Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
13-214006-22 + 15-155938-19 (vorderingen TUL)
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
medewerkers van de NS, heeft bedreigd;
, heeft bedreigd dan wel (subsidiair) heeft geprobeerd die [slachtoffer 3] en/of
andere reizigers door (bedreiging met) geweld te dwingen iets te laten doen;
3.De voorvragen
18-117456-24de partner is van één van de medewerkers van de Rechtbank Noord-Nederland. De rechtbank heeft voorts vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4.De bewijsmotivering
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalengepleegd;
bedreiging met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan eenander toebehoort, vernielen.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van de benadeelden
9.De vorderingen tot tenuitvoerlegging
10.De toegepaste wettelijke voorschriften
11.De beslissing
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalengepleegd;
bedreiging met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan eenander toebehoort, vernielen;
gevangenisstrafvoor de duur van
112 (honderdtwaalf) dagen;
[slachtoffer 1](parketnummer 18-117456-24, feit 1) in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
[slachtoffer 2](parketnummer 18-117456-24, feit 1) in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
wijstde vorderingen
af.