risico te realiseren automatische veerpont blijft in eigendom bij de Bouwcombinatie. Het beheer en onderhoud van de veerpont komt voor rekening en risico van de Bouwcombinatie en uitdrukkelijk niet voor de Gemeente. De Bouwcombinatie is verplicht de veerpont ten alle tijden, 24 uur per dag, 7 dagen per week, gratis publiek toegankelijk en in bedrijf te houden op een zodanige wijze dat de gebruiksmogelijkheden van het fietspad optimaal gewaarborgd zijn, een en ander tenzij er sprake is van weersomstandigheden, zoals ijsvorming, die een veilig gebruik van de veerpont in gevaar brengen
(…)
8.11
De Gemeente neemt het gehele feitelijke beheer van het door de Bouwcombinatie woonrijp gemaakt gebied met een beoogde openbare bestemming in eigendom over (…)
8.17
Partijen komen overeen dat Natuurmonumenten medewerking zal verlenen aan de vestiging van een zelfstandig recht van opstal ten behoeve van de Gemeente en ten laste van het door de Bouwcombinatie te realiseren fietspad. (…)”
3.4.
De aanvankelijk voorziene veerpont is op initiatief van de Vereniging Dorpsbelangen Giethoorn in overleg tussen de contractspartijen vervangen door een fietsdraaibrug.
3.5.
De fietsdraaibrug bevindt zich vlakbij Waterresort Bodelaeke en is gesitueerd op percelen waarvan Natuurmonumenten eigenaar is. De fietsdraaibrug wordt bediend met een knop en kan in een open en in een dichte stand gezet worden. Als de brug open is, is er een open vaarverbinding van en naar Waterresort Bodelaeke. De brug is dan niet toegankelijk voor fietsers en voetgangers. Als de brug dicht is, is deze toegankelijk voor fietsers en voetgangers. Boten die niet onder de brug door kunnen, kunnen in dat geval niet passeren.
3.6.
Partijen zijn in 2011 en 2014 in gesprek gegaan over de eigendom, het beheer en het onderhoud van de fietsdraaibrug. Partijen hebben toen geen overeenstemming bereikt.
3.7.
In het collegeadvies van 28 januari 2014 (hierna: het collegeadvies) is over de fietsdraaibrug het volgende opgenomen:
3. Fietsdraaibrug Vosjacht
In de SOK 2006 (8.2) is overeengekomen dat ontwikkelaar voor zijn rekening en risico een
automatische veerpont realiseert en dat deze veerpont in eigendom blijft bij ontwikkelaar.
Verder is opgenomen dat "het beheer en onderhoud van de veerpont voor rekening en risico komt van de Bouwcombinatie enuitdrukkelijk niet voor de gemeente.
De Bouwcombinatie is verplicht de veerpont altijd, 24 uur per dag, 7 dagen per week, gratis publiekelijk toegankelijk en in bedrijf te houden op een zodanige wijze dat de gebruiksmogelijkheden van het fietspad optimaal gewaarborgd zijn..... ".
In het raadsbesluit van 24 juni 2008 is als een reactie op een zienswijze vastgelegd dat: "Na overleg met initiatiefnemers echter toch besloten is om (geen veerpont maar) een brug te realiseren. Hierbij wordt uitgegaan van eenbrug die altijd open staaten door middel van een drukknop naar beneden gaat. De brug krijgt een doorvaartbreedte van circa 8 meter".
Praktijk is dat de aangelegde fietsdraaibrug kinderziektes kende en dat er een discussie is ontstaan wie er voorrang heeft; de boten van het park dan wel de fietsers omdat de brug deel uit maakt van een openbare fietsroute.
Het raadsbesluit geeft echter aan dat boten voorrang hebben op de fietsers en is m.i. helder.
Voorstel 3a.
Op basis van de gestelde voorrangsregel neemt de gemeente de fietsdraaibrug qua eigendomnietover.
(…)
Voorstel 3b.
de gemeente is bereid het standpunt onder 3a. te heroverwegen mits de openstelling van de brug wijzigt ten voordele van het fietsverkeer en tevens voorzieningen worden getroffen voor het bootverkeer. Verder moet de gemeente door de ontwikkelaar financieel gecompenseerd worden voor het toekomstig onderhoud en moet de gemeente akkoord zijn met de staat waarin het werk verkeert.
De ontwikkelaar verwacht dat het bedieningsregime van de fietsdraaibrug zodanig ingesteld kan worden dat de brug in rustsituatie gesloten is voor vaarverkeer en fietsers dus niet hoeven te wachten. Verder heeft ontwikkelaar geen privaatrechtelijke verplichtingen op dit punt met de eigenaren van een parkwoning.”
3.8.
Ten behoeve van de verkoop van kavels met vakantiewoningen heeft Bodelaeke op 14 februari 2014 een akte laten opstellen, waarin regelingen zijn opgenomen die alle eigenaren en gebruikers van het park aangaan. Hierin is onder meer bepaald dat in de koopovereenkomst en de akte van levering een erfdienstbaarheid zal worden gevestigd
“om te komen en te gaan van en naar enerzijds de kavel en anderzijds naar openbaar water en overige delen van Bodelaeke”. In de leveringsakten met betrekking tot de verkochte vakantiewoningen zijn, in lijn met het voorgaande, erfdienstbaarheden gevestigd.
3.9.
In 2021 zijn partijen opnieuw met elkaar in gesprek gegaan. Dit is vastgelegd in het document “afspraken Bodelaeke (voortgang afhandeling knelpunten van 29 oktober 2021)” (hierna: het Ambtelijk document). Het Ambtelijk document zou na ondertekening door de Gemeente aan het college van B&W worden voorgelegd, maar dat is niet gebeurd.
3.10.
In de zomer van 2024 heeft de fietsdraaibrug meerdere malen en soms voor langere tijd in storing gestaan. Daarbij is de brug telkens open gebleven voor bootverkeer en was deze niet toegankelijk voor voetgangers en fietsers.
3.11.
Op 21 oktober 2024 heeft de Gemeente een brief naar Bodelaeke gestuurd waarin zij Bodelaeke onder meer wijst op haar verplichtingen uit het artikel 8.2 van de SOK.
3.12.
Op 19 november 2024 heeft de Gemeente haar standpunt met betrekking tot het beheer en onderhoud van de fietsdraaibrug kenbaar gemaakt via een “Informatienota over stand van zaken brug Bodelaeke” (hierna: de informatienota).
3.13.
Bij brief van 30 november 2024 heeft Bodelaeke bezwaar gemaakt tegen de informatienota.
3.14.
De Gemeente heeft op 9 januari 2025 op de brief van Bodelaeke gereageerd.
3.15.
Bij e-mail van 7 april 2025 heeft de Gemeente Bodelaeke aangeschreven, omdat de fietsdraaibrug niet toegankelijk was voor fietsers en voetgangers. Bodelaeke heeft diezelfde dag gereageerd. Daarbij heeft Bodelaeke aangegeven dat de fietsdraaibrug is beschadigd door vernieling, dat zij een onderdeel besteld heeft en dat de brug zodra het onderdeel geleverd en geplaatst is, weer zal worden opengesteld voor fietsers en voetgangers.
3.16.
Bij brief van 10 april 2025 heeft de Gemeente Bodelaeke in gebreke gesteld.
3.17.
Op 11 april 2025 heeft Bodelaeke gereageerd. Zij herhaalt wat zij op 7 april 2025 bericht heeft en voegt daaraan toe dat zij graag overleg met de Gemeente heeft over de uitleg van artikel 8.2 van de SOK.
3.18.
Bij brieven van 23 april 2025 en 6 mei 2025 hebben respectievelijk Vereniging Dorpsbelangen Giethoorn ’t Gieters Belang (hierna: ’t Gieters Belang) en Fietsersbond Steenwijkerland een verzoek om handhaving ingediend bij de Gemeente met als doel dat de fietsdraaibrug wordt opengesteld voor fietsers.
3.19.
Op 28 april 2025 heeft er overleg plaatsgevonden tussen de Gemeente en Bodelaeke. In navolging van dit gesprek heeft de Gemeente Bodelaeke bij brief van 7 mei 2025 gesommeerd om de fietsdraaibrug binnen 48 uur na ontvangst van de brief zo te plaatsen dat deze toegankelijk is voor voetgangers en fietsers. Bodelaeke heeft hier geen gehoor aan gegeven.
3.20.
Op 14 mei 2025 heeft de Gemeente geconstateerd dat de fietsdraaibrug hersteld was en dat deze weer toegankelijk was voor fietsers en voetgangers.
3.21.
Op 30 mei 2025 heeft Bodelaeke aan de Gemeente laten weten dat de fietsdraaibrug wederom niet werkt en dat zij een monteur heeft ingeschakeld voor reparatie.
3.22.
Op 3 juni 2025 heeft de Gemeente Bodelaeke in gebreke gesteld en gesommeerd om de fietsdraaibrug uiterlijk 9 juni 2025 zo te plaatsen dat deze toegankelijk is en blijft voor fietsers en voetgangers.
3.23.
Bodelaeke heeft op 4 juni 2025 gereageerd. Zij schrijft dat zij niet inhoudelijk op de ingebrekestelling zal reageren en de dagvaarding afwacht.
3.24.
Op 12 juni 2025 was de fietsdraaibrug hersteld.
3.25.
Op 17 juni 2025 heeft de Gemeente geconstateerd dat de fietsdraaibrug weer in storing staat en open staat.

4.Het geschil

4.1.
De Gemeente vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, op de minuut en op alle dagen en uren:
Bodelaeke zal veroordelen tot nakoming van de samenwerkingsovereenkomst, in die zin dat Bodelaeke gehouden is binnen vierentwintig uur na datum van het vonnis zorg te dragen en te houden voor een onbelemmerde openstelling van de fietsdraaibrug, zodat deze voor fietsers en voetgangers te allen tijde, 24 uur per dag en 7 dagen per week, gratis publiek toegankelijk en in bedrijf is, met dien verstande dat de fietsdraaibrug slechts tijdelijk en kortstondig open mag zijn voor reguliere doorvaart;
zal bepalen dat Bodelaeke bij overtreding van het onder A gevorderde een dwangsom van € 2.000,00 per dag verbeurt, althans een ander in goede justitie te bepalen bedrag, waarbij een deel van een dag als een gehele dag geldt;
Bodelaeke in de kosten van het geding zal veroordelen, inclusief nakosten en te vermeerderen met de wettelijke rente hierover.
4.2.
De Gemeente legt aan de vordering - samengevat - het volgende ten grondslag. Bodelaeke dient er op grond van artikel 8.2 van de SOK voor te zorgen dat de fietsdraaibrug 24 uur per dag, 7 dagen per week, toegankelijk is voor fietsers en voetgangers. Dit heeft zij nagelaten. De fietsdraaibrug is sinds 17 juni 2025 (opnieuw) in storing en staat in afwachting van reparatie open, waardoor deze niet toegankelijk is voor fietsers en voetgangers. De Gemeente stelt dat de brug op grond van artikel 8.2 van de SOK in de dichte stand gezet moet worden.
4.3.
Bodelaeke voert verweer. Zij concludeert tot niet-ontvankelijkheid van De Gemeente, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van De Gemeente, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van de Gemeente in de kosten van deze procedure.
4.4.
Bodelaeke betoogt allereerst dat de Gemeente geen spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorzieningen. Verder stelt zij zich op het standpunt dat artikel 8.2 van de SOK niet van toepassing is op de fietsdraaibrug, dat de vordering in strijd is met de voorrangsregeling voor boten en dat de belangen van Bodelaeke bij het open laten staan van de fietsdraaibrug zwaarder wegen dan het belang van de Gemeente bij het dicht zetten daarvan. Tot slot voert Bodelaeke verweer tegen de gevorderde dwangsom.
4.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
Het gaat hier om een in kort geding gevorderde voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter moet daarom eerst beoordelen of de Gemeente ten tijde van dit vonnis bij die voorziening een spoedeisend belang heeft. Daarnaast geldt dat de voorzieningenrechter in dit kort geding moet beoordelen of de vorderingen in de bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Als uitgangspunt geldt bovendien dat in deze procedure geen plaats is voor bewijslevering.
Spoedeisend belang
5.2.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat de Gemeente gezien de aard van haar vordering een spoedeisend belang heeft bij de door haar gevraagde voorlopige voorziening. De fietsdraaibrug staat nu open en is daardoor niet toegankelijk is voor fietsers en voetgangers, zodat zij geen gebruik kunnen maken van het fiets- en voetpad, waar de brug deel van uitmaakt. Volgens de Gemeente is dit in strijd met afspraken uit de SOK, waarin is bepaald dat de brug te allen tijde toegankelijk moet zijn voor fietsers en voetgangers. In het verlengde van die afspraken zijn bovendien handhavingsverzoeken ingediend, onder meer door ’t Gieters Belang en de Fietsersbond Steenwijkerland. Dat de brug geen deel uitmaakt van een officiële fietsroute en dat voor fietsers een alternatieve route beschikbaar is, doet aan het spoedeisend belang niets af.
Toepasselijkheid artikel 8.2 van de SOK
5.3.
In artikel 8.2 van de SOK is bepaald dat de eigendom, het beheer en het onderhoud van de veerpont voor rekening en risico van de Bouwcombinatie komen en uitdrukkelijk niet voor rekening van de Gemeente. De Bouwcombinatie is verplicht de veerpont te allen tijde op zodanige wijze publiek toegankelijk en in bedrijf te houden dat de gebruiksmogelijkheden van het fietspad optimaal gewaarborgd zijn.
5.4.
De Gemeente stelt dat deze bepaling onverkort van toepassing is op de fietsdraaibrug. Hoewel partijen hebben nagelaten de vervanging van de veerpont door de brug schriftelijk vast te leggen, zijn dezelfde rechten en plichten blijven gelden. Bodelaeke, als rechtsopvolger van de Bouwcombinatie, is dan ook gehouden om de brug te allen tijde toegankelijk te houden voor fietsers en voetgangers, aldus de Gemeente. Ter onderbouwing wijst de Gemeente op een collegeadvies uit 2014 en op het feit dat Bodelaeke het onderhoud aan de brug de afgelopen jaren op zich heeft genomen.
5.5.
Bodelaeke betwist dat artikel 8.2 van de SOK van toepassing is. Zij voert aan dat een veerpont een mobiele oplossing is, waarbij in principe altijd vrije toegang is voor vaarverkeer. Met een veerpont zou dus altijd gewaarborgd zijn dat eigenaren en gebruikers van Waterresort Bodelaeke toegang zouden hebben vanaf hun woning naar openbaar vaarwater en andersom. Bij een fietsdraaibrug is dat alleen het geval als deze open staat.
5.6.
Daarnaast wijst Bodelaeke erop dat in artikel 8.2 wel is bepaald dat het beheer en onderhoud ten aanzien van de veerpont voor rekening van Bodelaeke komt, maar dat de Gemeente in het verleden diverse keren een gedeelte van de onderhoudskosten voor de fietsdraaibrug voor haar rekening genomen heeft. Daaruit volgt dat de Gemeente ook niet uitgaat van onverkorte toepassing van artikel 8.2 van de SOK, aldus Bodelaeke.
5.7.
Verder stelt Bodelaeke zich op het standpunt dat uit de artikelen 8.11 en 8.17 van de SOK volgt dat de Gemeente eigenaar van de fietsdraaibrug zou moeten zijn, dan wel dat een opstalrecht ten behoeve van de Gemeente zou moeten worden gevestigd. Tijdens overleggen heeft de Gemeente bovendien overwogen eigenaar van de brug te worden en/of een afkoopregeling voor het onderhoud te treffen. Dit soort voorstellen zouden volgens Bodelaeke niet zijn gedaan en/of besproken als de Gemeente meende dat zij - zoals bepaald in artikel 8.2 van de SOK - geen enkele verantwoordelijkheid zou hebben ten aanzien van de fietsdraaibrug.
5.8.
Tot slot voert Bodelaeke aan dat de Gemeente zich op het standpunt stelt dat Natuurmonumenten door natrekking eigenaar is van de brug en dat de Gemeente wenst dat er een opstalrecht voor de fietsdraaibrug ten behoeve van Bodelaeke wordt gevestigd. Dit leidt volgens Bodelaeke tot extra onduidelijkheid ten aanzien van de eigendom en verantwoordelijkheden met betrekking tot de fietsdraaibrug.
5.9.
De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Vaststaat dat in eerste instantie was beoogd een veerpont te realiseren en dat daar afspraken over zijn gemaakt in de SOK. De veerpont is later vervangen door een fietsdraaibrug en dat is een andere oplossing. Deze wijziging is niet schriftelijk vastgelegd door de partijen die de SOK gesloten hebben. De wijziging van een veerpont naar een fietsdraaibrug hoeft naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter niet in de weg te staan aan de toepasselijkheid van artikel 8.2 van de SOK op de brug. Sterker nog, De Bouwcombinatie is destijds zelf ook doorgegaan met de alternatieve oplossing zonder hier nieuwe afspraken over te maken en Bodelaeke is dat gaan uitvoeren. Bodelaeke heeft in de praktijk zorg gedragen voor het beheer en onderhoud van de brug en afhandeling van storingen. Daarmee handelt zij in lijn met artikel 8.2 van de SOK.
5.10.
De Gemeente heeft weliswaar erkend dat zij enkele keren heeft bijgedragen aan de kosten van het onderhoud, maar volgens de Gemeente is dat alleen in uitzonderlijke gevallen, uit coulance, gebeurd. De voorzieningenrechter stelt vast dat niet is gebleken dat het hier gaat om een jarenlange, structurele bijdrage. De enkele omstandigheid dat de Gemeente wel eens een bijdrage aan onderhoudskosten heeft geleverd, is naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter dan ook onvoldoende om aan te nemen dat de Gemeente niet uitgaat van onverkorte toepassing van artikel 8.2 van de SOK.
5.11.
Voorts is niet gesteld of gebleken dat de bepalingen uit de artikelen 8.11 en 8.17 van de SOK over openbare voorzieningen en bruggen zien op de veerpont en dus op de brug die deze vervangt. Voor zover Bodelaeke betoogt dat de Gemeente eigenaar zou moeten zijn of een opstalrecht zou moeten laten vestigen, slaagt dat betoog naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter dan ook niet.
5.12.
De Gemeente en Bodelaeke hebben verschillende keren gesprekken gevoerd over overname van de fietsdraaibrug door de Gemeente. Het staat vast dat dit niet tot definitieve afspraken heeft geleid. Het voeren van overleg en het overwegen van overname betekent naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter niet dat de afspraak uit artikel 8.2 van de SOK niet (langer) geldt. Eenzelfde redenering geldt voor de stelling van de Gemeente rondom natrekking. In zoverre heeft Bodelaeke de stelling van de Gemeente dan ook onvoldoende betwist.
5.13.
Op grond van het voorgaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat Bodelaeke onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat artikel 8.2 van de SOK niet van toepassing is.
Voorrangsregeling voor boten
5.14.
Bodelaeke voert aan dat zij niet gehouden kan worden aan de afspraak uit artikel 8.2 van de SOK, omdat er een voorrangsregeling ten gunste van vaarverkeer van toepassing is. Toewijzing van de vordering zou volgens Bodelaeke betekenen dat fietsers voorrang krijgen, hetgeen in strijd zou zijn met die regeling.
5.15.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat tussen partijen vaststaat, zo hebben zij tijdens de mondelinge behandeling bevestigd, dat boten voorrang hebben boven fietsers, in die zin dat de brug openstaat tenzij fietsers of voetgangers gebruik maken van de mogelijkheid om de brug met gebruik van de knop dicht te zetten zodat zij eroverheen kunnen gaan. De Gemeente heeft dat erkend. Volgens de Gemeente doet dit echter niet af aan de verplichting om het fietspad toegankelijk te houden, ook bij een storing. Voorrang voor boten en overeengekomen gebruik door fietsers en voetgangers behoeven elkaar niet te bijten. De voorzieningenrechter volgt dat standpunt.
5.16.
Uit de verklaringen van partijen en de overgelegde stukken blijkt dat bij een normaal functionerende brug zowel de doorgang voor fietsers als de doorvaart voor boten mogelijk is: de stand van de brug hangt af van het type gebruiker. Uit het collegeadvies blijkt dat het uitgangspunt is dat de brug open staat, waardoor boten effectief voorrang hebben. Uit de verklaring van Bodelaeke dat de brug in beginsel open staat, volgt dat in de praktijk ook uitvoering aan die regeling wordt gegeven. Op deze wijze is het voor Bodelaeke mogelijk haar in artikel 8.2 van de SOK opgenomen verplichting na te komen. Het wordt anders, indien, zoals thans, een storing bovenstaand gebruik niet mogelijk maakt. In dat geval kan de brug niet blijvend open staan en dient deze, als de keuze is voortdurend open staan of voortdurend dicht staan, de brug voortdurend dicht te zijn om Bodelaeke haar contractuele verplichting na te kunnen laten komen. In dat verband is van belang dat Bodelaeke verklaard heeft dat de brug, die thans defect is, wellicht nog dichtgezet kan worden, maar daarna niet meer open te zetten valt.
Belangenafweging
5.17.
Op basis van het voorgaande acht de voorzieningenrechter het zeer waarschijnlijk dat de bodemrechter zal oordelen dat Bodelaeke gehouden is tot nakoming van artikel 8.2 van de SOK. Daarmee is de vordering van de Gemeente in beginsel toewijsbaar.
5.18.
Vervolgens moet worden beoordeeld of een afweging van de wederzijdse belangen aanleiding geeft om de vordering desondanks af te wijzen. Daarbij staat tegenover het belang van de Gemeente bij uitvoering van artikel 8.2 van de SOK en het toegankelijk houden van het fietspad, het belang van Bodelaeke bij het waarborgen van vrije toegang tot openbaar vaarwater voor boten.
5.19.
De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Het belang van Bodelaeke bij onbelemmerde doorvaart voor boten berust niet op afspraken in de SOK, maar vloeit voort uit latere afspraken die zij zelf met eigenaren van vakantiewoningen heeft gemaakt. Daarbij komt dat herstel van de brug, waarna gebruik door boten mogelijk is naast gebruik door fietsers en voetgangers in handen van Bodelaeke zelf is. Dat Bodelaeke afhankelijk is van een of meer derden voor het herstel van de brug is een omstandigheid die naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter voor rekening en risico van Bodelaeke komt. De voorzieningenrechter acht het belang van Bodelaeke dan ook onvoldoende zwaarwegend om nakoming van de contractuele verplichtingen uit de SOK te blokkeren.
Conclusie
5.20.
De voorzieningenrechter komt op grond van het voorgaande tot de conclusie dat voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter later oordelend beslist dat Bodelaeke haar verplichtingen uit de SOK niet nakomt. Daarop vooruitlopend is toewijzing van de vordering strekkende tot het geven van een voorlopige voorziening gerechtvaardigd. De Gemeente kan nakoming van artikel 8.2 van de SOK verlangen. Dat betekent dat de gebruiksmogelijkheden van het fietspad te allen tijde gewaarborgd moeten zijn. Fietsers en voetgangers moeten gebruik kunnen maken van de fietsdraaibrug en dat kan nu niet. Bodelaeke moet daar alsnog voor zorgen. Bodelaeke moet daarom de fietsdraaibrug dichtzetten.
5.21.
De voorzieningenrechter ziet aanleiding om de termijn waarbinnen de brug toegankelijk moet worden gemaakt voor fietsers te stellen op één week na de datum van dit vonnis, in plaats van de gevorderde termijn van 24 uur. Bodelaeke heeft onweersproken gesteld dat de brug openstaat vanwege een storing: de bedieningsknop voor boten is defect. Bodelaeke heeft reeds een monteur ingeschakeld, maar de levering van noodzakelijke onderdelen laat op zich wachten. Deze omstandigheden zijn weliswaar voor risico van Bodelaeke, maar de voorzieningenrechter acht het redelijk Bodelaeke toch nog enige tijd voor het herstel te geven.
5.22.
Als de fietsdraaibrug binnen deze termijn van één week nog niet is gerepareerd, moet hij dicht. Hij moet dan dicht blijven, totdat herstel heeft plaatsgevonden. Na herstel is Bodelaeke gehouden de brug te beheren, te onderhouden en in een toestand te houden waarin fietsers en voetgangers er gebruik van kunnen maken.
5.23.
Omdat het zo kan zijn dat de fietsdraaibrug niet gerepareerd is en dus niet in bedrijf is, maar dan toch dicht moet zijn, zal de voorzieningenrechter niet bepalen dat de fietsdraaibrug te allen tijde, 24 uur per dag en 7 dagen per week, in bedrijf moet zijn.
5.24.
Ook zal de voorzieningenrechter niet bepalen dat de fietsdraaibrug slechts tijdelijk en kortstondig open mag zijn voor reguliere doorvaart. Op basis van de tussen partijen vaststaande en hiervoor beschreven voorrangsregeling voor boten volgt immers dat de brug, als deze naar behoren functioneert, open mag staan voor reguliere doorvaart. Daarin wordt dus geen beperking opgelegd.
Dwangsom
5.25.
De Gemeente heeft een dwangsom gevorderd. Bodelaeke heeft daartegen aangevoerd dat sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 611d lid 1 Rv, waarin het opleggen van een dwangsom zijn functie als pressiemiddel heeft verloren. Onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 13 november 2020 (ECLI:NL:HR:2020:1746) stelt zij dat een dwangsom haar zin verliest als redelijkerwijs niet meer van de veroordeelde kan worden gevergd dan deze reeds heeft ondernomen. Volgens Bodelaeke doet die situatie zich hier voor.
5.26.
De voorzieningenrechter volgt dat standpunt niet. Uit het voorgaande blijkt immers dat naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter van Bodelaeke mag worden verlangd dat zij de brug dicht zet, zodat fietsers daar gebruik van kunnen maken. In zoverre kan dus meer van Bodelaeke worden gevergd dan zij tot op heden heeft gedaan.
5.27.
De gevorderde dwangsom zal worden toegewezen, als prikkel tot nakoming van dit vonnis. Wel zal de dwangsom worden gematigd tot een bedrag van € 2.000,00 per dag, met een maximum van € 120.000,00.
Proceskosten
5.28.
Bodelaeke is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van De Gemeente worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
147,42
- griffierecht
714,00
- salaris advocaat
1.107,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.146,42
5.29.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
6.1.
veroordeelt Bodelaeke tot nakoming van de samenwerkingsovereenkomst, in die zin dat Bodelaeke gehouden is binnen één week na datum van dit vonnis zorg te dragen en te houden voor een onbelemmerde openstelling van de fietsdraaibrug, zodat deze voor fietsers en voetgangers, te allen tijde, 24 uur per dag en 7 dagen per week, gratis publiek toegankelijk is, met dien verstande dat de fietsdraaibrug op basis van de onder r.o. 5.15. e.v. beschreven voorrangsregeling open mag zijn voor reguliere doorvaart,
6.2.
veroordeelt Bodelaeke om aan De Gemeente een dwangsom te betalen van € 2.000,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan de hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 120.000,00 is bereikt,
6.3.
veroordeelt Bodelaeke in de proceskosten van € 2.146,42, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als Bodelaeke niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.4.
veroordeelt Bodelaeke tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
6.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.A. de Beaufort en in het openbaar uitgesproken op 12 augustus 2025.